Hoofdlijnen van de financiële positie
Financiële begroting 2026 in één oogopslag
Saldo van baten en lasten
(bedragen x € 1.000) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
01 Ruimte en wonen | -2.484 | -1.834 | -2.070 | -2.654 |
02 Economie en glastuinbouw | 2.080 | -178 | -166 | -153 |
03 Mobiliteit | -8.349 | -8.947 | -9.287 | -9.458 |
04 Groen en recreatie | -7.531 | -7.694 | -7.924 | -8.120 |
05 Onderwijs en kinderopvang | -6.136 | -5.947 | -6.102 | -5.924 |
06 Collectieve voorzieningen | -15.946 | -14.902 | -15.350 | -16.180 |
07 Individuele voorzieningen | -39.037 | -38.344 | -37.713 | -37.751 |
08 Veiligheid en duurzaamheid | -7.415 | -6.451 | -6.863 | -6.685 |
09 Bestuur en dienstverlening | -6.086 | -6.001 | -5.999 | -5.997 |
Algemene dekkingsmiddelen | 87.070 | 85.981 | 80.619 | 79.267 |
Totaal saldo van baten en lasten | -3.834 | -4.317 | -10.855 | -13.655 |
Saldo van stortingen en onttrekkingen aan reserves
(bedragen x € 1.000) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
01 Ruimte en wonen | -945 | -953 | -673 | -78 |
02 Economie en glastuinbouw | -2.722 | |||
03 Mobiliteit | 334 | 308 | 348 | 348 |
04 Groen en recreatie | 70 | 70 | 60 | 60 |
05 Onderwijs en kinderopvang | 2.188 | 2.216 | 2.267 | 2.264 |
06 Collectieve voorzieningen | 1.797 | 884 | 1.126 | 1.126 |
07 Individuele voorzieningen | 715 | 75 | ||
08 Veiligheid en duurzaamheid | 633 | 131 | 94 | 42 |
09 Bestuur en dienstverlening | ||||
Algemene dekkingsmiddelen | 2.367 | 1.628 | 1.776 | 1.053 |
Totaal mutaties reserves | 4.437 | 4.359 | 4.998 | 4.815 |
Begrotingssaldo inclusief mutaties in reserves
Begrotingsresultaat (bedragen x € 1.000) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
603 | 42 | -5.857 | -8.840 |
Inclusief verwerking van de door het college voorgestelde aanvullende maatregelenpakket bedraagt het begrotingsresultaat 2026 € 0,6 miljoen voordelig. Ook in 2027 sluit de begroting met een positief resultaat. Vanaf 2028 laat de begroting een negatief verloop zien, respectievelijk van -€5,8 miljoen in 2028 en -€8,8 miljoen in 2029. Om de begroting in 2026 en 2027 sluitend en in evenwicht te krijgen heeft het college – naast de gepresenteerde maatregelen in de kadernota (toekomstbestendige gemeentefinanciën fase 2 (TBGF)) – nog een aantal aanvullende maatregelen moeten opvoeren. Deze worden verderop in deze paragraaf onder het kopje Financieel meerjarenperspectief Programmabegroting 2026 puntsgewijs toegelicht. Voor de tekorten vanaf 2028 gaat het college een separaat programma opstarten. De maatregelen die hierbij worden geïnventariseerd, worden in het voorjaar 2027 aangeboden aan de raad.
Toelichting op het begrotingsresultaat
De totstandkoming van het financieel meerjarenperspectief in de Programmabegroting 2026 ziet er als volgt uit:
Omschrijving (- = nadeel) (bedragen x € 1.000) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
1. Saldo primaire begroting 2026-2029 + aangenomen amendementen | -88 | -928 | -3.536 | -4.293 |
2. Mutaties Kadernota 2026 | -851 | -507 | -1.436 | -1.697 |
Saldo Kadernota 2026 (vastgesteld 15-07-2025, excl TBGF fase 2) | -939 | -1.435 | -4.972 | -5.990 |
3. Maatregelen toekomstbestendige gemeentefinanciën fase 2 | 774 | 1.383 | 1.423 | 1.433 |
4. Gevolgen Voorjaarsnota Rijk (meicirculaire) | 2.680 | 2.144 | 553 | 286 |
5.Bijstelling rentepositie | -2.050 | -2.558 | -3.270 | -4.162 |
6. Collegebesluiten, autonome en overige ontwikkelingen na KN2026 | 1.031 | 967 | 679 | 914 |
7. Kostenontwikkeling beheer openbare ruimte | -1.651 | -2.042 | -2.184 | -2.356 |
8. Aanvullende maatregelen toekomstbestendige gemeentefinanciën fase 3 | 758 | 1.583 | 1.914 | 1.034 |
Saldo begroting | 603 | 42 | -5.857 | -8.840 |
Het hier gepresenteerde saldo Kadernota 2026 betreft het saldo exclusief TBGF fase 2, zoals gepresenteerd in de Kadernota 2026. Deze wordt vervolgens onder punt 3 uitgewerkt.
