Stand van zaken en vooruitblik
Inkomensregelingen
Op 1 januari 2022 werden 460 bijstandsuitkeringen verstrekt. Het aantal inwoners met een bijstandsuitkering is in onze gemeente aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde, namelijk 166 per 10.000 inwoners. In Nederland is dit 431 per 10.000 inwoners.
Met name in 2020 en 2021 zagen we een daling van het aantal bijstandsuitkeringen. In 2022 is dit aantal gestegen van 429 in januari naar 460 in december. De toename valt te verklaren door de groei van de gemeente en het inlopen van de achterstand bij de taakstelling huisvesting statushouders. Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn de mogelijkheden om betaald werk te vinden gunstig.
In 2023 is het actieplan bestaanszekerheid vastgesteld. Ook in 2024 is het bieden van bestaanszekerheid een belangrijke pijler in onze uitvoering. Het moet voor onze inwoners makkelijker worden om te switchen in de keten sociale zekerheid - werk. Zeker voor inwoners met een grote(re) achterstand tot de arbeidsmarkt.
Door instroom van vluchtelingen en ontheemden zien we dat er meer instroom is ontstaan dan voorzien. De financiering van de BUIG reageert hier vertraagd op door de T-2 systematiek. Dit betekent dat we over twee jaar de financiering van het lopende jaar ontvangen. Het verwachte tekort loopt voor 2023 en 2024 hierdoor fors op.
In 2024 kunnen kinderen uit huishoudens met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum gebruik maken van het kindpakket van Stichting Leergeld. Ook kunnen kinderen uit minimahuishoudens lid worden van een sport- en cultuurvereniging via het Jeugdfonds Sport & Cultuur. De overeenkomst met Jeugdfonds Sport & Cultuur is eind 2023 verlengd. In 2023 is het Jeugdfonds verbreed met het Volwassenenfonds Sport & Cultuur. Verder is de Rotterdampas in 2024 weer te koop. Voor minimahuishoudens is deze met korting beschikbaar.
Volgens de armoedemonitor 2022 telt onze gemeente 929 minimahuishoudens met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 4% van alle huishoudens. In onze gemeente wonen 13.310 kinderen. Hiervan groeien 819 kinderen op in een minimahuishouden. Dit bedraagt 6,1% van alle opgroeiende kinderen in Pijnacker-Nootdorp.
De grafiek geeft vanwege BBV-voorschriften een andere indicator dan het aantal kinderen in minimahuishoudens. Namelijk het aantal kinderen in uitkeringsgezinnen. In 2020 was dit 3% in Pijnacker-Nootdorp en 6% landelijk.
Begeleide participatie
Op 1 januari 2023 werkten 31,34 SE (is ongeveer gelijk aan een fte) op een sociale werkplaats (Wsw). Hiervan zijn 22,17 SE werkzaam bij sociaal werkbedrijf Werkse! in Den Hoorn en 9,17 SE werken bij sociaal werkbedrijf de Binnenbaan (voorheen DSW) in Zoetermeer. Nieuwe instroom in de Wsw is niet meer mogelijk. Het kabinet en werkgevers hebben afgesproken extra banen te creëren voor mensen met een ziekte, handicap of afstand tot de arbeidsmarkt (de zogenaamde banenafspraak). Om dit mogelijk te maken kunnen werkgevers, die een werkzoekende aannemen uit het doelgroepregister, aanspraak maken op voorzieningen zoals loonkostensubsidie, jobcoaching en aanpassing van de werkplek. Het doelgroepregister is een landelijk register, waarin alle inwoners worden geregistreerd die vallen onder de banenafspraak. Het register wordt beheerd door het UWV.
Onze gemeente begeleidt op 1 juli 2023 163 inwoners met een arbeidsbeperking. Hiervan zijn 98 inwoners jonger dan 27 jaar. Van deze jongeren ontvangen 28 een uitkering, bijvoorbeeld vanwege een diagnoseperiode, dagbesteding of omdat zij nog niet in staat zijn om te werken. De overigen volgen een opleiding of zijn aan het werk. Vaak met loonkostensubsidie of begeleiding van een jobcoach.
Inwoners die uitsluitend onder beschutte omstandigheden kunnen werken krijgen een beschut werk indicatie. Gemeenten zijn verplicht beschutte werkplekken aan te bieden aan inwoners met een beschut werk indicatie. In 2023 bedraagt onze taakstelling beschut werk zestien. Op 1 juli 2023 hebben vijftien inwoners een indicatie beschut werk. Zij werken bij de sociale werkbedrijven Werkse! in Den Hoorn, de Binnenbaan in Zoeteremeer en bij de Hoogwerkers in Pijnacker-Nootdorp (onderdeel van zorgkwekerij Bloei).
