Stand van zaken en vooruitblik

Crisisbeheersing en brandweer

Sinds de vaststelling van het Regionaal Plan Gemeentelijke Crisisbeheersing (2024) en de invoering van de nieuwe crisisorganisatie sinds 1 juli 2024 is deze planvorming lokaal uitgewerkt en grotendeels geïmplementeerd.

Binnen de intergemeentelijke werkgroep is er onder andere gewerkt aan de volgende thema’s: • extreem geweld en terrorisme; • maatschappelijke weerbaarheid; • extreem weer; • vakbekwaamheid van de gemeentelijke crisisorganisatie en bevolkingszorg.

De uitwerking van de regionale planvorming loopt ook in 2026 door. Het opleiden, trainen en oefenen van de gemeentelijke crisisorganisatie is going concern. In 2026 ligt het accent voornamelijk op de trainingen en oefeningen van het beleidsteam.

Voor wat betreft het thema maatschappelijke weerbaarheid staan we de komende jaren voor een grote (landelijke) opgave. Met de term maatschappelijke weerbaarheid wordt in deze context gedoeld op het vermogen van de samenleving om zich aan te passen aan en weerstand te bieden tegen crises en bedreigingen zoals bijvoorbeeld grootschalige uitval van nutsvoorzieningen en communicatiemiddelen. Het vergroten van de maatschappelijk weerbaarheid zal veel vragen van de crisisorganisatie, maar ook van de reguliere organisatie in relatie tot het scenario langdurige stroomuitval en het organiseren van noodsteunpunten. Regionaal wordt er een netwerk gevormd tussen de gemeenten om de krachten te bundelen en het gemeenschappelijke doel van maatschappelijke weerbaarheid te bereiken.

Openbare orde en veiligheid

Vanaf 2023 is er flink geïnvesteerd op thema veiligheid en handhaving. Met extra capaciteit op handhaving, ondermijning en veiligheid zijn er stappen gezet om de basis op orde te krijgen. Ook beleidsmatig is er geïnvesteerd in een nieuw integraal veiligheidsplan. De doelen en prioriteiten op het gebied van openbare orde en veiligheid zijn vastgelegd in het Integraal veiligheidsplan 2023 – 2026 (hierna: IVP). Hieronder is per prioriteit uit het IVP uitgewerkt wat de stand van zaken is en hoe we in 2026 verdergaan. Voor het uitvoeren van het IVP zijn voldoende capaciteit en middelen beschikbaar.

1. Aanpak van ondermijnende criminaliteit

In 2023 zijn structurele middelen beschikbaar gesteld om te investeren in de aanpak van ondermijning. Daarvoor werken we samen met verschillende partners in integrale controles, casuïstiek en beleidsontwikkeling. Er is een lokaal ondermijningsoverleg voor het bespreken van signalen en casuïstiek en er worden maandelijks integrale controles uitgevoerd bij bedrijven en bedrijfspanden. Daar waar nodig en mogelijk wordt (naast strafrechtelijk) bestuursrechtelijk gehandhaafd tegen ondermijnende activiteiten. Ook wordt ingezet op weerbaarheid tegen ondermijning van onze gemeentelijke organisatie, inwoners en ondernemers. In 2026 wordt deze lokale integrale aanpak van ondermijning voortgezet. Daarnaast zetten we in 2026 ook verder in op het door ontwikkelen van onze lokale aanpak van ondermijning. Dit doen we onder andere door het actualiseren van ons beleid, aandacht voor nieuwe fenomenen en verdiepende bewustwordingstrainingen voor onze medewerkers.

Sinds 2025 hebben we meer aandacht voor het fenomeen zorgfraude en wordt er op dit vlak intensief en integraal aan casuïstiek samengewerkt tussen het cluster ondermijning, de toezichthouders sociaal domein en partners zoals politie, belastingdienst en arbeidsinspectie. In 2026 zetten we deze integrale samenwerking op het gebied van zorgfraude voort.

