Stand van zaken en vooruitblik

Crisisbeheersing en brandweer

De volgende maatregelen en activiteiten op het gebied van de fysieke veiligheid zijn gestart en deels al in uitvoering die in 2022 wordt voortgezet:

  • In het meerjarenbeleidsplan 2020-2024 van de brandweer richt de brandweer zich op drie pijlers: energietransitie (en de gevolgen hiervan voor brandveiligheid), verdichting (en gevolgen hiervan voor bereikbaarheid voor de brandweer) en duurzame inzetbaarheid.

  • De ingezette lijn ten aanzien van zelfredzaamheid op het gebied van brandveiligheid wordt voortgezet. Inmiddels zijn in onze gemeente vier zogenoemde ‘brandweerambassadeurs’ actief. Dit zijn door de brandweer opgeleide bewoners, die voorlichting aan huis geven over brandveiligheid.

  • In regionaal verband wordt gewerkt aan een nieuw plan Bevolkingszorg, waarmee de gemeentelijke crisisorganisatie beter en breder is toegerust op allerlei calamiteiten.

  • Samen met de GHOR en zorgaanbieders wordt in regioverband aan een aanpak gewerkt, waardoor bij calamiteiten beter de zorg aan zelfstandig wonende minder zelfredzame personen geregeld kan worden.

Openbare orde en veiligheid

Doelen en prioriteiten op het gebied van openbare orde en veiligheid zijn vastgelegd in het Integraal Veiligheidsplan 2018-2022. De prioriteiten zijn:

  • Veilige en leefbare wijken en kernen.

  • Verminderen van (jeugd)overlast, alcohol- en drugsgebruik.

  • Tegengaan van ondermijning.

Elke twee jaar stellen we een Uitvoeringsplan Integrale veiligheid op met concrete maatregelen en activiteiten. Begin 2022 wordt er een nieuw Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid door het college vastgesteld. Naast het Integraal Veiligheidsplan 2018-2022 beschikken we ook over de Beleidsnota Toezicht en Handhaving 2018-2022. We maken elk jaar een Handhavingsuitvoeringsprogramma.

In 2021 heeft de gemeenteraad besloten het huidige Integraal Veiligheidsplan te verlengen tot 1 januari 2023. Daardoor kan het participatietraject voor het nieuwe veiligheidsplan worden doorlopen met de nieuwe gemeenteraad, die na de verkiezingen is aangesteld voor dezelfde periode als waarin het te actualiseren Integraal Veiligheidsplan loopt.

1. Veilige en leefbare wijken en kernen

In het algemeen doet onze gemeente het goed op het gebied van veiligheid. In 2020 is het aantal diefstallen uit woningen uitgekomen op 1,3 per 1.000 inwoners, waarmee de dalende tendens van voorgaande jaren is doorgezet. De komende jaren blijven we werken aan het verminderen en voorkomen van woninginbraken. Dat doen we onder meer door middel van het ondersteunen van BuurtWhatsApp-groepen, wijktoezicht en het Donkere Dagen Offensief.

Het aantal vernielingen en beschadigingen in de openbare ruimte is in Pijnacker-Nootdorp stijgt de laatste jaren steeds licht van 2,6 in 2018 naar 3,3 in 2019 naar 3,5 per 1.000 inwoners in 2020. Deze stijging is ook landelijk te zien (5,4 in 2018, 5,6 in 2019 en 6.2 in 2020).

Het aantal geweldsmisdrijven is na een jarenlange daling in 2020 voor het eerst gestegen (van 2,8 per 1.000 inwoners in 2018, 2,5 in 2019, naar 3,1 in 2020). Dit is ruim lager dan het landelijk gemiddelde (4,6). Aangezien het om kleine getallen gaat, zou dit ook heel goed door een of enkele incidenten veroorzaakt kunnen worden.

Het aantal winkeldiefstallen in 2020 komt uit op 1,4 per 1000 inwoners.

2. Verminderen (jeugd)overlast, alcohol- en drugsgebruik

We zijn positief over de ontwikkeling van de jeugd in onze gemeente. Er is een klein aantal jongeren dat voor overlast zorgt. Het aantal meldingen van jeugdoverlast fluctueert. Het aantal verwijzingen naar Halt is in 2020 ten opzichte van voorgaande jaren gestegen (van gemiddeld 7-8 doorverwijzingen per 1000 inwoners in voorgaande jaren naar 14 in 2020). Een mogelijke verklaring is dat jongeren door de coronamaatregelen weinig andere mogelijkheden voor ontmoeting hadden, naast zich ophouden in de openbare ruimte. Omdat iedereen thuis was/werkte viel dat ook meer op. Met het jeugd- en jongerenwerk en de driemensschappen (jongerenwerker, wijkmanager en wijkagent) blijven we werken aan het terugdringen van de overlast. In 2020 is ook extra ingezet gepleegd door jongerenwerkers, politie en BOA’s op dit onderwerp.