Arbeidsparticipatie
De netto arbeidsparticipatie van onze inwoners was in 2022 77,4%. In Nederland was dit 72,2%. Netto arbeidsparticipatie betekent het percentage van de werkzame inwoners, ten opzichte van de mensen die potentieel kunnen werken.
In 2022 waren er in onze gemeente 511,5 banen per 1.000 inwoners van 15 - 64 jaar. Landelijk is dit 825,4 per 1.000 inwoners. Een groot deel van onze inwoners werkt dus niet binnen de gemeente. Ook voor inwoners met een bijstandsuitkering betekent dit dat zij voor werk voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van werkgelegenheid in de regio. Daarom werken wij in de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal samen met de gemeenten Zoetermeer, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Voorschoten, UWV en De Binnenbaan, mbo Rijnland, SBB, FNV, CNV en VNO-NCW aan de dienstverlening gericht op werkgevers en werkzoekenden (zie ook programma 2).
De samenwerking in de arbeidsmarktregio gaat niet langer alleen om het begeleiden van inwoners met een uitkering, maar ook om het bieden van ondersteuning aan inwoners ter voorkoming van (langdurige) werkloosheid: van school naar werk of van werk naar werk. Op dit moment wordt in bijna alle beroepsgroepen krapte ervaren. In 2024 wordt de matching tussen werkgevers en werkzoekenden in de arbeidsmarktregio verder versterkt. In het najaar van 2023 starten de samenwerkende partijen in ZHC met een verkenning naar de haalbaarheid en de vorm van een Regionaal Werkcentrum. Het onderzoek wordt in 2024 opgeleverd (zie ook programma 2).
De gevolgen van de coronacrisis voor de arbeidsparticipatie en het aantal banen lijkt vooralsnog mee te vallen. Uiteraard blijven we dit goed monitoren.
Met het plan van aanpak 'Werken, werken aan en meedoen' richten we ons op het vergroten van de (arbeids)participatie van onze inwoners. Met het voeren van frequente, intensieve en persoonlijke gesprekken, krijgen we de werkzoekende inwoners goed in beeld. In 2024 voeren we dit plan verder uit. We werken methodisch op basis van een integraal klantbeeld met een vaste werkwijze voor de dienstverlening aan werkzoekenden. Om inwoners aan het werk te helpen worden re-integratievoorzieningen ingezet. Vanwege het aflopen van een aantal contracten met de huidige aanbieders is het re-integratieinstrumentarium in 2023 aanbesteed. Hierdoor is in 2024 een dekkend, maar ook divers aanbod, passend bij de doelgroepen in de gemeente beschikbaar.
Twee werkmakelaars helpen kandidaten door ze in beeld te brengen bij werkgevers. Dit gebeurt via speedmeets, banenmarkten en vacatures die door het Werkgeverservicepunt (WSP) worden aangeleverd. Ook gaan de werkmakelaars met werkzoekenden aan de slag, zowel individueel als groepsgewijs, om ze perspectief te bieden, kansen te benoemen en ze te verwijzen naar relevante bijeenkomsten.
Ook worden regionaal (via de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal) diverse voorzieningen, ondersteuning en activiteiten aangeboden. Denk hierbij aan praktijkleren, de inzet van leerwerkmakelaars, IPS-trajecten (dit is een methode om mensen met een ernstige psychische aandoening te begeleiding naar en op het werk) en de inzet van een matchmaker statushouders.
Inburgering
Op 1 januari 2022 zijn wij gestart met de uitvoering van de nieuwe Wet Inburgering. De inburgeringsplicht bestaat uit drie verschillende onderdelen: het participatieverklaringstraject (PVT), de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en het behalen van het inburgeringsexamen (leerroute B1-route, de onderwijsroute of de zelfredzaamheidsroute). Per 1 juli 2023 nemen 39 inburgeringsplichtingen deel aan de B1-route, 10 inburgeringsplichtigen deel aan de onderwijsroute en 14 inburgeringsplichtigen deel aan de zelfredzaamheidsroute. Bij de uitvoering van de Wet Inburgering wordt nauw samengewerkt met de SWOP en het Taalhuis van Bibliotheek Oostland. De Swop biedt maatschappelijke begeleiding en het participatieverklaringstraject (PVT). Het Taalhuis verzorgt de zelfredzaamheidsroute. Vanaf september 2023 zijn de eerste kandidaten aangemeld voor de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP).
Door de hoge taakstelling huisvesting statushouders intensiveren wij in 2024 de dienstverlening aan deze doelgroep. Hiermee willen we de participatie van de doelgroep versterken en versnellen.