Bovenstaande stappen worden hieronder vanaf het saldo Kadernota 2026 puntsgewijs toegelicht.
3. Maatregelen toekomstbestendige gemeentefinanciën fase 2 (TGBF)
In het verlengde van toekomstbestendige gemeentefinanciën fase 1, bij de Kadernota 2025, is een vergelijkbaar traject doorlopen naar de Kadernota 2026: toekomstbestendige gemeentefinanciën fase 2. Gezien de huidige negatieve meerjarenraming, 'claims' op de exploitatiebegroting, met de 'lucht uit de begroting' toenemende risico's in de begroting én onzekere externe factoren is voor deze fase wederom een set van mogelijke maatregelen opgesteld die moeten bijdragen aan een sluitende meerjarenbegroting. Deze maatregelen zijn in de Kadernota aan de raad voorgelegd en door de raad vastgesteld.
Bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Kostendekkende anterieure overeenkomsten bouwplannen | 75 | 75 | 75 | 75 |
Terugdringen beheerkosten strategisch vastgoed | 70 | 75 | 95 | 105 |
Besparen energiekosten Openbare verlichting | 100 | 180 | 180 | 180 |
Verhogen toeristenbelasting | 350 | 350 | 350 | 350 |
Kostendekkende leges bouwvergunning | 25 | 45 | 45 | |
Besparing Citymarketing | 10 | 10 | 10 | |
Stopzetten beheer bewaakte fietsenstallingen | 159 | 159 | 159 | 159 |
Besparing opvang wilde dieren | 4 | 4 | 4 | |
OZB 3% woningen in 2027 | 279 | 279 | 279 | |
OZB 3% niet-woningen in 2027 | 129 | 129 | 129 | |
Stopzetten Rotterdampas | 20 | 20 | 20 | 20 |
Verkenning van kaasschaaf op 5% van alle advies en diensten derden | 77 | 77 | 77 | |
Subtotaal | 774 | 1.383 | 1.423 | 1.433 |
Tussenstand GR'en | 288 | 145 | 145 | 145 |
Totaal cf. KN'26 | 1.062 | 1.528 | 1.568 | 1.578 |
De stand van zaken voor de taakstelling GR'en was een tussenstand ten tijde van de Kadernota 2026. In de begroting is deze NIET verwerkt, maar de definitieve GR-begrotingen. De mutaties daarvan zijn meegenomen onder "Collegebesluiten, autonome en overige ontwikkelingen na opstellen KN2026".
Met betrekking tot budget voor de opvang van wilde dieren heeft de raad bij de vaststelling van de kadernota 2026 besloten het budget voor de opvang van wilde dieren vanaf 2029 structureel te verlagen met € 4.000 en dit budget voor 2027, 2028 en 2029 te onttrekken aan de algemene reserve. Zie amendement 10 juli 2025: ”Het budget voor de opvang van wilde dieren vanaf 2029 structureel te verlagen met € 4.000 en dit budget voor 2027, 2028 en 2029 te onttrekken aan de algemene reserve”.
4. Gevolgen Voorjaarsnota Rijk (meicirculaire)
Ten tijde van het opstellen van de Kadernota 2026 waren de Voorjaarsnota Rijk (meicirculaire) en de uitwerking hiervan op de inkomsten uit het gemeentefonds nog niet bekend. Begin juli heeft het college de raad op hoofdlijnen geïnformeerd over de uitkomsten van de meicirculaire en de effecten daarvan op onze begroting (zaaknummer: 1592484).
