Stand van zaken en vooruitblik
Crisisbeheersing en brandweer
De volgende maatregelen en activiteiten op het gebied van fysieke veiligheid worden in 2024 uitgevoerd:
In het meerjarenbeleidsplan 2020-2024 van de brandweer richt de brandweer zich op drie pijlers: energietransitie (en de gevolgen hiervan voor brandveiligheid), verdichting (en gevolgen hiervan voor bereikbaarheid voor de brandweer) en duurzame inzetbaarheid.
Vanuit Regionaal Risicoprofiel en he Regionaal Beleidsplan 2023-2026 Veiligheidsregio Haaglanden, zijn de volgende risico's als prioritair benoemd: bedreiging volksgezondheid, terrorisme, verstoring openbare orde, verstoring energievoorziening en gevolgen van extreem weer. In 2023 stond het thema 'verstoring openbare orde centraal in de operationale en bestuurlijke oefeningen. Conform de opleidingssystematiek wordt er breed geevalueerd en vinden er beleidsaanpassingen plaats wanneer nodig. In 2024 zal de intergemeentelijke werkgroep 'gevolgen extreem weer' voortgezet de ervarigen van recente stormen omzetten in taakomschrijvingen en werkinstructies.
De ingezette lijn ten aanzien van zelfredzaamheid op het gebied van brandveiligheid, heeft de afgelopen jaren stilgelegen vanwege corona en wordt in 2024 weer voortgezet. Inmiddels zijn in onze gemeente zogenoemde ‘brandweerambassadeurs’ actief. Dit zijn door de brandweer opgeleide bewoners, die voorlichting aan huis geven over brandveiligheid.
De Haaglanden gemeenten werken in 2024 verder samen aan een progamma gemeentelijke crisisbeheersing. Dit programma is een uitwerking van de herijkte Visie Bevolkingszorg en loopt vooruit op een wijziging van de Wet Veiligheidsregio's waarin kwaliteitsnormen gesteld gaan worden. De verwachting is dat zwaardere normen gesteld gaan worden aan crisisbeheersing en zal leiden tot meer op te leiden functionarissen en piketrollen.
Samen met de GHOR en zorgaanbieders wordt in 2024 opnieuw ingezet op de optimalisatie van de zelfredzaamheid en de aanpak in de zorg aan zelfstandige wonende minder zelfredzame personen.
Openbare orde en veiligheid
In 2023 is er flink geïnvesteerd op thema veiligheid en handhaving. Met extra capaciteit op handhaving, ondermijning en veiligheid zijn er stappen gezet om de basis op orde te krijgen. Ook beleidsmatig is er geïnvesteerd in een nieuw integraal veiligheidsplan. De doelen en prioriteiten op het gebied van openbare orde en veiligheid zijn, via een breed participatieproces opgehaald en vastgelegd in het Integraal veiligheidsplan 2023 – 2026 (hierna IVP). De prioriteiten zijn als volgt:
De aanpak van ondermijnende criminaliteit
Jeugd en veiligheid
Zorg en veiligheid
Weerbaarheid tegen digitale criminaliteit
Aan deze prioriteiten zijn verschillende ambities gekoppeld. Deze ambities hebben onder andere betrekking op (verbeterde) integrale samenwerking met de partners, het verbeteren van onze informatiepositie en informatiegestuurd werken, het versterken van de weerbaarheid van inwoners, ondernemers en de gemeentelijke organisatie en het nog beter inzetten op (vroeg)signalering en preventie.
Aan het IVP is een tweejarig uitvoeringsplan integrale veiligheid gekoppeld voor de periode 2023 – 2024. In dit uitvoeringsplan is concreet per prioriteit of ‘going concern’ thema uitgewerkt welke activiteiten in welke periode worden uitgevoerd om de ambities zoals opgenomen in het IVP te behalen.
Naast het integraal veiligheidsplan beschikken we ook over beleid op het gebied van toezicht en handhaving. Eind 2023 worden het nieuwe vierjaarlijkse VTH-beleidsplan en het tweejaarlijks VTH-uitvoeringsplan vastgesteld voor de periode vanaf 2024. Het betreft hier de handhaving op ruimtelijke ordening, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), milieu, in het buitengebied en rond waterkwaliteit. Met deze plannen worden verbeteringen doorgevoerd op het gebied van toezicht en handhaving. Daarnaast wordt ook voor 2024 weer een nieuw handhavingsuitvoeringsplan (HUP) vastgesteld voor de inzet van de Boa's. Het HUP is gekoppeld aan het IVP en de prioriteiten die daarin zijn opgenomen.
Leefbaarheid
Leefbaarheid en veiligheid worden door onze inwoners goed beoordeeld. Veiligheid scoort in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) een 7.8 en in de Leefbaarheidsmonitor (LEMON) een 7.8. Het aspect leefbaarheid wordt in de IVM door inwoners gewaardeerd met 7.9. Dit zijn scores die hoger liggen dan het landelijke gemiddelde.
