Hoofdlijnen van de financiële positie
Financieel kader
In dit deel gaan we in op de vraag hoe de gemeente haar inkomsten verkrijgt om de inhoudelijke doelen te realiseren. Grofweg zijn de Algemene uitkering, grondexploitaties en de opbrengsten uit belastingen en heffingen de grootste inkomstenbronnen. In grafiekvorm ziet de verdeling er in procenten als volgt uit.
Woningbouwprognose 2022-2025
In de cijfers van de Kadernota 2021 zijn de woningbouwprognoses geactualiseerd. Deze geven geen aanleiding om deze prognose bij de Programmabegroting 2022 te herzien. Voor de komende vier jaren wordt rekening gehouden met een gemiddeld aantal op te leveren woningen van 400 stuks per jaar.
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is voor Pijnacker-Nootdorp de grootste bron van inkomsten. De hoogte van deze uitkering wordt bepaald op basis van objectieve verdeelmaatstaven zoals bijvoorbeeld het aantal inwoners, de (sociale) samenstelling van de bevolking en het aantal woonruimten. Bij de bepaling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp is uitgegaan van onder andere de volgende maatstafgegevens:
Aantallen per 1 januari | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Inwoners | 56.696 | 57.696 | 58.696 | 59.696 |
Inwoners: jongeren < 18 jaar | 13.319 | 13.318 | 13.309 | 13.292 |
Inwoners: ouderen > 64 jaar | 8.815 | 9.164 | 9.520 | 9.883 |
Huishoudens | 22.051 | 22.440 | 22.829 | 23.218 |
Minderheden | 4.423 | 4.501 | 4.579 | 4.657 |
Algemene uitkering in de begroting 2022-2025
De hoogte van de raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp voor de periode 2022-2025 is gebaseerd op informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2021 van het ministerie van BZK en aanvullende informatie over compensatie voor de toegenomen jeugdzorgkosten. De verwachte inkomsten algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp bedragen:
(bedragen X € 1.000) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
inkomsten uit meicirculaire 2021 | 68.480 | 70.045 | 71.898 | 74.335 |
compensatie jeugdzorgkosten (stelpost met ingang van 2023) | 3.900 | 2.400 | 2.200 | 2.000 |
Totaal inkomsten algemene uitkering | 72.380 | 72.445 | 74.098 | 76.335 |
Een uitgebreide toelichting op de mutaties van de algemene uitkering vanuit het Gemeentefonds is opgenomen in onderdeel Algemene dekkingsmiddelen, overhead, VpB en onvoorzien.
Heffingen, belastingen en leges
Een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente Pijnacker-Nootdorp bestaat uit lokale heffingen en belastingen. Deze lokale heffingen worden opgebracht door de inwoners en bedrijven van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De gemeente Pijnacker-Nootdorp kent de volgende gemeentelijke belastingen, heffingen en retributies: OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing, leges omgevingsvergunningen, leges burgerzaken, hondenbelasting en toeristenbelasting. Een nadere toelichting op de lokale heffingen wordt gegeven in de paragraaf ‘Lokale heffingen’.
Financieel Perspectief
In de Kadernota 2021 zijn de financiële mutaties als gevolg van onder andere de autonome ontwikkelingen, algemene uitkering, prijs- en areaalindexatie, het sociaal domein en de investeringsplanning en renteresultaat in beeld gebracht. Na vaststelling van de Kadernota d.d. 9 juli 2021 zijn deze mutaties verwerkt in de Programmabegroting 2022. Het meerjarig begrotingssaldo is hieronder in tabelvorm opgenomen en wordt daarna per onderdeel afzonderlijk toegelicht.
