Wat gaan we daarvoor doen?

Rol

Activiteit

Taakveld

Resultaat

1. Zorgen voor goede besluitvorming in de gemeenteraad en het college met participatie van inwoners

Faciliteren participatie

Bestuur

Digitaal participatieplatform

Midterm review

Bestuur

Actuele Uitvoeringsagenda 2022-2026

2. Deelnemen aan, be­nutten en bewaken van intergemeente­lijke samenwerkings­ver­banden

De GR MRDH in overeenstemming brengen met de Wet gemeenschappelijk regelingen (Wgr)

Bestuur

Beleidsarme wijzing GR MRDH op 1 juli 2024

Evalueren GR MRDH 2014

Bestuur

Tweede wijziging GR MRDH (2025)

3. Dienstverlening aan inwoners en ondernemers verbeteren

Herijken visie op digitale dienstverlening in aansluiting op actuele inzichten

Bestuur

Vernieuwde Beleidsvisie op digitale dienstverlening met meetbare doelen

Benutten kansen binnen de organisatie om verder te digitaliseren

Bestuur

Regie op digitale dienstverlening

Iteratief werken door gebruikers structureel te betrekken bij het ontwikkelen en/ of verbeteren van digitale diensten

Bestuur

Onze digitale dienstverlening sluit aan op behoeften en mogelijkheden van onze inwoners en ondernemers

Toelichting

1. Zorgen voor goede besluitvorming in de gemeenteraad en het college met participatie van inwoners

De programmanegroting 2024 is gebaseerd op het raadsakkoord 2022-2026 en de Uitvoeringsagenda 2022-2026. Het raadsakkoord op hoofdlijnen 2022-2026, "Bouwen aan de toekomst" is tot stand gekomen met medewerking van acht van de negen fracties in de gemeenteraad. De raad heeft het nieuwe raadsakkoord op 15 juni 2022 vastgesteld. Bij de vaststelling heeft de raad het college de opdracht gegeven om de ambities en afspraken uit het raadsakkoord uit te werken in een Uitvoeringsagenda 2022-2026, inclusief financiële onderbouwing. Het raadsakkoord beschrijft onze ambities binnen het ruimtelijk en sociaal domein en afspraken per begrotingsprogramma met opdrachten aan het college. Die afspraken en opdrachten zijn in de Uitvoeringsagenda 2022-2026 uitgewerkt in programmadoelstellingen en acties met concrete activiteiten voor de meerjarenbegroting. Hiermee werken raad en college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp in deze bestuursperiode voor de derde termijn op rij samen vanuit een breed gedragen afsprakenkader. Halverwege deze raadsperiode begin 2024 maakt het college samen met de raad de balans op via een midterm review en actualiseert het zijn Uitvoeringagenda voor de tweede helft van deze bestuursperiode.

In 2023 hebben we generiek participatiebeleid ontwikkeld wat op 1 oktober 2023 in werking is getreden, tegelijk met de nieuwe "Verordening participatie, inspraak en uitdaagrecht gemeente Pijnacker-Nootdorp 2023". Participatie is voor Pijnacker-Nootdorp belangrijk. Meepraten, meedenken of meedoen zorgt voor verbinding tussen gemeente en samenleving. Met de kennis, kunde en kracht van de samenleving kan de gemeente beter beleid maken en betere besluiten nemen. Ook zijn inwoners, ondernemers en organisaties meer betrokken bij elkaar en hun gemeente. We kennen zeven principes van participatie, waarin wordt aangegeven wat de gemeente én de gemeenschap belangrijk vinden bij het uitvoeren van participatie. De principes verwoorden wat we gezamenlijk nastreven en wat we daarvoor moeten doen. De principes zijn zo gekozen en geformuleerd dat ze meerdere democratische waarden (zoals gelijkwaardigheid, zeggenschap, transparantie) omvatten en aansluiten op meerdere belevingswerelden (wat mensen belangrijk vinden):

  • We zijn transparant en open

  • We beginnen vroegtijdig

  • We werken met een passende aanpak

  • We informeren elkaar over wat er leeft en speelt

  • We respecteren elkaars belangen

  • We zijn duidelijk naar elkaar

  • We maken participatie de moeite waard

Bij de vastelling van het participatiebeleid is een budget van € 250.000 beschikbaar gesteld voor het implementeren van het nieuwe beleid. Participatie hoort bij de inhoud van een (beleids)ontwikkeling en is en blijft een verantwoordelijkheid van de afdelingen zelf. We gaan daarbij in 2024 experimenteren met een digitaal participatieplatform voor gemeenten en organisaties. Een online plek waar alle participatieprojecten overzichtelijk bij elkaar staan. Ook faciliteert het platform met diverse participatievormen, van peilingen en enquêtes tot dynamische kaarten en het verzamelen van ideeën, het beheer en de analyse van ideeën en data. We gaan het beleid en de financiering na twee jaar ervaring evalueren. De evaluatie plannen wij voor de tweede helft van 2025.