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
inkomsten AU 2025 | 2.449 | 1.080 | -1.936 | 1.580 |
Aanpassing stelposten | 1.021 | 687 | 230 | -4.340 |
Reservering en verwerking in budgetten | -790 | 377 | 2.260 | 3.046 |
Totaal mutaties meicirculaire | 2.680 | 2.144 | 554 | 286 |
5. Bijstelling rentepositie
De neerwaartse renteontwikkeling sinds de begroting 2025 en het teruglopende saldo op de rekening courant leiden – zoals in de Kadernota 2026 al aangekondigd – tot een neerwaartse bijstelling van de verwachte rentebaten. Naar verwachting vallen de rentebaten in 2029 ruim € 4,1 miljoen lager uit.
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Bijstelling rentepositie | -2.050 | -2.558 | -3.270 | -4.162 |
6. Collegebesluiten, autonome ontwikkelingen en overige ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2026
Collegebesluiten, autonome ontwikkelingen en overige ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2026 nader toegelicht:
Omschrijving (- = nadeel) (bedragen x € 1.000) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
VRH bijstelling bijdrage | 196 | 184 | 64 | 64 |
Actualisatie grexen: herziening per 1-7-2025 | 385 | 373 | 386 | 388 |
Actualisatie bijdrage MRDH | 15 | 15 | 15 | 15 |
Actualisatie kosten naturalisatie | -6 | -6 | -6 | -6 |
Actualisatie stelpost | -20 | -20 | -20 | -20 |
Actualisatie kapitaallasten | -115 | -115 | -115 | -115 |
Actualisatie bijdrage ODH | 37 | 37 | 37 | 37 |
Actualisatie overhead | 289 | 289 | 289 | 289 |
Actualisatie belastingen en heffingen | 218 | 202 | 100 | 446 |
Actualisatie personeelsbegroting | 131 | 8 | 8 | 8 |
Actualisatie renteomslag naar 0,5% | -99 | 0 | -79 | -192 |
Totaal gevolgen | 1.031 | 967 | 679 | 914 |
7. Kostenontwikkeling beheer openbare ruimte
Begin september heeft het college de raad aanvullend geïnformeerd over het totaalbeeld van de stijging van de kosten voor het beheer van de openbare ruimte (zaaknummer: 1602157). Het totaalbeeld laat zien dat wij voor een grote opgave staan in het beheer van de openbare ruimte, dat het dagelijks onderhoud van wegen, groen, spelen en andere voorzieningen raakt. Voor de korte termijn zien we substantiële tekorten ontstaan, optellend tot 1,6 miljoen euro in 2026. Op de langere termijn lopen de kosten verder op. Op basis van inspecties, landelijke richtlijnen en kengetallen is de volgende inschatting gemaakt van de kosten om het beheer van wegen en groen op kwaliteitsniveau B te handhaven:
Tekorten bij beeldkwaliteit B | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Wegen inclusief straatreiniging | -1.156 | -1.171 | -1.186 | -1.201 |
Openbaar groen | -495 | -535 | -580 | -620 |
Overig | -336 | -418 | -535 | |
TOTAAL | -1.651 | -2.042 | -2.184 | -2.356 |
Naast de verwachte tekorten voor wegen (inclusief straatreiniging) en openbaar groen zijn er verwachte tekorten voor andere beheeronderdelen (spelen, buitensport, water, beschoeing, reacreatie, baggeren, openbare verlichting en VRI en civiele kunstwerken). In 2027 gaat het om €336.000, in 2028 om €418.000 en in 2029 €535.000.
8. Aanvullende maatregelen toekomstbestendige gemeentefinanciën 3
Het uitgangspunt van het college om de raad een begroting aan te bieden waarbij in ieder geval de jaren 2026 en 2027 sluitend zijn, maakten het met dit cijferbeeld noodzakelijk in de begroting 2026 aanvullende maatregelen op te nemen voor 2026 en 2027.