Samenvatting
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
1. Saldo primaire begroting 2021 | 400 | 321 | 241 | 197 |
2. Mutaties Kadernota 2021 | -1.841 | -1.539 | -1.676 | -1.705 |
Saldo Kadernota 2021 | -1.441 | -1.218 | -1.435 | -1.508 |
3. Meicirculaire 2021 en nadere invulling van de gevolgen | 435 | 167 | -92 | -228 |
4. Actualisatie belastingen, heffingen en areaal | -226 | -226 | -272 | -261 |
5. Gevolgen P-begroting (incl. raad en college) en gevolgen overhead | -109 | 441 | 441 | 441 |
6. Herziening kapitaallasten en renteomslag | 220 | 185 | 257 | 359 |
7. Collegebesluiten, autonome en overige ontwikkelingen na opstellen KN2021 | -1.070 | -953 | -995 | -900 |
8. Bezuinigingen | 1.165 | 1.321 | 1.423 | 1.318 |
9. Compensatie jeugdzorg | 3.900 | 2.400 | 2.200 | 2.000 |
Saldo begroting | 2.874 | 2.117 | 1.527 | 1.221 |
Het financiële overzicht is als volgt opgebouwd:
Als beginpunt het saldo van de primaire begroting 2021
Financiële mutaties zoals opgenomen in de Kadernota 2021
Onderdeel 1 is uitgebreid toegelicht in de Programmabegroting 2021 en onderdeel 2 is toegelicht in de Kadernota 2021 en wordt daarom niet in deze programmabegroting herhaald. De onderstaande gegevens zijn mutaties na vaststelling van de Kadernota 2021 en worden wel toegelicht.
Meicirculaire 2021 en nadere invulling van de gevolgen
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Accres | -389 | -692 | -965 | -1.022 |
Uitkeringsbasis | 962 | 1.006 | 1.020 | 944 |
Ruimte BCF plafond | 170 | 170 | 170 | 170 |
Overig | -112 | -100 | -80 | -59 |
Reserveringen | -196 | -217 | -237 | -261 |
Totaal gevolgen | 435 | 167 | -92 | -228 |
Meicirculaire 2021
Op 31 mei 2021 is de meicirculaire 2021 inzake de algemene uitkering uit het gemeentefonds gepubliceerd door het Ministerie van BZK. Op 29 juni jl. is de gemeente per brief geïnformeerd over extra middelen als compensatie voor de stijgende jeugdzorgkosten. De financiële gevolgen van beide stukken zijn toegelicht in raadsinformatienota's.
Nadere invulling
In de Kadernota 2021 is de basis bepaald voor de opbrengsten algemene uitkering uit het gemeentefonds over de periode 2022-2025. Voor de Begroting 2022 zijn deze aangepast met de informatie zoals die door het ministerie van BZK gepubliceerd is in de meicirculaire 2021 en in de informatievoorziening over de compensatie voor de toegenomen kosten in de jeugdzorg. Een uitgebreide toelichting is gegeven in het onderdeel 'Algemene dekkingsmiddelen, Overhead, VpB en Onvoorzien'.
Actualisatie belastingen, heffingen en areaal
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
OZB en Ondernemersfonds | -52 | -96 | -141 | -197 |
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing | -248 | -48 | -48 | -48 |
Kostendekkendheid riolering | 74 | -82 | -82 | -23 |
Toeristen- en hondenbelasting | - | - | -1 | 7 |
Totaal gevolgen | -226 | -226 | -272 | -261 |
OZB en Ondernemersfonds
Bij het opstellen van de Kadernota 2021 is voor de OZB opbrengsten absusievelijk met een een prijsindex gerekend van 1,8% in plaats van de vastgestelde 1,4%. Dit levert een nadeel op in de begroting van respectievelijk € 52.000, € 96.000, € 141.000 en € 197.000.
Tijdens het opstellen van de Programmabegroting 2022 is nog geen besluit vastgesteld om het Ondernemersfonds na 2021 te verlengen, waardoor hiervoor geen opbrengsten zijn geraamd binnen het onderdeel OZB. Uiteraard zijn ook geen uitgaven geraamd aangezien het Ondernemersfonds voor de gemeente budgetneutraal is.
Kostendekkendheid riolering en afvalstoffenheffing
De exploitatie van zowel riolering en afvalstoffenheffing is financieel een ‘gesloten systeem’. Het systeem van toerekenen van kosten gebeurt voor een deel extra-comptabel, aangezien deze kosten op andere taakvelden in de begroting zijn opgenomen, zoals de overhead, kwijtschelding en een deel van de kosten van zwerfafval, straatreiniging, straatvegen en btw. De actualisatie van beide toerekeningen geeft per saldo een nadeel op de begroting. Daarnaast is voor het onderdeel afvalstoffenheffing gekozen om het tarief voor 2022 niet meer te laten stijgen dan met de inflatie. Hiervoor is € 200.000 opgenomen in de begroting.
