Stand van zaken en vooruitblik

Algemeen

Met de Oostelijke Randweg en de Komkommerweg is de hoofdwegeninfrastructuur in onze gemeente compleet. De aandacht van het programma Mobiliteit richt zich daarom steeds meer op het verduur­zamen van de bereikbaarheid. Het accent ligt om die reden op schone vervoersmiddelen, zoals de fiets en het openbaar vervoer. De komende jaren werken we de ambities voor de fiets (zoals neergelegd in het Fietsplan) uit in concrete projecten. Het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren wij onder meer door aantrekkelijke stationsgebieden te realiseren.

Verkeer en wegen

Beheer

Het beheer van onze wegen, openbare verlichting en civiele kunstwerken, is een doorlopende activiteit die wij ook in 2022 continueren. Het Beheerplan Wegen loopt in 2021 af en wordt daarom in 2022 geactualiseerd. In dit Beheerplan worden de onderhoudsmaatregelen voor de komende vier jaar opgenomen voor een veilig en kwalitatief goed wegennetwerk.

Auto

Jaarlijkse monitoren we het verkeer op de belangrijkste gemeentelijke wegen. Uit verkeerstellingen van 2020 en de eerste helft van 2021 blijkt dat er door de coronamaatregelen veel minder auto’s op de weg waren.
Op gemeentelijke wegen waren er gemiddeld 15% minder auto's dan in 2019, op provinciale wegen 30% minder. In de eerste helft van 2021 zien we wel weer een lichte stijging van het verkeer. De verwachting is dat door de versoepeling van maatregelen de stijging in de tweede helft van 2021 doorzet, maar onder het oude niveau blijft. Het thuiswerken zal voorlopig een invloed hebben op het autoverkeer. Er zijn geen structurele capaciteitsknelpunten op het wegennet.

In de eerste helft van 2021 was de Vlielandseweg, wegens onderhoud en reconstructie, voor ruim een half jaar afgesloten. Het verkeer werd omgeleid via de Zijdeweg, N470 en Klapwijkseweg. In die periode is ook gewerkt aan de Tuindersweg voor een nieuwe aansluiting Tuindershof, is op de Klapwijkseweg het kruispunt met de Monnikenweg veiliger gemaakt en heeft de provincie nog uitgestelde onderhoudswerkzaamheden aan de N470 afgerond.

Werkzaamheden worden met de wegbeheerders op regionaal niveau afgestemd in het zogenaamde Melvin systeem. Deze kaart met wegwerkzaamheden is ook voor hulpdiensten en inwoners beschikbaar.
Doel is de bereikbaarheid te bewaken door omleidingsroutes in te stellen en deze vrij te houden van andere werkzaamheden. Bij langdurige werkzaamheden is bijna niet te voorkomen dat er meer wegen tegelijk afgesloten zijn. In die gevallen wordt altijd een afweging gemaakt van de impact op het verkeer en de mogelijkheden voor uitstel. In Pijnacker konden de wegen het omgeleide verkeer over het algemeen goed verwerken. Natuurlijk is het wegennet wel kwetsbaar als belangrijke wegen afgesloten zijn.
Problemen waren er vooral in de eerste dagen in de gewenningsperiode, bij incidenten zoals een stilstaande vrachtwagen op de Oostlaan en als gevolg van uitgestelde werkzaamheden op de N470. Hulpdiensten waren altijd op de hoogte van de afsluitingen en calamiteitenroutes. We constateren ook dat niet iedereen zich houdt aan de aangegeven omleidingsroutes. In Ackerswoude is met de bewoners vinger aan de pols gehouden voor overlast van sluipverkeer.

Onze (hoofdwegen)wegenstructuur is op zichzelf in orde, maar we ervaren een knelpunt in het glastuinbouwgebied Pijnacker West. Hier moet het vrachtverkeer gebruik maken van de smalle Noordeindseweg. Dit is geen ideale situatie voor de leefbaarheid in het gebied. Een verlengde Komkommerweg draagt bij aan de veiligheid van de fietsers op de Rijskade en biedt het vrachtverkeer een betere verbinding naar de N470. Nadat de raad een afweging heeft gemaakt over de eventuele realisatie van deze verbinding en het beschikbaar stellen van budget hiervoor, volgt in 2022 de verdere planvorming.