Onderstaande tabel toont het pakket met aanvullende maatregelen die het college in het kader van de toekomstbestendige gemeentefinanciën fase 3 (TBGF 3) aan de raad voorstelt:
Besparingsmaatregelen | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
Structurele maatregelen: | ||||
Afbouw Integraal veiligheidsplan | 30 | 30 | 30 | |
Post onvoorzien | 73 | 73 | 73 | 73 |
20% afbouw flexibele schil Burgerzaken | 35 | 37 | 39 | 41 |
Huurverhoging huurders alle gemeentelijke accomodaties | 100 | 100 | 100 | |
Subtotaal structureel | 108 | 240 | 242 | 244 |
Incidentele maatregelen: | ||||
Overbrugging 2026 beheer openbare ruimte | 500 | |||
Niet invullen vacatureruimte twee fte BOA's | 150 | 150 | ||
Sturen op oplevering Sociaal Cultureel Centrum in 2028 i.p.v. 2027 (kapitaallasten) | 19 | 344 | -2 | |
Sturen op oplevering Sociaal Cultureel Centrum in 2028 i.p.v. 2027 (exploitatie lasten) | 191 | 534 | ||
Uitstellen investering Kerkweg met één jaar | 47 | |||
Aframing personele begroting | 145 | |||
Subtotaal incidenteel | 650 | 552 | 878 | -2 |
Totaal besparingsmaatregelen | 758 | 792 | 1.120 | 242 |
OZB verhoging overeenkomstig aan besparingstotaal 2027 | 792 | 792 | 792 | |
Totaal maatregelen TBGF 3 | 758 | 1.583 | 1.912 | 1.034 |
Afbouw Integraal veiligheidsplan
Het betreft hier een structurele korting van 30K op het totale budget van 190K. We zien mogelijkheden om op de gebieden van preventieve voorlichting, onderzoeken en software bepaalde thema’s en onderwerpen te combineren, zodat we op die manier kunnen besparen. Daarnaast zijn er voor bepaalde geprioriteerde thema’s uit het Integraal veiligheidsplan ook verschillende subsidies vanuit het rijk voor voorlichting beschikbaar waar we gebruik van (kunnen) maken. Voor een zorgvuldige implementatie is het voorstel om de korting per 2027 in te voeren.
Post onvoorzien
Conform het BBV dient de gemeentelijke begroting een post onvoorzien te hebben. De omvang van deze post is aan de gemeenten. Op basis van de hoogte van de Algemene Reserve (hoog genoeg om onvoorziene zaken op te vangen) en de (kwalitatieve) benutting van de post onvoorzien de afgelopen jaren, is het voorstel de post terug te brengen van €103.000 naar €30.000, wat overeenkomt met +€0,50 per inwoner.
20% afbouw flexibele schil Burgerzaken
Tot en met 2024 werkten we in het callcenter alleen met inhuurkrachten. Er is gekozen om in 2025 met 'eigen' mensen te gaan werken, aangevuld met nog twee inhuurdiensten. De afbouw van 20% is structureel vanaf 2026, maar alleen van toepassing op de inhuur. Het te besparen bedrag neemt toe als gevolg van indexering.
Huurverhoging huurders alle gemeentelijke accommodaties
De totale jaarlijkse huurinkomsten van de gemeentelijke voorzieningen bedragen circa € 2,5 miljoen. Het college stelt een taakstellende huurverhoging, bovenop de reguliere indexatie, voor van € 100.000 aan huurders van onze gemeentelijke accommodaties op basis van het gehanteerde profijtbeginsel. Dat betekent een aanpassing van de tarieven met gemiddeld 4%. Wat dit voor iedere individuele huurder betekent moet verder worden uitgezocht. Mede omdat er sprake kan zijn van doorlopende huurafspraken. De huurverhoging wordt daarom ook pas vanaf 2027 voorgesteld.
Overbrugging 2026 beheer openbare ruimte
De tekorten op de disciplines wegen en openbaar groen zijn verwerkt in de begroting 2026, waarbij voor 2026 een eenmalige reductie is opgenomen op het beheer van de openbare ruimte van €500.000. Ter overbrugging verwachten we daarmee, met de beschikbare budgetten, ons onderhoudsniveau in 2026 in ieder geval op de door de raad vastgestelde beeldkwaliteit (B) te kunnen onderhouden. In de eerste helft van 2026 worden de beheerplannen wegen en groen tegelijkertijd aan de raad ter vaststelling aangeboden. Dit is het moment dat er keuzes gemaakt kunnen worden in de beeldkwaliteit en wat het het beheer van ons openbaar groen en onze wegen mag kosten.