In de kostenberekening van de riolering zijn ook afschrijvings- en rentelasten opgenomen aangezien hiervoor investeringen zijn en worden gedaan. Bij de Programmabegroting 2021 was een stelpost opgenomen van
€ 155.000 omdat de verwachting was dat de toe te rekenen omslagrente met 0,5% zou afnemen met als gevolg een nadeel voor de gemeentelijke exploitatie. Bij het opstellen van de omslagrente 2022 blijkt dat de omslagrente ongewijzigd is waardoor de stelpost in 2022 vrijvalt.
Gevolgen P-begroting (inclusief raad en college) en gevolgen overhead
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Actualisatie salarissen, overige personeelskosten en urentoerekening | 153 | 153 | 153 | 153 |
Stelpost areaal salarissen | -550 | - | - | - |
Hogere doorbelasting overhead aan grondexploitaties, investeringen en voorzieningen | 288 | 288 | 288 | 288 |
Totaal gevolgen | -109 | 441 | 441 | 441 |
Actualisatie salarissen, overige personeelskosten en urentoerekening
In de stelpost prijs is naast de CAO-verhogingen ook ruimte opgenomen voor pensioenpremies en overige sociale lasten. Het totaal van deze verwachte hogere lasten is lager dan de reeds gereserveerde ruimte in de meerjarenbegroting en valt meerjarig vrij ten gunste van het begrotingssaldo.
Inzet stelpost areaal
De stelpost areaal wordt door het toevoegen van € 550.000 op hetzelfde niveau gebracht als 2023.
Hogere doorbelasting overhead aan grondexploitaties, investeringen en voorzieningen
Bij het opstellen van de begroting wordt de toerekening van de uren en de overhead (intern product) aan de taakvelden, voorzieningen, investeringen en grondexploitaties geactualiseerd. Het verschil wordt voor het grootste deel veroorzaakt door een hogere doorbelasting aan de grondexploitaties als gevolg van een hoger aantal bestede uren aan dit taakveld. Een uitgebreide toelichting op de overhead is opgenomen in onderdeel 'Algemene dekkingsmiddelen, Overhead, VpB en Onvoorzien'.
Herziening kapitaallasten en renteomslag
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Aanpassen van de rentelasten op de langlopende geldleningen | - | - | - | 370 |
Aanpassen van de bankkosten en de rentebaten op de langlopende geldleningen | -49 | -49 | -49 | -49 |
Rentetoerekening aan de grondexploitaties vanwege gewijzigde boekwaarden en rente percentage | 149 | -6 | 66 | 67 |
Dividenduitkering cumulatief preferente aandelen Stedin | 120 | 240 | 240 | 240 |
Subtotaal van reguliere aanpassingen van de kapitaallasten | 220 | 185 | 257 | 628 |
Lagere vrijval reserve Lagere rente langlopende leningen | - | - | - | -269 |
Totaal gevolgen | 220 | 185 | 257 | 359 |
Aanpassen van de rentelasten op de langlopende geldleningen
Het volume van de langlopende leningenportefeuille loopt steeds verder terug. Op 1 januari 2022 bedraagt de leningenportefeuille € 93 miljoen en loopt terug naar € 45 miljoen per eind 2025, met als gevolg lagere rentelasten.
Aanpassen van de bankkosten en de rentebaten van de langlopende geldleningen
Het grootste verschil wordt veroorzaakt door gerealiseerde aflossingen in 2021 op zowel een door de gemeente verstrekte hypothecaire geldlening als overige langlopende geldleningen.
Rentetoerekening aan de grondexploitaties vanwege gewijzigde boekwaarden
De boekwaarde van de grondexploitaties wijzigt ten opzichte van de prognoses van voorgaande begroting beperkt. Wel is het percentage toe te rekenen rente hoger wat een voordeel oplevert voor de gemeentelijke exploitatie.