Daarnaast hebben de Komkommerweg en Zijdeweg invloed op het verkeer. Het verkeer wordt beter gespreid. Het vrachtverkeer voor de bedrijventerreinen en glastuinbouw hoeft niet meer door de kernen. Wegen als Europalaan en Vlielandseweg krijgen daardoor weer ruimte voor de geplande nieuwbouw.
Op andere wegen zoals de Westlaan zal het verkeer toenemen, maar binnen de verwachte ontwikkelingen in de bestemmingsplannen. Door ontwikkelingen zoals de verstedelijkingsopgave, kan de situatie veranderen. Daarom blijven wij ook in 2022 de verkeersdruk monitoren om zo vroegtijdig eventuele knelpunten te signaleren.

Voor onze inwoners en ondernemers is het van belang, dat ook het omliggende (provinciale)wegennet op orde is. De provincie heeft de afgelopen jaren diverse verbeteringen aan de N470 doorgevoerd om de verkeersveiligheid en de doorstroming te bevorderen. De verwachting is dat deze maatregelen effect sorteren. Maar duidelijkheid hierover ontbreekt op dit moment omdat de provincie nog niet over de benodigde gegevens beschikt.

Fiets

De gemeente beschikt over een uitgebreid fietspadennetwerk. In 2021 is het fietspad langs de Vlielandseweg geasfalteerd en is de aansluiting van de Monnikenweg op de Klapwijkseweg herzien, waarbij de fietser op de Klapwijkseweg een veiligere plek heeft gekregen.
De Noordeindseweg is nu een 30 km/u-weg en daarmee in overeenstemming met de aanwezige menging van gemotoriseerd verkeer, fietsers en voetgangers. Tevens is een start gemaakt met de versteviging van de dijk waarop het Hazepad ligt. Dit fietspad wordt in 2022 of 2023 opnieuw aangelegd.

Het fietsgebruik en de opmars van de elektrische fiets zet door. Fietspaden worden drukker en snelheidsverschillen groter. Om een antwoord te kunnen geven op deze toenemende populariteit van de fiets en beter te kunnen sturen op de (elektrische) fiets als duurzaam en veilig alternatief voor de auto, is in 2020 gestart met het opstellen van een nieuw Fietsplan. Dit plan is in 2021 aan de raad voorgelegd. In 2022 worden de eerste projecten uit dit Fietsplan opgestart.

Ook bovenlokaal speelt de (elektrische) fiets een steeds grotere rol als alternatief voor de auto bij (woon-werk)verplaatsingen tussen de 7,5 en 15 km. De MRDH wil daarom het metropolitane fietsnetwerk versterken met snelle en aantrekkelijke routes tussen de woonkernen en economische kerngebieden.
Met de MRDH en buurgemeenten zijn twee samenwerkingsovereenkomsten getekend voor de realisatie van twee hoogwaardige brede snelfietsroutes: Den Haag-Nootdorp-Pijnacker-Berkel-Rotterdam en Delft-Ruyven-Lansingerland-Rotterdam (inclusief nieuwe brug A13). 2022 zal worden benut voor de verdere uitwerking van de routes.

Een verkeersveilige gemeente

We willen ervoor zorgen dat het verkeer veilig is en blijft. Daarom richten we onze woonwijken, woonerven en wegen ‘duurzaam veilig’ in. Daarmee ligt er een verkeersveilige infrastructuur. In 2020 waren er in Pijnacker-Nootdorp 159 ongevallen waarvan 70 met gewonden. Dit is - net als elders in Nederland - flink lager dan in 2019 (215 ongevallen, waarvan 96 met gewonden). Door de coronamaatregelen was er minder verkeer op de weg en nam de kans op ongevallen af. Ook in 2021 zal het aantal ongevallen daardoor naar verwachting lager zijn. De verwachting is wel dat door de versoepeling van de coronamaatregelen de verkeersdrukte en daardoor de ongevallenkans weer toeneemt. De gemeente werkt daarom verder aan verbetering van de verkeersveiligheid door uitvoering van de Uitvoeringsagenda Verkeersveiligheid:

  • In 2021 hebben we de Vlielandseweg en het kruispunt Klapwijkseweg/Monnikenweg veiliger ingericht.

  • We hebben in 2021 maatregelen getroffen om rotondes duidelijker en veiliger te maken.

  • We onderzoeken de verkeersveiligheid van de Kerkweg in Nootdorp. Resultaat verwachten we in 2022.

  • Verkeersveiligheid is een belangrijk thema in het Fietsplan.