2. Jeugd en Veiligheid

Landelijk zijn er zorgelijke trends en ontwikkelingen zichtbaar op het gebied van jeugd en veiligheid. Deze trends zien we ook in lichte mate terug bij de jeugd in Pijnacker-Nootdorp. Daarom blijven we ook in 2026 samen met onze zorg- en veiligheidspartners inzetten op het tijdig signaleren van problemen onder de jeugd, zoals overlast, middelengebruik en/of het plegen van strafbare feiten. Op die manier kunnen we tijdig de juiste hulp bieden of een integrale aanpak inzetten. Hiermee willen we voorkomen dat jongeren ernstige overlast veroorzaken of zelfs het verkeerde (criminele) pad opgaan. Daar waar nodig worden jongeren die zich strafbaar gedragen doorverwezen naar HALT. Hier wordt sinds 2024 ook actief op ingezet door team Handhaving. In 2025 hebben we dit voortgezet en ook in 2026 blijven we hier actief op inzetten.

In 2025 zijn we in samenwerking met het Stanislas College, het RIEC en de politie van start gegaan met project ‘Dealbreakers’. Dit project is gericht op het voorkomen van jonge criminele aanwas door onder andere voorlichting aan jongeren, ouders en docenten. Dit project loopt door in 2026. Daarna wordt bekeken of het project in de toekomst ook wordt voortgezet.

3. Zorg en Veiligheid

In de afgelopen jaren is de overlast door personen met verward gedrag toegenomen. In de eerste zes maanden van 2025 zien we ook een stijging in het aantal incidenten van personen met verward gedrag (114) ten opzichte van de eerste zes maanden van 2024 (84) (bron: politie). De stijging van dergelijke incidenten is mede te verklaren doordat de wachttijden bij GGZ-instellingen de afgelopen jaren zijn toegenomen.

Incidenten personen met verward en onbegrepen gedrag in Pijnacker-Nootdorp

2020

2021

2022

2023

2024

Pijnacker-Nootdorp

119

125

152

153

167

In 2026 zetten wij weer samen met zorg- en veiligheidspartners in op het voorkomen, beperken en stoppen van dergelijke overlast en veiligheidsproblematiek, vaak veroorzaakt door kwetsbare personen. Dit doen we met een integrale aanpak met partners vanuit het zorg-, maatschappelijk én het veiligheidsdomein. Het is van belang dat deze kwetsbare personen de juiste hulpverlening aangeboden krijgen, maar ook dat daar waar nodig repressief wordt opgetreden tegen veiligheidsproblematiek of overlast die zij veroorzaken. In de meeste gevallen wordt casuïstiek opgepakt via onze lokale zorg- en veiligheidskamer. In enkele gevallen wordt casuïstiek opgeschaald naar het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden.

Tot slot zien we ook een toename in het aantal gevallen waarin sprake is van (langlopende) woonoverlast. Met de actualisatie van de APV begin 2024 heeft de burgemeester de bevoegdheid gekregen om een last onder bestuursdwang op te leggen in het geval van ernstige en herhaaldelijke woonoverlast. De uitvoering van deze maatregel vereist een onderbouwd dossier om een zorgvuldige afweging te kunnen maken. Om dit te realiseren is inzet van boa’s en toezichthouders nodig en wordt er in specifieke gevallen dienstverlening ingekocht bij onafhankelijk specialisten, bijvoorbeeld voor geluidsmetingen. Op dit moment lopen er een aantal zaken waarin we bezig zijn met dergelijke dossieropbouw en mogelijk overgaan tot het toepassen van bestuursdwang. De verwachting is dat het aantal woonoverlastdossiers in 2026 minimaal gelijk blijft aan de huidige hoeveelheid of nog verder toeneemt.