Dividenduitkering cumulatief preferente aandelen Stedin
Halverwege 2021 is voor bijna € 8 miljoen cumulatief preferente aandelen aangekocht met een vergoeding van jaarlijks 3%. Dit betekent voor 2022 een vergoeding voor een halfjaar, zijnde € 120.000 en de jaren daarna € 240.000.
Vrijval reserve Lagere rente langlopende leningen
Bij de Najaarsnota 2020 is een reserve gevormd voor het bedrag van de in één keer te betalen rente, te weten € 10,8 miljoen. Jaarlijks valt dat deel van de reserve vrij dat het verschil vormt van de oorspronkelijke rente en de rente zoals deze is opgenomen in de offerte van de BNG Bank. Dit verschil wordt jaarlijks kleiner aangezien jaarlijks wordt afgelost op de leningen bij de BNG Bank. Zie ook de paragraaf Financiering.
Collegebesluiten, autonome ontwikkelingen en overige ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2021
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Collegebesluiten | ||||
Gewijzigde bijdragen gemeenschappelijke regelingen | 201 | 201 | 201 | 201 |
Voorbereiding nieuwe wet Inburgering per 1 januari 2022 | -75 | - | - | - |
Hogere lasten taakveld Onderwijs | -63 | -55 | -55 | -5 |
Weidevogelkerngebied Zuidpolder van Delfgauw | -30 | -30 | -30 | -30 |
Subtotaal | 33 | 116 | 116 | 166 |
Autonome ontwikkelingen | ||||
Beheerbudget Groenzoom en Ruyven | -260 | -260 | -260 | -260 |
Actualisatie uitgaven sociaal domein | -252 | -252 | -252 | -252 |
Hogere lasten ICT en infrastructuur | -470 | -445 | -445 | -445 |
Cybersecrurity | -135 | -135 | -135 | -135 |
Overig | 14 | 23 | -19 | 26 |
Subtotaal | -1.103 | -1.069 | -1.111 | -1.066 |
Totaal gevolgen | -1.070 | -953 | -995 | -900 |
Gewijzigde bijdragen gemeenschappelijke regelingen
De gemeenschappelijke regelingen worden middels de Kaderbrief jaarlijks geïnformeerd over de toegestane indices. In het algemeen kan gesteld worden dat zij zich hieraan houden.
Het grootste verschil wordt veroorzaakt door een lagere meerjarenbegroting 2022-2025 van de Veiligheidsregio Haaglanden van € 118.000, onder andere als gevolg van het afnemen van het openbaar meldsysteen via een private partij in plaats dit in eigen beheer te houden.
Voorbereiding nieuwe wet Inburgering per 1 januari 2022
Per 1 januari 2022 gaat de nieuwe Wet inburgering definitief in, waarvoor voor de uitvoering budget noodzakelijk is. De in 2021 extra aangestelde klantmanager met expertise op het gebied van statushouders kunnen we hierdoor behouden. Daarnaast kan de coördinator inburgering de contactpersoon voor lokale partners blijven. U bent hierover geïnformeerd met raadinformatienota 1136476.
Hogere lasten taakveld Onderwijs
Als gevolg van een aantal nieuw te bouwen IKC's wordt de gemeente geconfronteerd met verhuiskosten van € 50.000 per jaar voor de eerste drie jaren.
Onderhoudskosten Weidevogelkerngebied Zuidpolder Delfgauw
Door het realiseren van een weidevogelkerngebied in de Zuidpolder van Delfgauw, is jaarlijks een onderhoudsbudget noodzakelijk van € 30.000. U bent hierover geïnformeerd met raadinformatienota 1118683.
Beheerbudget Groenzoom en Ruijven
De meerjarige onttrekkingen aan de reserves Groenzoom en Ruijven Zuid Polder zijn bedoeld om de jaarlijkse beheerkosten van € 260.000 te dekken in plaats van deze te bekostigen uit de reguliere begroting. Aangezien deze systematiek afwijkend is ten opzichte van beheerbudgetten voor andere gebieden (recent onder andere het Wandelbos en het Weidevogelkerngebied) en dat reserves eindig zijn, is voorgesteld in de Najaarsnota 2021 beide reserves (€ 2,7 miljoen) op te heffen en dit toe te voegen aan de Algemene reserve. Dit betekent voor het meerjarig begrotingssaldo een nadeel van € 260.000.
