De programmabegroting 2022 en meerjarenraming 2022-2025 is alweer de laatste van dit college. Alhoewel het de gewoonte is om in een dergelijk document vooruit te kijken, wil ik bij deze gelegenheid toch ook af en toe verwijzen naar de ontwikkeling van de financiën in de afgelopen periode.
De raadsperiode 2018-2022 zal ongetwijfeld de geschiedenisboeken in gaan als de periode van de coronapandemie. Een pandemie die naast veel sociaal en persoonlijk leed ook voor grote financiële onzekerheid zorgde. Reden voor de raad om in 2020 een reserve te creëren van anderhalf miljoen euro om de eerste financiële gevolgen voor de gemeente op te vangen. Ruim een jaar later lijkt het erop dat het rijk de gemeente voldoende heeft gesteund om alle extra Corona gerelateerde kosten te dekken. We hebben dan ook nog geen beroep hoeven doen op de gereserveerde middelen. Het college heeft de reserve voor 2022 nog wel in stand gehouden omdat nog niet zeker is welke invloed de pandemie heeft op het komende jaar.
Uniek voor deze raadsperiode was de verkoop van de aandelen Eneco in 2020 waarmee de gemeente eenmalig ruim tachtig miljoen euro kon bijschrijven op de bankrekening. Daartegenover stond het wegvallen van de jaarlijkse inkomsten uit het dividend van zo’n anderhalf tot twee miljoen. Door het slim inzetten van de opbrengsten van de verkochte aandelen zien we in de begroting dat er ruim anderhalf miljoen euro structureel beschikbaar is voor nieuw beleid in de vorm van een ‘stelpost Enecogelden’. Verder zijn nieuwe investeringen in onder andere wegen, onderwijshuisvesting, sportaccommodaties en diverse participatietrajecten gerealiseerd, zonder dat dit ten laste gaat van het begrotingssaldo. Bovendien zien we met de inzet van deze gelden ook nog de schulden van de gemeente in snel tempo afnemen.
De kosten voor de uitvoering van wettelijke taken met betrekking tot de jeugdzorg en WMO-voorzieningen zagen we de afgelopen jaren fors oplopen, zonder dat we daar als gemeente direct invloed op konden uitoefenen. Dit gold ook voor de verwerking van het huishoudelijk afval, wat met name kwam door de oplopende kosten en belastingen voor het verwerken van restafval in combinatie met dalende opbrengsten voor grondstoffen. Na lang aandringen van de gemeenten richting het rijk zijn de gemeenten voorlopig voor de komende jaren gecompenseerd voor de extra gemaakte kosten voor de jeugdzorg, die vooralsnog waren gedekt uit eigen middelen. Daarnaast lijkt het vorig jaar door ons ingezette programma dat moet leiden tot betere beheersbaarheid van de kosten in het sociaal domein, haar vruchten af te werpen. Om de kosten van de verwerking van ons huishoudelijk afval binnen de perken te houden is de afgelopen jaren een programma ingezet om vooral de kilo’s restafval per huishouden fors te verminderen. De komende jaren moet blijken in hoeverre het onze inwoners gaat lukken om dit ook daadwerkelijk te realiseren.
Onzeker blijven de mogelijke negatieve gevolgen van een eventuele herverdeling van de middelen uit het gemeentefonds. Uit voorlopige eerste berekeningen kun je concluderen dat dit voor onze gemeente leidt tot een structurele verlaging van iets minder dan 1 miljoen euro in 2023 oplopend tot ruim 3,5 miljoen euro in 2026. Echter de gemeenten en het rijk zijn hierover nog met elkaar in gesprek en het is nog verre van duidelijk hoe dit voor de komende jaren wordt ingevuld. Daarnaast is nog onzeker wat de financiële gevolgen zullen zijn van de invoering van de omgevingswet en de energietransitie. Ook de financiële implicaties van komende aanbestedingen van diverse grote projecten op het gebied van infrastructuur, sportvoorzieningen en onderwijshuisvesting zijn, gezien de huidige marktomstandigheden, nog ongewis.
Door alle inspanningen van zowel de raad, het college als de ambtelijke organisatie is het toch weer gelukt om een sluitende begroting te presenteren met een financieel gezonde uitgangspositie voor de nieuwe raadsperiode. Ik bedank hierbij iedereen die hieraan heeft bijgedragen.
Pijnacker, september 2021
Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Pijnacker-Nootdorp,
Peter Hennevanger
Wethouder Financien