Een ander zorg- en veiligheidsthema dat meer aandacht vraagt is de toenemende maatschappelijke polarisatie. Landelijk zien we een groei van (polariserende) extremistische denkbeelden, die via (sociale) media snel verspreid worden. In 2026 gaan we hier verder op anticiperen door kennis en vaardigheden te ontwikkelen om signalen te herkennen en adequaat te kunnen handelen. De hoeveelheid aan dergelijke signalen en casuïstiek is in Pijnacker-Nootdorp echter beperkt. Op het moment dat we een radicaliseringscasus hebben, maken we gebruik van de expertise van de centrumgemeente Zoetermeer en het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden.

4. Weerbaarheid tegen digitale criminaliteit

De afgelopen jaren is de digitale criminaliteit toegenomen en daarmee ook het aantal slachtoffers van deze vorm van criminaliteit. Daarom zetten we samen met partners in op weerbaarheid van onze inwoners en ondernemers tegen digitale criminaliteit. Het doel is om op deze manier slachtofferschap van digitale criminaliteit in Pijnacker-Nootdorp te verminderen dan wel te beperken, maar ook om daderschap onder bijvoorbeeld jongeren te voorkomen. In 2025 is er op verschillende manieren ingezet op voorlichting en bewustwording over digitale criminaliteit. Hierbij kan worden gedacht aan project Hackshield voor de jeugd, voorlichtingsbijeenkomsten voor ouderen en ondernemers en bewustwordingscampagnes. In 2026 zetten we deze preventieve aanpak voort

Aan de prioriteiten uit het Integraal veiligheidsplan (IVP) zijn verschillende ambities gekoppeld. Deze ambities hebben onder andere betrekking op (verbeterde) integrale samenwerking met de partners, het verbeteren van onze informatiepositie en informatiegestuurd werken, het versterken van de weerbaarheid van inwoners, ondernemers en de gemeentelijke organisatie en het nog beter inzetten op (vroeg)signalering en preventie.

Aan het IVP zijn twee tweejarige uitvoeringsplannen integrale veiligheid gekoppeld. In de uitvoeringsplannen is concreet uitgewerkt welke activiteiten in welke periode worden uitgevoerd om de ambities zoals opgenomen in het IVP te behalen. Het IVP is tussentijds geëvalueerd en op basis daarvan is het tweede uitvoeringsplan integrale veiligheid voor 2025-2026 door het college vastgesteld. In 2026 gaan we verder met de uitvoering van dit plan. In 2027 moet een nieuw IVP voor de periode 2027-2030 worden vastgesteld. Hier gaan we in 2026 mee aan de slag. Tot slot wordt in 2026 weer een nieuw handhavingsuitvoeringsplan (HUP) vastgesteld voor de inzet van de Boa's. Het HUP is gekoppeld aan het IVP en de prioriteiten die daarin zijn opgenomen.

Beleid vergunningen, toezicht en handhaving (VTH)

Het VTH-beleidsplan is vatgesteld voor een periode van vier jaar (2024-2027) en schetst het kader waarbinnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp haar taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen het Omgevingsrecht, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten uitvoert. Net als in andere jaren, wordt ook voor 2026 een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Tevens wordt er verslag gedaan van de activiteiten in 2025 zijn uitgevoerd. In de VTH-uitvoeringsplannen worden jaarlijks de volumes van de uit te voeren werkzaamheden in relatie tot de capaciteit uitgewerkt. Ook worden op basis van deze plannen verbeteringen doorgevoerd op het gebied van toezicht en handhaving. Dit heeft een relatie met programma 1.

Leefbaarheid

Leefbaarheid en veiligheid worden door onze inwoners goed beoordeeld. Veiligheid scoort in de Integrale Veiligheidsmonitor 2024 (IVM) een 7.8 en in de Leefbaarheidsmonitor 2025 (LEMON) een 7.9. Het aspect Leefbaarheid wordt in de IVM door inwoners gewaardeerd met een 7.9 en het gemiddelde totaaloordeel in de LEMON scoort een 8.0. Deze scores zijn hetzelfde als bij de vorige onderzoeken en liggen hoger dan het landelijke gemiddelde.