Actualisatie uitgaven Sociaal Domein
Net als in voorgaande jaren zijn de uitgaven sociaal domein geraamd volgens de t-1 systematiek, dat wil zeggen dat de reële uitgaven van het voorafgaande jaar (2020) bepalend zijn voor de raming 2022 en verder.
Hogere lasten ICT en infrastructuur
In de afgelopen jaren werden de jaarlijkse meerkosten als gevolg van prijsstijgingen, uitbreiding van licenties, upgrades etcetera veelal incidenteel gedekt en verwerkt bij de najaarsnota. In algemene zin kan worden gesteld dat de structurele kostenstijgingen vaak voortkomen uit de cloudverschuivingen van diensten in de markt. Voorheen waren de aanschafkosten en implementatie (investeringen) hoog en de structurele (exploitatie) kosten relatief laag. Vanwege de ontwikkeling naar clouddiensten is de situatie omgedraaid.
Cybersecurity
De VNG heeft op 12 februari in haar Buitengewone ALV de resolutie ‘Digitale Veiligheid: kerntaak voor gemeenten’ unaniem aangenomen; ‘Alleen als gemeentelijk bestuurders, raadsleden én ambtenaren zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid voor de digitale veiligheid, kunnen we de opgave die voor ons ligt waarmaken. Dat betekent dat geïnvesteerd moet worden in het verhogen van de weerbaarheid, dat gemeenten samenwerken bij preventie, in crisissituaties én in de nasleep daarvan. Voorts is het advies van de VNG om minimaal tien procent van de totale ICT-budgetten aan te wenden voor ‘cybersecurity’. Om als gemeente Pijnacker-Nootdorp de resolutie op te volgen wordt er op het reeds beschikbare budget van € 215.000 nog een aanvullend structureel budget van € 135.000 beschikbaar gesteld waarmee de gemeente meer prioriteit geeft aan de beveiliging van haar digitale systemen (zaaknummer 1220596).
Voorgestelde bezuinigingen
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Vertragen afbouw afdeling Ontwikkeling | 472 | 577 | 577 | 472 |
Inkomsten algemene uitkering 'oude jaren' begroten | 150 | 150 | 150 | 150 |
Vervallen dotatie voorziening FLO brandweer | 108 | 108 | 108 | 108 |
Verlagen raming onvoorziene uitgaven | 102 | 102 | 102 | 102 |
Lagere storting in voorziening Civiele kunstwerken | 100 | 100 | 100 | 100 |
Lagere loonkosten als gevolg anders invullen van taken van vertrekkende medewerkers | - | 50 | 152 | 152 |
Hogere inkomsten | 31 | 31 | 31 | 31 |
Onderuitputting budgetten | 202 | 203 | 203 | 203 |
Totaal gevolgen | 1.165 | 1.321 | 1.423 | 1.318 |
Vertragen afbouw afdeling Ontwikkeling
Met ingang van 2017 is jaarlijks een cumulatief bedrag van € 105.000 ten laste van de begroting gebracht om financieel uiterlijk in 2025 11 fte toe te voegen aan een beheerafdeling. Dit moment is uitgesteld tot 2032 als gevolg van de gemeentelijke ontwikkelopgave.
Inkomsten algemene uitkering 'oude jaren'
Elk jaar ontvangen wij achteraf een bedrag van meer dan € 200.000 over 'oude jaren' voor de algemene uitkering vanuit het Gemeentefonds. Voorgesteld wordt dan ook om dit structureel maar wel conservatief te begroten voor een bedrag van € 150.000.
Voorziening FLO brandweer
Op aangeven van de controlerend accountant is in de Jaarrekening 2020 de op dat moment te verwachten toekomstige uit te keren bedrag in één keer aangevuld aan de voorziening FLO brandweer. Het jaarlijks begrote bedrag van € 107.500 komt hiermee te vervallen.
