Stand van zaken en vooruitblik
Bestuur
Verder in verbinding
De raad van Pijnacker-Nootdorp heeft op 24 april 2018 het Hoofdlijnenakkoord 2018-2022 “Verder in verbinding; iedereen doet mee en woont prettig in een duurzaam en veilig Pijnacker-Nootdorp” vastgesteld. De ambities en afspraken die opgenomen zijn in het Hoofdlijnenakkoord, zijn in september 2018 door het college uitgewerkt in een Uitvoeringsagenda, waarin staat voor welke aanpak wordt gekozen om tot resultaten te komen. Halverwege de raadsperiode, in 2020, hebben college en raad samen de balans opgemaakt via een midterm review. De midterm review liet zien, dat verreweg de meeste van de in 2018 gemaakte afspraken tussen raad en college, voor de eerste helft van de bestuursperiode waren nagekomen. De geleverde inspanningen hebben geresulteerd in een reeks startnotities, gevolgd door diverse beleidsnota’s en bijbehorende uitvoeringsprogramma’s.
Raad en college waren het er over eens om het resterende deel van de bestuursperiode voornamelijk te gebruiken voor de implementatie van nieuw vastgesteld beleid en de realisatie of afronding van de maatregelen uit de diverse vastgestelde uitvoeringsprogramma’s. Meer nog dan aan het begin van de bestuursperiode was de uitdaging daarbij om financieel gezond te blijven en in verbinding te zijn, niet in de laatste plaats als gevolg van de coronacrisis.
‘In verbinding’ was en is voor raad en college het centrale thema in deze bestuursperiode, waarmee bedoeld wordt dat de inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en raad vanuit partnerschap en co-creatie betrokken worden. De raad ziet voor zichzelf, als het om de bestuursstijl ‘Verder in verbinding’ gaat, met name een verantwoordelijkheid in de relatie met het college én in de relatie met de samenleving.
Het college ziet met name een rol in het versterken van de verbinding met de samenleving én de raad.

In maart 2022 zijn er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen en ronden we deze raadsperiode af met een evaluatie van het Uitvoeringsprogramma 2018-2022, dat in 2020 bijgewerkt is naar aanleiding van de midtermreview. De evaluatie deelt het college in het eerste kwartaal van 2022 met de raad, zodat de raad dit voor de verkiezingen kan agenderen. Na de gemeenteraadsverkiezingen krijgt de nieuwe raad een overdrachtsdocument aangeboden. Dit document helpt de raad om, naast de politieke ambities van de verschillende raadsfracties, rekening te houden met ontwikkelingen die op de gemeente afkomen, de financiële staat van de gemeente en dilemma’s of opgaven waarmee de nieuwe raad te maken gaat krijgen.
Financieel Gezond - Verantwoord ambitieus
Wij gaan voorzichtig en verantwoord om met gemeenschapsgeld, zoals ook staat aangegeven in het Hoofdlijnenakkoord 2018-2022. Eerst moet duidelijk zijn dat ergens geld voor is, voordat we besluiten het uit te geven. Het uitgangspunt is dat de meerjarenraming voor alle jaren sluitend is. Wanneer tekorten dreigen, staan in de begroting maatregelen om dat te voorkomen. Onze ambitie is om de lokale lasten voor onze inwoners en ondernemers zo laag mogelijk te houden.
Wij zijn in de laatste fase van de uitvoering van de uitvoeringsagenda 2018 - 2022 ‘Verder in verbinding’. Vanuit de midterm review zijn ambities herijkt waaruit blijkt wat we het komende jaar doen om verder invulling te geven aan het raadsbrede hoofdlijnenakkoord. Het resterende deel van deze bestuursperiode zal met name worden gebruikt voor de implementatie van het nieuwe beleid en de realisatie van de maatregelen uit de diverse uitvoeringsprogramma’s. Naast de realisatie van onze ambities zijn de uitdagingen om financieel gezond te blijven en in verbinding te zijn met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties.
In de Kadernota 2021 is voor de periode 2022-2025 geen sluitende begroting gepresenteerd. Vanwege onze ambities, de genoemde ontwikkelingen, het meerjarenperspectief en de aanwezige risico’s worden in de begroting 2022 voorstellen gedaan om de begroting 2022 en verder sluitend te maken. Dat maakt dat we uit blijven gaan van het realiseren van de voorgenomen ambities, maar altijd op een wijze die financieel verantwoord is. Het meerjarenperspectief in de programmabegroting 2022 is daarmee wederom sluitend.
Ondanks dat we behoedzaam en zorgvuldig zijn, zetten we in op doen wat afgesproken is. We investeren in de samenleving en leggen een solide basis voor de komende jaren. We houden de financiële risico's, zoals de effecten van de herverdeling van het gemeentefonds, goed in de gaten.
Samenwerkingsverbanden
Voor onderwerpen die de gemeentegrenzen overschrijden werken we samen in regioverband. Belangrijkste motieven voor regionale samenwerking zijn, dat het leven van onze inwoners niet stopt bij de gemeentegrenzen en om de krachten te bundelen: samen staan we sterker. Op sommige onderdelen is het wettelijk verplicht, zoals bij participatie in de arbeidsmarktregio. Sommige samenwerkingsverbanden zijn vrijwillig in de vorm van een gemeenschappelijke regeling (GR), zoals de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), waarin 23 gemeenten samenwerken op het gebied van bereikbaarheid en economisch vestigingsklimaat. Elke nieuwe bestuursperiode (eens in de vier jaar) stelt het bestuur van de MRDH een regionale strategische agenda vast, van waaruit de regionale vraagstukken worden opgepakt.