Wijkmanagers versterken de leefbaarheid door buurtinitiatieven te ondersteunen en samenwerking tussen inwoners, netwerkpartners en gemeente te bevorderen. In 2026 wordt het netwerkoverleg Wijken die Werken voortgezet, sinds 2025 gecombineerd met het netwerk Eenzaamheid. Partners zoals politie, SBJ SamenSterk, woningcorporaties en maatschappelijke organisaties werken samen aan thema’s als bestaanszekerheid, gezondheid en kansengelijkheid. SBJ SamenSterk voert de ontwikkelagenda uit via activiteiten, plannen en het stimuleren van onderlinge hulp. In wijken als Pijnacker-Noord, Nootdorp Plan West en Emerald wordt extra ingezet op informele netwerken, zoals WhatsApp-groepen, Lief-en-leed straatjes en Voorzorgcirkels. De politie start met het project Bondgenoten en zet wijkagenten in met expertise op inclusie en laaggeletterdheid. Het beleidskader Wijken die Werken wordt in 2026 geëvalueerd.

Riolering

Het beheer en onderhoud van de riolering wordt uitgevoerd volgens het verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2022-2025 (vGRP), dat in 2025 inhoudelijk ongewijzigd is omgezet naar een Omgevingsprogramma riolering.  In dit programma staat hoe de gemeente omgaat met de verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater. Ook is de hoogte en de onderbouwing van de rioolheffing in dit programma opgenomen. Met de zorg voor de riolering wordt gewerkt aan de bescherming van de volksgezondheid, veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving en de bescherming van het milieu en natuur. Beleidsmatig gaan we in 2026 werken aan het Omgevingsprogramma Klimaatbestendige gemeente, waarin we het Omgevingsprogramma riolering (voorheen GRP) zullen opnemen.

In 2026 wordt de gefaseerde aanpak van de vervanging van de riolering in Klapwijk verder voortgezet. In 2026 gaan we verder met de renovatie van de drukriolering in het buitengebied. Met name het mechanische deel zal de komende jaren vervangen worden. Het gemaal van de Delftsestraatweg zal in 2026 naar de Merkusstraat verplaatst worden. Hier zijn financiële middelen voor beschikbaar. 

Ook blijft gemeente Pijnacker-Nootdorp het beheer en onderhoud van de gemalen in de gemeenten Delft en Leidschendam-Voorburg verzorgen conform Gemeenschappelijke regeling samenwerking gemalen en persleidingen stedelijk afvalwater. De samenwerking zal in 2026 worden geëvalueerd.

Milieubeheer

In 2025 is gestart met het omgevingsprogramma Leefkwaliteit, waarvoor de gemeenteraad een kaderstellende notitie heeft vastgesteld. Het omgevingsprogramma richt zich op een gezonde en veilige leefomgeving en zal in 2026 door het college worden vastgesteld. Naast de milieuthema’s zullen ook de fysieke aspecten van veiligheid (externe veiligheid, brandveiligheid en een veilige fysieke leefomgeving)  in het programma worden opgenomen. Een omgevingsprogamma is zelfbindend voor de gemeente. Voor een aantal onderwerpen is het gewenst dat deze de normen ook voor derden (bewoners, bedrijven, ontwikkelaars) gelden. Deze normen zullen daarom in het omgevingsplan worden opgenomen.

Eind 2027 zullen daartoe aangewezen wateren moeten voldoen aan de doelen uit de KaderRichtlijnWater (KRW). In Pijnacker-Nootdorp zijn twee wateren die onder de KRW vallen: de Pijnackerse Vaart en de bypass door de Zuidpolder van Delfgauw. Omdat alle oppervlaktewateren met elkaar in verbinding staan, is verbetering van waterkwaliteit in overige wateren ook nodig. Voor de glastuingebieden blijven we via het project Emissieloze kas samen met andere glastuinbouwgemeenten in de regio, de waterschappen, de sector en de omgevingsdienst werken aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit doen we via drie sporen: communicatie, kennisdeling en handhaving. Regionaal zijn hier middelen voor beschikbaar. 