Raming 'onvoorzien'
De BBV schrijft voor dat een post 'onvoorzien' geraamd moet worden, maar de hoogte is vrij. Aangezien de laatste jaren geen materieel beroep is gedaan op de post 'onvoorzien' is deze met ingang van 2022 verlaagd met € 102.000 tot een bedrag van € € 100.000.
Voorziening Civiele kunstwerken
Op basis van het nieuwe beheerplan Civiele kunstwerken is een lagere dotatie aan de voorziening voorzien van € 100.000.
Onderuitputting budgetten
Dit betreft posten zoals onderuitputting op budgetten; abonnementen, BHV, bedrijfskleding, publicaties, ecologische kaart, rampenbestrijding enz.
9. Compensatie jeugdzorg
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Compensatie jeugdzorg 2022 | 3.900 | - | - | - |
Structurele compensatie jeugdzorg (75%) | - | 2.400 | 2.200 | 2.000 |
Totaal gevolgen | 3.900 | 2.400 | 2.200 | 2.000 |
Na het verschijnen van de meicirculaire is door het ministerie van BZK een brief gepubliceerd over de toekenning van € 1,314 miljard aan compensatiemiddelen voor de jeugdzorg in 2022. Voor onze gemeente gaat het om € 3,9 miljoen. Over extra middelen vanaf 2023 moet een nieuw kabinet een besluit nemen. Door BZK, VNG en IPO is wel afgesproken dat gemeenten in hun meerjarenbegroting rekening mogen houden met 75% van de verwachte structurele compensatie. Voor onze gemeente is dat een bedrag van € 2,4 miljoen in 2023, aflopend naar € 2,0 miljoen in 2025.
Herverdeeleffect gemeentefonds
In het meerjarenbegrotingssaldo wordt geen rekening gehouden met het huidig verwacht nadelig perspectief van de herverdeling van het Gemeentefonds. De reden om dit niet mee te nemen is dat de herverdelingssystematiek nog niet definitief is en dus niet door het rijk is vastgesteld. Daarnaast heeft de toezichthouder PZH aangegeven dat het meenemen van het huidig verwacht nadelig perspectief niet meegenomen hoeft te worden in de Programmabegroting 2022. Als dit wel wordt verwerkt in de huidige stand van de meerjarenbegroting, ziet dit er als volgt uit:
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Saldo meerjarenbegroting | 2.874 | 2.117 | 1.527 | 1.221 |
Huidig verwacht nadelig perspectief herverdeling Gemeentefonds | - | -865 | -1.762 | -2.686 |
Saldo meerjarenbegroting inclusief huidig verwacht nadelig perspectief GF | 2.874 | 1.252 | -235 | -1.465 |
In bovenstaand overzicht is het gevolg van het jaar 2026 niet opgenomen aangezien deze buiten het meerjarenperspectief valt. In 2026 wordt een nadelig effect verwacht van € 3.585.000.
Structureel en reëel sluitende Begroting 2022
De provincie Zuid-Holland stelt als toezichthouder de eis dat de meerjarenbegroting sluitend is of dat de begroting van het komend jaar structureel en reëel sluitend is om in aanmerking te komen voor repressief toezicht. Om de begroting reëel sluitend te maken, dienen de incidentele baten en lasten te worden gecorrigeerd op het totaal saldo van baten en lasten van de Begroting 2022.
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | |
---|---|---|
Saldo van de begroting 2022 inclusief incidentele baten en lasten | 2.874 | |
Hierin opgenomen incidentele baten | -17.181 | |
Hierin opgenomen incidentele lasten | 17.232 | |
51 | ||
Saldo begroting 2022 gecorrigeerd voor incidentele baten en lasten | 2.925 |
Na correctie van de incidentele baten en lasten vertoont het totaal saldo van baten en lasten van de Begroting 2022 een positief saldo van € 2.925.000, waarmee wordt voldaan aan de eis van de toezichthouder. Een compleet overzicht in tabelvorm van de incidentele baten en lasten treft u aan in onderdeel C. ‘De financiële begroting’.