Schuldhulpverlening
Eind november 2022 waren er 89 inwoners in beeld bij schuldhulpverlening. Ten opzichte van eerdere jaren valt op dat het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening over de jaren 2021 en 2022 is afgenomen ten opzichte van 2020, maar er wel een stijging te zien is tussen 2021 en 2022. Opvallend was ook dat in 2022 meer inwoners in een vroeg stadium aan de bel trokken met hun hulpvraag.
In 2022 en 2023 zijn we meer gaan inzetten op saneringskredieten. Een saneringskrediet wordt ingezet als de verwachte afloscapaciteit van een inwoner gedurende een schuldregeling niet wijzigt. Een saneringskrediet is zowel voor schuldeisers als inwoners voordelig. Schuldeisers hebben meteen hun geld en hoeven de schuld niet aan te houden, inwoners ervaren meer rust omdat ze nog maar met één openstaande vordering te maken hebben. In 2024 continueren we deze aanpak.
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft voor dat iedere vier jaar een beleidsplan wordt vastgesteld. In 2021 is het beleidsplan schuldhulpverlening geactualiseerd voor de periode 2021 – 2025. In 2024 continueren wij de uitvoering van het beleidsplan.
In 2021 is vroegsignalering een wettelijke taak geworden voor gemeenten, woningbouwverenigingen, zorgverzekeraars, leveranciers van gas-, water en licht en waterbedrijven. Vroegsignaleren van schulden wordt ingezet ter voorkoming van problematische schulden. Onze gemeente en de bovengenoemde koepelorganisaties zijn aangesloten bij het landelijke convenant vroegsignalering van de NVVK. In 2023 hebben we ingezet op het verder verdiepen van de interne en externe samenwerking en het versterken van de capaciteit bij vroegsignalering. In 2024 continueren we deze inzet en is er daarnaast ook aandacht voor het inrichten van de informatievoorziening en kwaliteit van de data ten behoeve van sturing van de raad.
Maatwerkvoorzieningen (Wmo) en maatwerkdienstverlening 18+
Op basis van voorlopige cijfers is het aantal inwoners met een Wmo voorziening in 2022 360 per 10.000 inwoners. In Nederland is dit 640 per 10.000 inwoners. Dit komt doordat wij een relatief jonge bevolking hebben. Ook komt dit doordat een deel van de hulpvragen in het collectieve aanbod wordt opgevangen. Wel zien we een toename van het aantal hulpvragen. Ook worden ze complexer. Deze ontwikkelingen hebben te maken met een groei van de doelgroep. Ook wonen onze inwoners langer thuis. De wetgeving voor de eigen bijdrage is ook van invloed op de toename van het aantal hulpvragen.
De tarieven voor hulp bij het huishouden staan onder druk. Dit komt door toename van de doelgroep en loonstijging in de cao's. Verder spelen er in deze sector personeelstekorten. In 2023 zijn de mogelijkheden onderzocht om de kostenstijging voor hulp bij het huishouden te beheersen en kwalitatieve verbeteringen door te voeren. Dit onderzoek is als nieuwe maatregel toegevoegd aan het interventieplan 'Grip op het sociaal domein'. Deze maatregel wordt in 2024 verder uitgevoerd. De inflatiecorrectie als gevolg van nieuwe CAO afspraken zijn voor 2024 nadrukkelijk voelbaar. De effectten hiervan zijn structureel meegenomen.
De transformatielijn van de afgelopen jaren zetten we door en scherpen die aan op basis van ervaringen. Dit doen we door preventieve algemene voorzieningen in te zetten (het ondersteunen van inwoners bij hun hulpvragen met inzet van vrijwilligers). Hiermee willen we de druk op de maatwerkvoorzieningen verlichten. We richten ons op het resultaat en optimaliseren doelmatige ondersteuning. We maken stappen in het datagedreven werken. We krijgen een steeds beter beeld van de vraag van onze inwoners, de resultaten van onze interventies en de trends.
Per 1 januari 2024 gaan we de Wmo begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf gezamenlijk inkopen met de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk en Westland (H5). Tot deze datum blijven wij de zorg inkopen via de H6. Het jaar 2023 hebben wij gebruikt als transitieperiode, waarbij wij deze overstap intern hebben voorbereid. Daarnaast doen we onderzoek naar het aanbieden van Wmo-hulpmiddelen in eigen beheer en het ontwikkelen van een nieuwe visie hierop.
Geëscaleerde zorg 18+
Wij zijn verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen. De centrumgemeente Delft ontvangt het rijksbudget en organiseert de voorzieningen. De gemeente Delft bepaalt naast de toegang tot de voorzieningen, ook de hoogte van de eigen bijdrage.