  • Bewoners en gemeente zijn in gesprek om de S-bocht Delftsestraatweg verkeersveiliger te maken. Eind 2020 is het eerste schetsontwerp voor een nieuwe inrichting gepresenteerd aan bewoners. De reacties van bewoners zijn aanleiding om een aantal (technische) aspecten nader te onderzoeken. De raad wordt over de stand van zaken op de hoogte gehouden. Besluitvorming over vervolgstappen is afhankelijk van de uitkomsten van de onderzoeken.

  • In 2022 gaan we het kruispunt Katwijkerlaan/Nieuwkoopseweg en het kruispunt Katwijkerlaan/Reesloot veiliger maken.

  • Als onderdeel van het groot wijkonderhoud verbeteren we de verkeersveiligheid in Klapwijk en Koningshof.

  • We stimuleren voortdurend basis- en middelbare scholen om gebruik te maken van verkeersveiligheidsprogramma’s, zoals School op Seef en Verkeerslokaal onder andere door inzet van een verkeersleerkracht. En we stimuleren verkeersveilig gedrag van weggebruikers met zichtbare verkeersveiligheidscampagnes langs de weg en in de media.

Schoon vervoer

Zuinige en stille elektrische auto’s leveren een belangrijke bijdrage aan schoner vervoer en daarmee aan duurzame mobiliteit. Steeds meer mensen gaan elektrisch rijden. In 2020 zijn er 14 nieuwe laadpalen op aanvraag geplaatst. Halverwege 2021 zijn dit er al 22.

In 2021 hebben we een visie op laadinfrastructuur opgesteld. In mei 2021 is een nieuwe concessieovereenkomst met ENGIE Infra & Mobility geslote voor de plaatsing van laadpalen. In 2022 geven we uitvoering aan de visie en de nieuwe concessie. Omdat de vraag naar laadpalen toeneemt, gaan wij in 2022 ook op eigen initiatief op strategische plekken laadpalen plaatsen.

P+R-parkeren als onderdeel van gebiedsontwikkelingen Heron en Centrumlijn

Reizigers maken veel gebruik van de P+R-terreinen bij onze RandstadRailstations. De P+R-parkeerterreinen Nootdorp en Heron maken respectievelijk deel uit van de ontwikkeling van bedrijvenpark Heron en de woningbouwontwikkeling op de Centrumlijn. Bij beide ontwikkeingen is het P+R-parkeren onderdeel van een bredere (keten)aanpak. De gedachte daarbij is, dat reizen met het openbaar vervoer aantrekkelijker wordt, als de reiziger geen hindernissen ondervindt bij zijn deur tot deur-reis. Reizigers moeten het station snel en comfortabel met de fiets of lopend kunnen bereiken. Er moeten daarbij voldoende (bewaakte) stallingsmogelijkheden aanwezig zijn. En voor hen die van ver komen, moeten voldoende P+R-plekken aanwezig zijn. Het station zelf moet goed onderhouden zijn. Aanvullende voorzieningen kunnen daarbij de aantrekkelijkheid van de stationsgebieden - en daarmee het gebruik- verder versterken. Op basis van deze uitgangspunten worden de plannen voor deze gebieden in 2022 verder uitgewerkt. De ambitie daarbij is om mobiliteitshubs te ontwikkelen waar de reiziger ook extra voorzieningen heeft, bijvoorbeeld in de vorm van een aanbod aan deelmobiliteit, lockers en een wifizone.

Parkeren

Over het algemeen is er voldoende parkeergelegenheid in de gemeente. In sommige straten is de parkeerdruk hoog, maar in de nabije omgeving is er altijd nog parkeergelegenheid. In 2022 vindt een (nachtelijk) parkeeronderzoek plaats om een actueel beeld hierop te hebben. In de visie duurzame mobiliteit hebben we vastgesteld dat een parkeerplaats voor de deur geen vanzelfsprekendheid meer hoeft te zijn.
Een loopafstand van 250 meter vinden we acceptabel. Deze afstand hanteren we ook voor het faciliteren van openbare laadpalen voor inwoners die elektrisch willen gaan rijden. In lijn met de visie duurzame mobiliteit, mag het opladen van elektrische auto’s ten koste gaan van parkeervakken voor overige auto’s. Dit stimuleert bewoners om bewust na te denken over autobezit en gebruik te maken van de fiets of openbaar vervoer of mogelijkheden om auto’s te delen.

Voor nieuwe ontwikkelingen hanteert de gemeente de nota Parkeernormen om voldoende parkeergelegenheid beschikbaar te hebben. In 2021 zijn de parkeernormen van deze nota technisch herzien op basis van kencijfers van het landelijk kennisinstituut voor infrastructuur CROW. Met een paraplu-bestemmingsplan worden deze normen in 2022 in de gehele gemeente van kracht.