Mutaties in de reserve Financiële gevolgen Corona en Algemene reserve
Reserve Financiële gevolgen Corona
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Begrote beginstand per 01/01 | 1.809 | 1.782 | 1.758 | 1.758 |
Extra inzet jeugd: vakantiemaatjes /eenzaamheid onder jongeren | -3 | - | - | - |
Inzet extra middelen voor sociaal en mentaal welzijn | -24 | -24 | - | - |
Stand per einde jaar | 1.782 | 1.758 | 1.758 | 1.758 |
Vanaf het vormen van deze reserve in 2020 is in totaal € 3,5 miljoen toegevoegd, waarvan € 1,5 miljoen uit de algemene reserve. Inmiddels is in 2020 € 0,9 miljoen uitgegeven en zijn de begrote uitgaven in 2021 € 0,8 miljoen, waardoor de begrote beginstand 2022 € 1,8 miljoen bedraagt.
Algemene reserve
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Beginstand per 01/01 | 45.766 | 44.309 | 49.369 | 53.449 |
Begrotingssaldo | 2.874 | 2.117 | 1.527 | 1.221 |
GrExen: winstuitname | 5.866 | 4.559 | 3.666 | 1.945 |
Jaarlijks saldo strategisch vastgoed | 133 | 133 | 133 | 133 |
GrExen: mutatie Voorziening Nadelige complexen | -182 | -169 | -172 | -175 |
GrExen: Vennootschapsbelasting | -1.467 | -1.140 | -917 | -486 |
Rente op de boekwaarde Strategische gronden | -513 | -157 | -157 | -157 |
Vorming reserve IKC Regenboog | -3.900 | - | - | - |
Aanvullende storting reserve IKC Regenboog als gevolg van indexering | -720 | - | - | - |
Voorbereiding Sociaal Cultureel Centrum | -381 | - | - | - |
Vorming reserve Herstructurering Katwijkerlaan | -2.089 | - | - | - |
Tijdelijke huisvesting CBS Schatkaart | -478 | |||
Tijdelijke sportvoorziening Jan Jansen Sporthal | -600 | - | - | - |
Dekking afschrijving Investeringsplanning | - | -283 | - | - |
Stand per einde jaar | 44.309 | 49.369 | 53.449 | 55.930 |
De komende jaren worden zowel bedragen toegevoegd als onttrokken aan de algemene reserve.
Weerstandsvermogen
De mutaties in de algemene reserve zijn onder andere het gevolg van de jaarlijkse aanvulling of vrijval van de voorziening ‘Nadelige complexen’, het verplicht nemen van winsten binnen de grondexploitaties en de positieve begrotingssaldi 2022 tot en met 2025.
Verloop van de algemene reserve Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Weerstandscapaciteit per 01/01 | 45.766 | 44.309 | 49.369 | 53.449 |
Mutaties in de algemene reserve | -4.331 | 2.943 | 2.553 | 1.260 |
Begrotingssaldo | 2.874 | 2.117 | 1.527 | 1.221 |
Weerstandscapaciteit per 31/12 | 44.309 | 49.369 | 53.449 | 55.930 |
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 10,7 miljoen. De ratio weerstandsvermogen wordt dan ook (meerjarig) gebaseerd op deze benodigde weerstandscapaciteit.
Verloop ratio weerstandsvermogen | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
A. Weerstandscapaciteit per 31/12 | 44.309 | 49.369 | 53.449 | 55.930 |
B. Benodigde weerstandscapaciteit | 10.738 | 10.738 | 10.738 | 10.738 |
C. Ratio weerstandsvermogen = A/B | 4,13 | 4,60 | 4,98 | 5,21 |
Het benodigde weerstandsvermogen is geactualiseerd (inclusief actualisatie Grondexploitaties per 01-07-2021) conform de in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2014 opgenomen systematiek en wordt voor alle jaren gekwalificeerd als ‘uitstekend’.
Schuldpositie
In de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2014 is opgenomen dat met ingang van 2014 in alle P&C documenten het verloop van de schuldpositie wordt opgenomen.