De doordecentralisatie (het woonplaatsbegingel en daarmee ook het verdeelmodel) van beschermd wonen naar beschermd thuis en maatschappelijke opvang naar maatschappelijk wonen is vanuit het Rijk uitgesteld. Het doel van deze doordecentralisatie, namelijk perspectief ontwikkelen in de eigen woning in plaats van meer problemen en in een instelling terechtkomen, wordt ondanks uitstel verder doorgezet in samenwerking met Delft, Midden-Delfland en Westland.
In 2021 is het regionaal uitvoeringsplan vastgesteld. Hierin is het gezamenlijk ontwikkelproces van regiogemeenten geformuleerd. Met het lokaal uitvoeringsplan richten we ons op de ontwikkeling van lokale kennis van de doelgroepen voor beschemd thuis, op ontwikkeling van de Toegang, op preventie en op netwerkvorming tussen maatwerkorganisaties, het voorliggend veld en de gemeentelijke organisatie.
De uitvoering van dit plan wordt in 2024 gecontinueerd.
Maatwerkdienstverlening 18-
8,9% van onze jongeren van 0-18 jarigen heeft in 2022 een jeugdhulpvoorziening gekregen. Dit is gedaald ten opzichte van 2021. Toen was dit 11,1%. Vanaf 2020 is er sprake van een afvlakking van de uitgaven. Vanaf 2022 zien we een sterke daling maar in 2023 zien we de uitgaven weer stijgen.
Maatregelen om kosten te beheersen zijn opgenomen in het interventieplan 'Grip op het sociaal domein'. Het interventieplan ronden we i.v.m. de looptijd in 2023 af en in 2024 wordt het programma kostenbeheersing sociaal domein opgestart. We verstevigen de inzet vanwege de nieuwe kostenstijgingen in 2023. Deze maatregelen hebben zowel een regionaal als lokaal karakter. Zoals ook in voorgaande jaren vinden ook regionaal gesprekken plaats over kostenbeheersing via regionale ontwikkeltafels wordt er (samen met andere gemeenten uit de regio Haaglanden) met aanbieders. Zoals in vrijwel alle sectoren zien we ook in de CAO voor jeugdzorg een forse stijging van de loonkosten. Deze CAO effecten zijn meegenomen in de begroting.
Daarnaast wordt gewerkt aan de uitvoering van de Regiovisie jeugdhulp Haaglanden 2021-2025. De regiovisie gaat over de verbinding tussen jeugdhulp en andere onderwerpen in het sociaal domein en richt zich vooral op gezinnen in kwetsbare situaties. Het gaat ook over de samenwerking tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders, zoals onder andere over de wachttijden in de jeugdhulp, afbouw van gesloten jeugdzorg en versterking van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Op basis van de regiomonitor 2022 is het Uitvoeringsplan Jeugdhulp Haaglanden 2024 - 2025 opgesteld. De raad heeft met het Uitvoeringsplan Jeugdhulp Haaglanden in juni 2023 ingestemd.
Geëscaleerde zorg 18-
Van onze jongeren tot 18 jaar had 0,3% in 2021 te maken had met jeugdbescherming. Dit is een daling ten opzichte van 2021. In Nederland is dit 1,2% van de jongeren in 2021 en 1,1% van de jongeren in 2022.
Het percentage jongeren tot 18 jaar die in 2022 te maken had met jeugdreclassering is 0,1%. Dit is gelijk gebleven ten opzichte van 2021. Meerjarig bekeken is het percentage stabiel. Landelijk ligt het gemiddelde percentage op 0,3%.
In 2021 is door vier betrokken jeugdregio's en Jeugdbescherrming West een verbeterplan Gertificeerde Instellingen gepresenteerd. Hiermee zijn knelpunten rond de tarieven (harmonisering en verlaging van de caseload voor de jeugdbeschermers) opgelost en er is ervaring opgedaan met de zogenaamde doorbraakmethode. In 2022 zijn we begonnen met het uitvoeren van dit plan. In 2024 continueren we deze aanpak.
De beperkte beschikbaarheid van zorg vraagt aandacht. Hiervoor is in Haaglanden het project ‘Zorglogistiek' bij de zogenaamde ‘Experttafel Complexe Zorg’ opgezet: een project met als inzet het vermijden dat kinderen tussen wal en schip vallen. Daarbij is in 2023 de verbinding gezocht met het beleidsterrein Huiselijk Geweld en Kindermishandeling met het oog op het toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Dit scenario schetst een toekomstbeeld (5`a 10 jaar) en een langdurig traject met als uitgangspunten: gezinsgericht, rechtsbeschermend, transparant, eenvoudig en lerend. In 2024 zetten we deze beweging voort.
Het huidige stelsel knelt. Dit vraagt om ruimte te maken voor een nieuwe manier van werken, een lange adem en inzet/samenwerking met alle betrokken partijen in de keten ten behoeve van een duurzame gezinsveiligheid.