Niet invullen vacatureruimte twee fte BOA’s
Vanuit het Handhavingsuitvoeringsplan BOA’s 2023 is er nog vacatureruimte voor twee fte BOA’s (oorspronkelijke gedekt uit stelpost Enecogelden). Door deze moeilijk vervulbare vacatures nu tijdelijk voor twee jaar niet open te zetten en in te vullen ontstaat tijdelijk financiële begrotingsruimte van €150.000 in 2026 en 2027.
Sturen op oplevering Sociaal Cultureel Centrum in 2028 i.p.v. 2027
Oplevering van het Sociaal Cultureel Centrum (SCC) in 2028 ipv 2027 heeft een tijdelijk financieel effect op zowel de exploitatielasten als de kapitaallasten in 2027 en 2028. Hiermee gaat de belasting van de Eneco stelpost en de begroting door het Sociaal Cultureel Centrum (SCC) pas spelen vanaf 2029. De totale begrote exploitatielasten van het SCC zijn circa 1,5 miljoen per jaar. Hiervan wordt €537.000 gefinancierd vanuit de stelpost Enecogelden. Het andere deel van de begrote exploitatielasten à €527.000 komt ten laste van de begroting. De overige jaarlijkse afschrijvingslasten à €436.000 worden gedekt uit een bestemmingsreserve afschrijvingslasten SCC en hebben geen invloed op het begrotingssaldo.
Uitstellen investering in Kerkweg met één jaar
In 2026 worden diverse infrastructurele veiligheidsmaatregelen uitgevoerd waaronder het project Kerkweg/Veenweg. Het definitieve ontwerp moet nog worden opgesteld. De uitvoering staat gepland voor 2026. Het voorstel is om de uitvoering te temporiseren en te sturen op oplevering in 2027.
Aframing personele begroting
Het college stelt een éénmalige incidentele aframing van de P-begroting voor in 2027 van €145.000.
Verhoging OZB overeenkomstig aan besparingstotaal 2027
Het college stelt voor om een even groot bedrag aan OZB in te zetten als het besparingstotaal in 2027 om zo kostenbesparingen en lastenverzwaring in evenwicht te brengen. Ten opzichte van het (generieke) kortingspercentage waar het Rijk mee rekent op de algemene uitkering van het gemeentefonds voor de lokale belastingcapaciteit zijn de OZB-percentages bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp laag. Op totaalniveau is dit, op basis van de cijfers van 2025, meer dan 30% lager. In de begroting 2025 zijn de OZB-opbrengsten ca. € 12,5 miljoen, terwijl de opbrengst met toepassing van de generieke percentages ca. € 16,5 miljoen zou zijn.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Bij de bepaling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp is uitgegaan van onder andere de volgende maatstafgegevens:
Aantallen per 1 januari | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Aantal inwoners | 58.648 | 59.180 | 59.713 | 59.713 |
Aantal inwoners jonger < 18 jaar | 13.293 | 13.303 | 13.323 | 13.356 |
Aantal bijstandontvangers | 535 | 565 | 595 | 625 |
Aantal woonruimten | 23.024 | 23.184 | 23.344 | 23.504 |
Aantal personen met een migratieachtergrond | 8.995 | 9.214 | 9.427 | 9.636 |
Op basis van deze maatstafgegevens is Pijnacker-Nootdorp een zogeheten nadeel-gemeente in de nieuwe verdeling van het gemeentefonds die per 2027 verder zal worden geeffectueerd. Dit betekent dat Pijnacker-Nootdorp minder geld per inwoner krijgt (in jaarlijks stappen van circa € 0,9 miljoen oplopend tot circa €7,5 miljoen in 2035). Dit zet druk op de begroting. De verwachte inkomsten algemene uitkering uit het gemeentefonds bedragen:
Bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Inkomsten uit meicirculaire 2025 | 96.760 | 99.898 | 100.876 | 104.392 |
De hoogte van de raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp voor de periode 2026-2029 is gebaseerd op informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2025.