Met deze nota, kan de parkeerbehoefte op relatief eenvoudige wijze worden bepaald. Er zijn echter verschillende ontwikkelingen die aanleiding geven om in 2022 te starten met de actualisatie van het parkeerbeleid:

  • De toegenomen waardering van groen. Uit de Omgevingsvisie blijkt dat onze inwoners groen als een grote waarde zien in hun leefomgeving. Dit leidt tot de vraag of het huidige parkeerbeleid nog aansluit op de ambities van de Omgevingsvisie.

  • De opkomst van deelmobiliteit. We willen nagaan of nieuwe mobilieitsvormen effect hebben op de parkeerbehoefte. En zo ja, hoe deze te vertalen in het nieuwe parkeerbeleid.

  • De ontwikkeling van nieuwe woongebieden. Deze woongebieden moet worden ingericht. We moeten daarom ook nadenken over de rol die parkeren hierbij vervult.

  • De toenemende populariteit van de (elektrische) fiets. De fiets is van groot belang voor duurzame mobilieit. We willen bij actualisatie recht doen aan dit belang door ook normen voor fietsparkeren op te nemen.

  • De noodzaak van uitbreiding van de woningvoorraad. De ervaring leert dat parkeernormen van invloed zijn op de financiële en ruimtelijke haalbaarheid van woningbouwontwikkkelingen. Bij de actualisatie gaan we na of meer maatwerk op dit vlak mogeijk is door bijvoorbeeld rekening te houden met de plek van de ontwikkeling (al dan niet dichtbij openbaar vervoervoorzieningen), de leefstijl van de nieuwe bewoners en het aanbod aan deelmobilieit. Ook onderzoeken wij of parkeerregulering kan bijdragen aan de optimalisatie van de parkeerbehoefte.

Openbaar vervoer

De gemeente heeft een goed dekkend netwerk aan openbaarvervoersvoorzieningen naar het omliggend stedelijk gebied met de E-lijn, diverse buslijnen en tramlijn 15. De buurtbus zorgt voor de verbinding tussen de kernen. Sinds het uitbreken van de coronapandemie in 2020 is het openbaar vervoer in zwaar weer terecht gekomen. Ook in 2021 zijn de gevolgen nog steeds ingrijpend. In juni 2021 zijn de reizigersaantallen gehalveerd ten opzichte van 2019.

De MRDH heeft in maart 2021 het Transitieprogramma OV en Corona vastgesteld. Dit programma bevat een fors pakket aan bezuinigingsmaatregelen. Er is gesneden in lijnen en frequenties en de inzet op sociale veiligheid is verminderd. Voor onze gemeente zijn de maatregelen relatief beperkt gebleven.
De ingebruikname van de keervoorziening is uitgesteld en de frequentie van buslijn 455 is verminderd naar vier ritten per uur.

Het Kennisinstituut Mobiliteitsbeleid (KiM) verwacht dat het ov-gebruik in 2022 6 tot 14% onder het niveau van 2019 ligt. Het Rijk heeft finaciële steun toegezegd tot september 2022. De steun wordt afgebouwd naarmate er meer reizigers terugkeren in het openbaar vervoer. De MRDH en de openbaarvervoer bedrijven zetten zich hiervoor ook in, voor de korte termijn met reclame-campagnes. En voor de langere termijn met maatregelen die het openbaar vervoer aantrekkelijker moeten maken. Zoals bijvoorbeeld met de invoering van een nieuwe betaalwijze en het treffen van infrastructurele maatregelen om de reistijd van tram en bus te verkorten. Het is van groot belang dat de reizigersaantallen weer op het oude (pré-corona)niveau terugkomen. Extra bezuinigingen kunnen aan de orde zijn, indien dit niet het geval is. De MRDH en de gemeenten houden de ontwikkelingen ook in 2022 nauwlettend in de gaten, zodat er tijdig kan worden bijgestuurd.

In 2021 is vanuit het Nationaal Groeifonds € 1 miljard euro toegezegd als bijdrage aan de verbetering van het openbaar vervoer-netwerk in de regio. De MRDH is van plan om deze bijdrage onder meer te gebruiken voor de verbetering van het samenloopdeel van de E-lijn en de lijnen 3 en 4. Hierme kan in 2028 de frequentie van de E-lijn omhoog naar 12 ritten per uur. Deze plannen worden in 2022 verder uitgewerkt.