Meldingen jeugdoverlast

2014

2015

2016

2017

2018

273

311

286

351

278

Als gevolg van de coronamaatregelen (sluiting scholen, horeca en sportverenigingen) zijn in 2020 geen preventieve en/of handhavende acties uitgevoerd om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen.
Wel is er extra aandacht geweest voor het terugdringen van (overlast door) gebruik van lachgas.
De APV is op dit aspect aangepast, zodat handhaving mogelijk is. Politie, BOA’s en jeugd- en jongerenwerk hebben extra inzet op dit onderwerp gepleegd.

3. Tegengaan van ondermijning

Bij ondermijning gaat het om verschillende vormen van criminaliteit. Deze criminaliteitsvormen hebben als overeen­komst dat boven- en onderwereld zich op een manier vermengen, waarbij de fundamenten van de rechtsstaat worden aangetast. Het gevaar van ondermijning is dat het vertrouwen van de samenleving in reguliere instanties verdwijnt. We werken aan een structurele aanpak om ondermijning tegen te gaan.
Dat doen we op drie manieren, namelijk door bewustwording, door informatie te verzamelen en te delen en door gebruik te maken van beleid, regelgeving en vergunningen, toezicht en handhaving. Er is een ondermijningsbeeld voor de gemeente opgesteld en een weerbaarheidsscan. Op basis hiervan wordt een plan van aanpak voor de komende jaren opgesteld.

Riolering

Het beheer en onderhoud van de riolering wordt uitgevoerd volgens het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2018-2021. In het GRP staat hoe de wettelijke zorgplicht wordt ingevuld, die de gemeente heeft voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het huidige GRP wordt in 2022 geactualiseerd.

In het GRP wordt ook de reden en de hoogte van de rioolheffing uitgelegd. Met de zorg voor riolering wordt gewerkt aan bescherming van de volksgezondheid, veiligheid en kwaliteit van de leefomge­ving en bescherming van het milieu en de natuur.

In de afvalwaterketen wordt samengewerkt met het Netwerk Wa­terketen Delfland (NWD). Dat is een netwerkorgani­satie van de gemeenten en drinkwaterbedrijven die rondom onze gemeente liggen.

Sinds 2020 verzorgt de gemeente Pijnacker-Nootdorp, als centrumgemeente van de Gemeenschappelijke regeling samenwerking gemalen en persleidingen stedelijk afvalwater, het beheer en onderhoud van de gemalen in de gemeenten Delft en Leidschendam-Voorburg.

Afval

Bij de uitvoering van de huisvuilinzameling is overgegaan naar het concept Omgekeerd Inzamelen.
Bij Omgekeerd Inzamelen staat de inzameling van grondstoffen centraal: "Van afval naar grondstof!”.
We willen bereiken dat ten minste 75% van de grondstoffen uit huisvuil wordt hergebruikt. Of dat er maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar is.

In 2021 is het project afgerond om Het Nieuwe Inzamelen gemeentebreed in te voeren. In 2022 worden de resultaten van de afvalscheiding gevolgd en wordt bijgestuurd waar nodig.

Voor de aanpak van overlast door het bijzetten van (grof) afval gebruiken we een hotspot-benade­ring. Hotspots worden volgens een plan gecontroleerd. Alle betrokkenen (handhaving, servicebedrijf en Avalex) werken samen aan het terugdringen van de overlast. Mensen die afval buiten de containers zetten, krijgen (indien traceerbaar) een boete. Samen met Avalex zorgen we ervoor dat dit afval ook weer snel wordt opgeruimd.

Energietransitie

Ambitie en beleid

We willen dat Pijnacker-Nootdorp in 2050 een energieneutrale gemeente is. Daarvoor is beleid gemaakt (2016) voor de komende tien à vijftien jaar. Dit beleid is vastgelegd in de thematische structuurvisie Duurzame Energie en Energieneutraliteit en de Bodemenergievisie.

Als uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord 2018-2022 heeft de raad in februari 2019 de startnotitie Energietransitieplan vastgesteld. Dit plan biedt inzicht op welke wijze we de ambitie van energieneutraliteit willen bereiken. Het Energietransitieplan geeft invulling aan de marsroute naar 2050, waarin de acties staan die nodig zijn om in 2050 een energieneutrale gemeente te zijn. Het energietransitieplan bestaat uit een drietal deelproducten, de energiemix, het participatieplan en de energietransitievisie.

De eerste twee onderdelen, energiemix en participatieplan, zijn al eerder door de raad behandeld. Het concept Energietransitieplan is in het 2e kwartaal van 2021 besproken in de raad en vrijgegeven voor inspraak. Na het ontvangen en verwerken van reacties zal het Energietransitieplan in de 2e helft van 2021 ter besluitvorming aangeboden worden. De uitgangspunten van de energiemix zijn ook gebruikt in het proces van totstandkoming van de Regionale Energie Strategie 1.0 (RES 1.0) en de concept Omgevingsvisie. Deze producten komen qua uitgangspunten dus met elkaar overeen. Tegelijkertijd met het aanbieden van het energietransitieplan zal een uitvoeringsprogramma aangeboden worden. Dit uitvoeringsprogramma is een praktische vertaling van de opgaven uit de plan. Met andere woorden een werkprogramma voor de jaren 2022 e.v..