Stelpost Enecogelden
Met het door de raad vastgesteld beleidsplan 'Investeringsplanning- en financieringsplan 2020-2025' is bij de Kadernota 2021 besloten een deel van de opbrengst uit de aandelen Eneco in te zetten om binnen de begroting structureel ruimte te creeëren. Deze ruimte wordt in deze meerjarenbegroting apart gepresenteerd als stelpost 'Enecogelden'. Aan de raad worden voorstellen voorgelegd voor aanwending van deze stelpost. Als de stelpost Enecogelden niet wordt ingezet valt dit jaarlijks vrij bij de jaarrekening als positieve bijdrage aan het saldo.
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Begrote beginstand per 01/01 | 163 | - | - | - |
Besluiten | ||||
Gemeentelijk ganzenbeheerplan | -121 | |||
Jongerenontmoetingsplekken | -10 | |||
Stand per einde jaar | 31 | - | - | - |
In het investeringsplan 2020-2025 is (afgerond) € 1,7 miljoen structurele begrotingsruimte ontstaan. Dit bedrag is gelabeld als stelpost ‘Eneco-gelden’. Deze middelen zijn conform bovenstaande tabel ingezet. Met de reeds genomen besluiten waarbij dekking uit de stelpost Eneco-gelden is toegepast is deze stelpost per 2027 volledig ingezet.
Structureel en reëel sluitende Begroting 2026
De Provincie Zuid-Holland stelt als toezichthouder de eis dat de meerjarenbegroting sluitend is of dat de begroting van het komend jaar structureel en reëel sluitend is om in aanmerking te komen voor repressief toezicht. Om de begroting reëel sluitend te maken, dienen de incidentele baten en lasten te worden gecorrigeerd op het totaal saldo van baten en lasten van de Begroting 2026.
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2026 | |
|---|---|---|
Saldo van de begroting 2026 inclusief incidentele baten en lasten | 603 | |
Hierin opgenomen incidentele baten | -7.975 | |
Hierin opgenomen incidentele lasten | 8.862 | |
887 | ||
Saldo begroting 2026 gecorrigeerd voor incidentele baten en lasten | 1.490 |
Na correctie van de incidentele baten en lasten vertoont het totaal saldo van baten en lasten van de Begroting 2026 een positief saldo van € 1.490.000, waarmee wordt voldaan aan de eis van de toezichthouder. Een compleet overzicht in tabelvorm van de incidentele baten en lasten treft u aan in onderdeel C. ‘De financiële begroting’.
Mutaties in de Algemene reserve
Algemene reserve
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Beginstand per 01/01 | 53.461 | 57.595 | 58.594 | 53.301 |
Begrotingssaldo | 603 | 42 | -5.857 | -8.840 |
GrExen: winstuitname | 4.168 | 1.053 | 774 | 179 |
Jaarlijks saldo strategisch vastgoed | 133 | 133 | 133 | 133 |
Rentelasten | -157 | -157 | -157 | -157 |
VpB 25% belasting over winstuitkeringen | -587 | -69 | -182 | -182 |
Storting reserve FLO Brandweer | -26 | - | - | - |
Amendement KN'26: Wildopvang | - | -4 | -4 | -4 |
Stand per einde jaar | 57.595 | 58.594 | 53.301 | 44.429 |
De komende jaren worden zowel bedragen toegevoegd als onttrokken aan de algemene reserve.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de gemeente financieel sterk genoeg is om onverwachte tegenvallers of risico's op te vangen, zonder dat dit direct gevolgen heeft voor de uitvoering van het beleid of voor het voorzieningenniveau.
Verloop van de algemene reserve Bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Weerstandscapaciteit per 01/01 | 53.461 | 57.595 | 58.594 | 53.301 |
Mutaties in de algemene reserve | 3.531 | 956 | 564 | -31 |
Begrotingssaldo | 603 | 42 | -5.857 | -8.840 |
Weerstandscapaciteit per 31/12 | 57.595 | 58.594 | 53.301 | 44.429 |
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 17,0 miljoen. De ratio weerstandsvermogen wordt dan ook (meerjarig) gebaseerd op deze benodigde weerstandscapaciteit.