2. Deelnemen aan, benutten en bewaken van intergemeentelijke samenwerkings­verbanden

Op 1 juli 2022 is de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in werking getreden. De MRDH krijgt twee jaar de tijd om, vanaf het moment van inwerkingtreding van deze wet, de Gemeenschappelijke regeling MRDH 2014 (GR MRDH) in overeenstemming te brengen met deze wet. Daarnaast is in de GR MRDH opgenomen dat in 2024 de evaluatie van de GR dient plaats te vinden (art 8:3, tweede lid van de GR). Deze evaluatie wordt eind 2023 opgestart. De wijziging van de Wgr heeft een aantal bepalingen in zich die vragen om een meer beleidsrijk gesprek over de inrichting van onze gemeenschappelijke regeling, dit past meer in het proces van de evaluatie van onze gemeenschappelijke regeling. De 22 deelnemende gemeenten hebben er daarom voor gekozen om een duidelijke scheiding aan te brengen in de twee processen. Voor 1 juli 2024 (om aan de wet te voldoen) een zo beleidsarm mogelijke wijziging van de GR, gebaseerd op hoe de MRDH nu werkt en eventueel, naar aanleiding van de resultaten van de inhoudelijke evaluatie eind 2024, een tweede wijzigingsproces voor de GR MRDH in 2025.

3. Dienst­verlening aan inwoners en ondernemers verbeteren

Omdat de gemeente de overheid is die het dichtst bij inwoners, organisaties en ondernemingen staat, is de dienstverlening via de digitale weg cruciaal voor het beeld van en het vertrouwen in de gemeente. In 2015 is, naar aanleiding van een eerder onderzoek van de rekenkamer, beleid opgesteld. Sinds die tijd is er op het gebied van digitalisering veel veranderd. Daarnaast hebben twee intensieve coronajaren een impact gehad op de wijze van communiceren met de gemeente. De rekenkamercommissie heeft daarom in 2023 opnieuw onderzoek laten doen naar de digitale dienstverlening van onze gemeente. De rekenkamercommissie is in het onderzoek ingegaan op de digitale diensten, het beleid waarop de diensten gestoeld zijn, de uitvoering van de dienstverlening en de ervaringen van inwoners. Uit het onderzoek komt naar voren dat het beleid uit 2015 grotendeels is losgelaten. In de conclusies en middels de aanbevelingen doet de commissie suggesties voor het verbeteren van het beleid en daarmee voor de dienstverlening aan de inwoners.

Begin 2023 heeft de raad de conclusies van het rekenkameronderzoek onderschreven en het college onder andere de opdracht gegeven de Beleidsvisie op digitale dienstverlening op basis van een startnotitie en in aansluiting op actuele inzichten te vernieuwen en daar de raad vroegtijdig bij te betrekken. Daarbij is extra aandacht gevraagd voor dienstverlening aan niet-digitaal vaardigen; politieke en financiële keuzemogelijkheden; meetbare doelen en de wijze waarop de raad structureel en regelmatig over de voortgang van de nieuwe visie wordt geïnformeerd. Tevens heeft de raad het college de opdracht gegeven de regie op digitale dienstverlening binnen de ambtelijke organisatie te verbeteren, door organisatiebreed inzichtelijk te maken in hoeverre er nog kansen liggen om deze te verbeteren. Hierbij denken we aan het digitaliseren van processen, maar ook aan het verbeteren van de duidelijkheid van een aantal formulieren, inlogsessies die (te) snel verlopen en het bieden van offline alternatieven voor niet-digitaal vaardigen. Tot slot heeft de raad het college de opdracht gegeven het zogeheten iteratief werken weer op te pakken door gebruikers op structurele wijze te betrekken bij het ontwikkelen en/of verbeteren van digitale diensten. Bij de uitvoering van het iteratief werken zorgen we voor monitoring om de aansluiting van de digitale dienstverlening op behoeften en mogelijkheden van inwoners vast te kunnen stellen en de raad daar periodiek over te kunnen informeren.