Ook via het Netwerk Waterketen Delfland (een samenwerking van het Hoogheemraadschap van Delfland, de twaalf gemeenten in het gebied van Delfland, de provincie en de twee drinkwaterbedrijven) wordt aan waterkwaliteit gewerkt.

Afval

Het Nieuwe Inzamelen heeft geleid tot een daling van het aanbod van restafval tot 178 kg (fijn en grof) restafval per inwoner in 2023. De ingezette daling is gestagneerd in 2024 en in 2025 is de hoeveelheid restafval weer toegenomen. De landelijke gestelde doelen (100 kg restafval en 75% afvalscheiding) zijn nog niet binnen bereik.

Om restafval verder te verminderen is een trendbreuk nodig. De raad stelde in december 2023 de startnotitie vast en in februari 2025 verbetermaatregelen voor grondstofkwaliteit. De uitvoering begon in 2025 en loopt door in 2026. Ook is in 2025 de doorontwikkeling van het afvalbeleid opgesteld en ter besluitvorming aangeboden; dit wordt in 2026 uitgevoerd.

De onderstaande grafiek laat de omvang van het huishoudelijk restafval per inwoner in beeld gebracht (bron: waarstaatjegemeente.nl, 26 juni 2024).

Energietransitie

De energietransitie is volop in beweging, ondanks onzekerheden. Het isolatieprogramma loopt goed: ruim 700 aanvragen en meer dan 400 woningen geïsoleerd, wat leidt tot lager gasverbruik. In de glastuinbouw groeit de vraag naar hernieuwbare warmte, wat projecten versnelt. Ook neemt het gebruik van warmtepompen, airco’s, batterijen en zonne-energie toe.

De gemeente voert regie en ondersteunt via duurzaamheidscoaches, leningen, het isolatieprogramma en de ontwikkeling van warmtenetten. Landelijk groeit de opwek van hernieuwbare energie sterk, met momenten van overproductie. Hierdoor raakt het elektriciteitsnet overbelast. Voor de hele gemeente is netcongestie afgekondigd, wat beperkingen oplevert voor nieuwe grootverbruikers. Verzwaring van het netwerk is nodig, maar kost tijd. Tot die tijd benutten we het bestaande net zo efficiënt mogelijk.

Door gewijzigde wet- en regelgeving, maatregelen voor betaalbaarheid en de opkomst van netcongestie is het speelveld gewijzigd.  Deze wijzigingen maakten actualisatie van het Energietransitieplan in 2025 nodig.

In april 2025 heeft de raad ingestemd met het gebruik als inhoudelijk kader van concept –Energietransitieplan 2025 voor het Omgevingsprogramma Warmte. Dit plan houdt rekening met deze veranderende omstandigheden en is de basis voor het opstellen van het omgevingsprogramma Energie.

Om de doelstellingen uit het Energietransitieplan 2025 handen en voeten te geven, zijn er in het bijbehorende uitvoeringsprogramma vier sporen. Dit zijn:

  1. Samenleving aan de Slag; We stimuleren onze inwoners om energiebesparende maatregelen te nemen.

  2. Warmte; In de warmtetransitie hebben we een actieve, regisserende rol om te versnellen.

  3. Elektriciteit en mobiliteit; Het op wekken van energie en de toename van het gebruik vanelektriciteit heeft gevolgen voor het elektriciteitsnetwerk. Samen met Stedin werken we aan oplossingen om ons elektriciteitsnetwerk toekomstbestendig te maken. Te denken valt aan opslag, verzwaring van kabels en het plaatsen van nieuwe transformatorhuizen.

  4. Glastuinbouw; In de regio werken we samen in de warmte samenwerking Oostland enRegionale Energiestrategie.

Jaarlijks wordt de monitor energietransitie geactualiseerd en aan de raad aangeboden.