Verloop ratio weerstandsvermogen | 2026 | 2026 | 2027 | 2028 |
|---|---|---|---|---|
A. Weerstandscapaciteit per 31/12 | 57.595 | 58.594 | 53.301 | 44.429 |
B. Benodigde weerstandscapaciteit | 17.027 | 17.027 | 17.027 | 17.027 |
C. Ratio weerstandsvermogen = A/B | 3,38 | 3,44 | 3,13 | 2,61 |
Het benodigde weerstandsvermogen is geactualiseerd (inclusief actualisatie Grondexploitaties per 01-07-2025) conform de in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2014 opgenomen systematiek en wordt voor alle jaren gekwalificeerd als ‘uitstekend’.
Schuldpositie
Samengevat zijn er drie kasstromen die de schuldomvang beïnvloeden:
In- en uitgaande geldstroom in het kader van de realisatie van begrotingsprogramma’s (exploitatie en onderhoud);
In- en uitgaande geldstroom van investeringen (grondexploitaties en aanleg van voorzieningen zoals wegen en scholen);
In- en uitgaande geldstroom als gevolg van het aangaan van schulden (financiering).
De totale schuld wordt dus hoger of lager door het geheel van positieve en negatieve kasstromen in de exploitatie, de investeringen en de financiering. De verschillende kasstromen en de schuld van de gemeente ontwikkelt zich in grote lijnen als volgt:
Bedragen x € 1.000 (- = negatieve kasstroom) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Kasstroom saldo exploitatie/onderhoud | ||||
Kasstroom saldo investeringen/grondexploitaties | -44.437 | -27.628 | -13.705 | -9.639 |
Kasstroom saldo rentebaten -/- rentelasten | -737 | -285 | 550 | 1.281 |
Mutatie netto schuld | -45.174 | -27.913 | -13.155 | -8.358 |
Schuldomvang
In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe de totale schuldomvang zich ontwikkelt op grond van de huidige meerjarenbegroting, de actualisatie van de grondexploitaties per 1-7-2025 en de investeringsplanning.
Bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Verwachte vordering rekening courant "Schatkistbankieren" per 01/01 | 45.189 | 140 | 11.685 | 16.023 |
Nieuwe leningportefeuille | 10.000 | 50.000 | 31.000 | 35.000 |
Aflossing leningportefeuille | -9.875 | -9.542 | -7.508 | -5.508 |
Aflossing nieuwe leningportefeuille | - | -1.000 | -6.000 | -7.100 |
Mutatie netto schuld | -45.174 | -27.913 | -13.155 | -8.358 |
Verwachte vordering rekening courant "Schatkistbankieren" per 31/12 | 140 | 11.685 | 16.023 | 30.057 |
De VNG spreekt van houdbare gemeentefinanciën als een gemeente ook bij een scenario met economisch slecht weer (met tegenvallende rijksinkomsten, lagere grondverkopen en stijgende rentepercentages) genoeg geld overhoudt om aan de schuldverplichtingen te kunnen voldoen, zonder dat de noodzakelijke publieke voorzieningen daarbij in de knel komen. In deze benadering is alleen sturen op baten en lasten niet genoeg. Hiervoor is ook inzicht in de geldstromen en de hoogte van de schuld nodig. Voor houdbare gemeentefinanciën moet de toename van de schulden in verhouding blijven met de jaarlijkse inkomsten van een gemeente. Stijgende rentelasten geven extra druk op de exploitatie. Als de exploitatie geen ruimte biedt, moet er meer worden geleend. Dat veroorzaakt meer rentelasten en zo ontstaat een negatieve spiraal. Met andere woorden: het is belangrijk om in de gaten te houden hoeveel ruimte er binnen de begroting is om bestaande schulden af te lossen.
Verwachte hoogte van de leningenportefeuille
De leningenportefeuille lange termijn bedraagt op 1 januari 2026 ruim € 45 miljoen en neemt de komende jaren af met € 32 miljoen tot ruim € 13 miljoen eind 2029. Deze afname is gebaseerd op het aflossingsschema dat met de geldverstrekkers contractueel is afgesproken. Vanaf 2027 is de verwachting dat het financieringsoverschot om zou slaan naar een financieringstekort en daarom zijn nieuwe leningen begroot inclusief de verwachte aflossingen. Een uitgebreid toelichting is opgenomen in de paragraaf Financiering.