Voor 2020 was het doel dat het aandeel hernieuwbare energie 15% moest zijn. Bij hernieuwbare energie gaat het om elektriciteit en warmte. In 2019 was de opgewekte hernieuwbare energie 9,3% van het totale energieverbruik in onze gemeente. Dit ligt hoger dan het landelijk gemiddelde (8,5%). Pas in de loop van 2021 krijgen we inzicht in de resultaten over 2020. Op het moment van het opstellen van deze begroting, waren die cijfers nog niet bekend.

Hernieuwbare elektriciteit wordt opgewekt uit zon, wind, water­kracht of biomassa. Onze gemeente scoorde in 2019 met hernieuwbare elektriciteit 5,2%. Dat is lager dan het landelijke gemiddelde van 20,1%. Door het grote verbruik van de glastuinbouw scoort onze gemeente lager dan gemiddeld. Hernieuw­bare elektriciteit komt in onze gemeente vooral uit zonne-energie. In onze gemeente wordt geen hernieuwbare energie opgewekt door wind.

De productie van duurzame elektriciteit met behulp van zonne-energie is in 2019 met 53% gestegen ten opzichte van 2018. In 2019 werd 6,1% van het gemeentelijke elektriciteitsverbruik opgewekt met zonnepanelen. Dit is 1,5% van het totale energieverbruik van de gemeente.

Hernieuwbare warmte wordt opgewekt uit onder meer verbranding van afval, biomassa, Warmte Koude Opslag (WKO) en aardwarmte. Het aandeel opgewekte hernieuwbare warmte kwam in 2019 voor onze gemeente uit op 10,6% tegen 6,4% landelijk.

Uitvoering

We werken op verschillenden fronten aan de energietransitie. Het betreft onder andere:

  • We stimuleren onze inwoners om energiemaatregelen te nemen. Hiervoor kunnen ze bij de gemeente energieadvies krijgen en gebruik maken van de duurzaamheidslening om zulke maatregelen uit te financieren. De voorwaarden van de gemeentelijke duurzaamheidslening zijn gunstig. Inwoners kunnen de rente van de lening betalen met de besparing die de energiemaatregelen opleveren.

  • De gemeente heeft met succes een aanvraag gedaan voor de subsidieregeling Regeling Reductie Energieverbruik. In totaal is ongeveer € 667.000 beschikbaar voor inwoners van de gemeente om te besteden aan energiebesparende maatregelen. De gemeente is hiervoor een samenwerking aangegaan met de WoonWijzerWinkel. Door middel van een vouchercode kan korting verkregen worden op artikelen.

  • In 2018 is de Warmte Samenwerking Oostland van start gegaan. Dat is een samenwerking van onze gemeente, de gemeenten Lansingerland, Zuidplas en Waddinxveen en LTO Glaskracht. Warmte Samenwerking Oostland organiseert de warmtevraag in het Oostland. Met deze samenwerking geven we de ontwikkeling van een regionaal warmtenetwerk met voeding door lokale bronnen een impuls. In 2019 is een eerste verkenning opgesteld voor Oostland en Pijnacker-West. Er is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor Regio Ypenburg/Nootdorp/Noukoop-Balijade. De warmtevraag in de regio is echter niet volledig op te vangen met alleen lokale bronnen. Restwarmte uit de Rotterdamse haven is nodig als ondersteuning. Om deze reden richt de WSO zich ook op het ministerie van EZK en de Gasunie om een aansluiting op de zogeheten Leiding door het Midden te realiseren.

  • De 23 MRDH-gemeenten, vier waterschappen en de provincie werken sinds 2018 aan een Regionale Energiestrategie (RES). Deze energiestrategie is een instrument om op basis van de Klimaatakkoorddoelen gezamenlijk te komen tot keuzes voor de opwekking van duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde opslag en energie infrastructuur. In de raadscyclus van mei 2021 is de RES 1.0 behandeld en goedgekeurd. Bijna alle deelnemende organisaties zijn akkoord gegaan en de RES is opgestuurd naar het Nationaal Programma RES. In RES MRDH verband wordt nu gewerkt aan een nadere uitwerking van de uitgangspunten zoals die geformuleerd zijn in de RES 1.0. De gemeente is hier ook nauw bij betrokken.

  • De gemeente heeft een aanvraag voor een bijdrage gedaan en toegekend gekregen voor Klapwijk in het kader van het landelijke Programma Aardgasvrije Wijken. Door de herinrichting van de wijk in het kader van klimaatbestendig Klapwijk te combineren met de aanleg van een warmtenet kan de hele wijk relatief eenvoudig van het gas af worden gehaald. In totaal is ongeveer € 7,5 miljoen beschikbaar gesteld door het Rijk voor dit project.