Samengevat zijn er drie kasstromen die de schuldomvang beïnvloeden:
In- en uitgaande geldstroom in het kader van de realisatie van begrotingsprogramma’s (exploitatie en onderhoud);
In- en uitgaande geldstroom van investeringen (grondexploitaties en aanleg van voorzieningen zoals wegen en scholen);
In- en uitgaande geldstroom als gevolg van het aangaan van schulden (financiering).
De totale schuld wordt dus hoger of lager door het geheel van positieve en negatieve kasstromen in de exploitatie, de investeringen en de financiering. De verschillende kasstromen en de schuld van de gemeente ontwikkelt zich in grote lijnen als volgt:
Bedragen x € 1.000 (- = negatieve kasstroom) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Kasstroom saldo exploitatie/onderhoud | 3.401 | 3.258 | 4.024 | 5.104 |
Kasstroom saldo investeringen/grondexploitaties | -9.199 | -23.179 | -15.046 | 1.332 |
Kasstroom saldo financiering (= rentelast) | -2.812 | -2.415 | -2.018 | -1.621 |
Mutatie netto schuld | -8.610 | -22.336 | -13.040 | 4.815 |
Schuldomvang
In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe de totale schuldomvang zich ontwikkelt op grond van de huidige meerjarenbegroting, de actualisatie van de grondexploitaties per 1-7-2021 en de investeringsplanning.
Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Leningenportefeuille per 01/01/2022 | 93.380 | |||
Theoretisch saldo aan langlopende schulden (wijkt af van de realiteit) | - | 1.990 | 24.326 | 37.366 |
Verwachte vordering rekening courant "Schatkistbankieren"per 01/01/2021 | -100.000 | - | - | - |
Mutatie netto schuld | 8.610 | 22.336 | 13.040 | -4.815 |
Totaalschuld per 31/12 | 1.990 | 24.326 | 37.366 | 32.551 |
Totaal baten (exclusief reserves) | 162.644 | 133.678 | 127.693 | 138.487 |
Percentage schuld ten opzichte van de baten | 1% | 18% | 29% | 24% |
Netto schuldquote conform BBV | -2% | 12% | 2% | 15% |
De VNG spreekt van houdbare gemeentefinanciën als een gemeente ook bij een scenario met economisch slecht weer (met tegenvallende rijksinkomsten, lagere grondverkopen en stijgende rentepercentages) genoeg geld overhoudt om aan de schuldverplichtingen te kunnen voldoen, zonder dat de noodzakelijke publieke voorzieningen daarbij in de knel komen. In deze benadering is alleen sturen op baten en lasten niet genoeg. Hiervoor is ook inzicht in de geldstromen en de hoogte van de schuld nodig. De indicator hiervoor is de netto schuldquote (de netto schuld als aandeel van de inkomsten). Voor houdbare gemeentefinanciën moet de toename van de schulden in verhouding blijven met de jaarlijkse inkomsten van een gemeente. Stijgende rentelasten geven extra druk op de exploitatie. Als de exploitatie geen ruimte biedt, moet er meer worden geleend. Dat veroorzaakt meer rentelasten en zo ontstaat een negatieve spiraal. Met andere woorden: het is belangrijk om in de gaten te houden hoeveel ruimte er binnen de begroting is om bestaande schulden af te lossen.
Schuldnormering
In het Collegeprogramma 2014-2018 hebben we aangegeven dat er een strategie nodig is voor het terugbrengen van de schuldenlast. We kondigden daarbij aan om vanaf 2016 een criterium voor een houdbare schuldpositie op te nemen in de begroting.
Als streefnorm voor de schuldomvang hanteren we dat de schuldquote (= ratio schuld/inkomsten) maximaal 100% bedraagt. Momenteel zit de gemeente Pijnacker-Nootdorp onder deze streefnorm en is de verwachting dat de schuldquote de komende jaren ook onder de streefnorm zal blijven.
Verwachte hoogte van de leningenportefeuille
De leningenportefeuille lange termijn bedraagt op 1 januari 2022 ruim € 93 miljoen en neemt de komende jaren af met € 48 miljoen tot ruim € 45 miljoen eind 2025. Deze afname is gebaseerd op het aflossingsschema dat met de geldverstrekkers contractueel is afgesproken.