In juli 2019 heeft het algemeen bestuur van de MRDH de Strategische Agenda ‘Samen aan het werk’ vastgesteld, die nog het hele jaar 2022 van kracht zal zijn en het kader vormt voor de MRDH begroting 2022.
Rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft, worden verbonden partijen genoemd. Dit geldt voor de Veiligheidsregio Haaglanden, maar bijvoorbeeld ook voor de GGD en Veilig Thuis Haaglanden, de Bank Nederlandse Gemeenten en het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden, waar het regionaal inkopen en contracteren van jeugdhulp centraal staat. Een volledig overzicht is te vinden in de paragraaf Verbonden Partijen. Voor andere samenwerkingsverbanden is er een convenant of een platform voor overleg of afstemming, zoals de Warmte samenwerking Oostland, de Strategische Samenwerking Middengebied (Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Zoetermeer) en de H6 samenwerking ten behoeve van Wmo voorzieningen. Ontwikkelingen volgen elkaar snel op en het is belangrijk deze goed te monitoren en continu hierop onze inzet en ons handelingsperspectief af te stemmen. Met de geactualiseerde Netwerkstrategie ruimtelijk domein en de Netwerkstrategie sociaal domein heeft het college focus aangebracht in de voor Pijnacker-Nootdorp belangrijke opgaven.
Dienstverlening
Onze dienstverlening laat zich zien als een dynamisch proces dat zich constant aanpast aan de eisen van de tijd. Dit betekent dat wij onze dienstverlening continu aanpassen aan wat de inwoner en de samenleving nodig heeft. Dat doen we door middel van een integraal programma, waarin wij digitalisering en dienstverlening in relatie tot elkaar doorontwikkelen.
Dienstverlening en digitalisering
Hoe klanten onze dienstverlening ervaren wordt bepaald vanaf het allereerste contactmoment. Een succesvolle digitale gemeentelijke dienstverlening is hierbij essentieel. Wij meten de kwaliteit van onze online gemeentelijke dienstverlening van veelvoorkomende producten en de digitale volwassenheid om aan inwoners en ondernemers inzicht te geven in deze scores.
In het laatste onderzoek (2018) nam onze gemeente van de 380 gemeenten in Nederland de 16e positie in bij digitale volwassenheid voor inwoners en de 32e positie bij digitale volwassenheid voor ondernemers. De score van 7,03 lag iets boven het gemiddelde van Nederland (6,95). Hier mogen we met recht trots op zijn, maar onze ambitie gaat verder.
Doorontwikkelen van de digitale dienstverlening
De visie op (digitale) dienstverlening geeft richting aan de beoogde ontwikkeling. De vier belangrijkste ontwikkelingen zijn:
Verbeteren van de informatieveiligheid;
Verbeteren van de privacybescherming;
Vergroten van het aanbod van digitale dienstverlening en stimuleren van het gebruik daarvan;
Integreren van gegevensverzamelingen en gegevensstromen om zowel de klantgerichtheid als het niveau van dienstverlening te vergroten.
Digitale technologie maakt een belangrijk deel uit van ons dagelijkse leven. Wij spelen daar in onze dienstverlening op in. De klantbeleving staat hoog op onze agenda. Informatie wordt digitaal in het gehele werkproces verwerkt. Wat niet digitaal is wordt digitaal gemaakt, zodat workflow analyse van informatie toegepast kan worden. De verschillende kanalen zijn met elkaar verbonden. Daardoor bestaat een goed beeld welke kanalen inwoners, organisatie en ondernemers gebruiken. De inrichting van de dienstverleningskanalen en -processen worden voortdurend gemonitord en verbeterd. Onze nieuwe website is daar een voorbeeld van. Ons doel is de digitale dienstverlening klantgericht te versterken en maatwerk te bieden waar nodig, ook in de vorm van persoonlijk contact.
Wij zien ons geconfronteerd met twee relevante nieuwe wetten die actie van ons vragen. De Wet Open Overheid en de Wet Digitale Overheid. De Wet Open Overheid zal gefasserd in werking treden in 2022 en is gericht op een transparante en betrouwbare overheid. Met de wet worden de besluitvormingsprocessen van lokale overheden en de inrichting van de informatiehuishouding in brede zin, technisch en qua databeheer en -kwaliteit geraakt. Onze systemen moeten hierop worden ingericht en gekoppeld worden met een landelijk platform voor overheidsinformatie om data te ontsluiten. De Wet digitale overheid is gericht op verdere digitalisering van de overheid. Het wetsvoorstel legt de basis voor die verdere digitalisering, regulering van de digitale overheid en de generieke digitale voorzieningen in een gemeenschappelijke infrastructuur van de overheid.
Digitalisering zal steeds sneller gaan. Deze trends en ontwikkelingen werken ook door in gemeentelijke processen. Hierbij is het belangrijk dat onze inwoners erop kunnen vertrouwen dat de overheid zorgvuldig met hun gegevens omgaat. Door het digitaal uitwisselen van data nemen risico’s op datalekken toe. Daarom werken we aan een zo goed mogelijke informatiebeveiliging en privacybescherming. Sinds de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming in 2018, zijn wij ook verplicht om aan te kunnen tonen passende organisatorische en technische maatregelen genomen te hebben ten aanzien van privacybescherming. We analyseren hoe we risico’s kleiner kunnen maken en hoe we een juiste balans kunnen vinden tussen beveiliging en bescherming aan de ene kant en voldoende kwaliteit en slagkracht in uitvoeringsprocessen aan de andere kant.