De wijkmanagers ondersteunen bewoners bij de buurtinitiatieven en vergroten de leefbaarheid in de kernen door samenwerking tussen inwoners, netwerkpartners en de gemeente te bevorderen. Ook in 2024 wordt het netwerkoverleg Wijken die Werken gecontinueerd. Er blijkt een grote behoefte aan een netwerk van organisaties dat signaleert en samen op zoek gaat naar oplossingen. Het bestaande netwerk bestaat uit Politie, SBJ SamenSterk, woningbouwcoöperaties, kerkbesturen en gemeente. De ontwikkelagenda van de netwerkpartners focust zich op 3 thema’s: bestaanszekerheid, goede gezondheid en kansengelijkheid. Hier wordt door SBJ SamenSterk uitvoering aan gegeven door mensen bij elkaar te brengen, netwerkpartners te stimuleren met de thema’s aan de slag te gaan, plannen te schrijven, gezamenlijke activiteiten te coördineren en bewoners te stimuleren iets voor elkaar te betekenen.
In 2024 wordt het huidige beleidskader wijken die werken geëvalueerd, hierij wordt de input vanuit de visie op het sociaal domein betrokken.
1. Aanpak van ondermijnende criminaliteit
In 2023 zijn middels het uitvoeringsplan ondermijning structurele middelen beschikbaar gekomen om te kunnen investeren in de aanpak van ondermijning. In het Uitvoeringsplan integrale veiligheid 2023 - 2024 is concreet opgenomen welke acties waneer worden opgepakt.Voor de aanpak van ondermijning werken we in 2024 integraal samen met verschillende (veiligheids)partners in integrale controles, casuïstiek en beleidsontwikkeling. We investeren op bewustwording en weerbaarheid tegen ondermijning binnen en buiten de gemeentelijke organisatie door inzet van training en communicatie. Daarnaast zetten we in op het verbeteren van onze informatiepositie met als doel een sterke bestuurlijke en/of integrale aanpak op ondermijnende criminaliteit.
2. Jeugd en Veiligheid
In 2022 was het aantal meldingen van jeugdoverlast 307. Dit is iets meer dan in 2021 (284 meldingen). Echter vanaf 2021 zien we dat door de jaren heen het aantal meldingen van jeugdoverlast steeds rond de 300 meldingen op jaarbasis ligt, met uitzondering van 2019 (173 meldingen).Het aantal aantal meldingen van jeugdoverlast is in Pijnacker-Nootdorp vrij stabiel. Toch zijn er zorgen over de landelijke ontwikkelingen op het gebied van jeugdoverlast. Ontwikkeling waar ook Pijnacker-Nootdorp in de toekomst mee te maken kan krijgen.Samen met onze zorg- en veiligheidspartners zorgen we er daarom voor dat we problemen onder de jeugd, zoals overlast, middelengebruik en/of het plegen van strafbare feiten, tijdig signaleren zodat we de juiste hulp kunnen bieden of integrale aanpak kunnen inzetten. Hiermee willen we ook voorkomen dat jongeren het verkeerde (criminele) pad opgaan. In 2024 sluiten we als gemeente bij het project 'dealbreakers', om de aanwas van jonge criminelen te voorkomen.
Meldingen jeugdoverlast
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
311 | 286 | 351 | 278 | 173 | 346 | 284 | 307 |
3. Zorg en Veiligheid
In de afgelopen jaren is de overlast door personen en overlast door personen met verward gedrag toegenomen. In 2022 was het aantal incidenten van overlast door personen met verward gedrag 152 tegenover 125 in 2021. Het aantal meldingen/incidenten met betrekking tot overlast door personen in het algemeen is in 2022 met 17% toegenomen ten opzichte van 2021 (224). Ook in 2024 zetten wij verder in om dergelijke overlast en veiligheidsproblematiek, vaak veroorzaakt door kwetsbare personen, samen met onze partners zoveel als mogelijk te stoppen dan wel te beperken. We gaan veiligheidsproblematiek en overlast veroorzaakt door kwetsbare personen en personen met verward gedrag tegen door een integrale aanpak met partners vanuit het zorg-, maatschappelijk én het veiligheidsdomein. Het is van belang dat deze personen de juiste hulpverlening aangeboden krijgen, maar ook dat daar waar nodig en mogelijk repressief wordt opgetreden tegen veiligheidsproblematiek of overlast die zij veroorzaken. We zetten ook in op vroegsignalering en preventie om op die manier zo veel als mogelijk overlast en veiligheidsproblematiek te voorkomen. In 2024 wordt er uitvoeringsbeleid opgesteld voor de Wet aanpak Woonoverlast.
4. Weerbaarheid tegen digitale criminaliteit
De afgelopen jaren is digitale criminaliteit toegenomen en daarmee ook het aantal slachtoffers van deze vorm van criminaliteit. In 2024 zetten we in op het versterken van onze informatiepositie over de aard en omvang van digitale criminaliteit en slachtofferschap in Pijnacker-Nootdorp. Op basis daarvan zetten we samen met partners op weerbaarheid tegen digitale criminaliteit van onze inwoners en ondernemers. Het doel is om op deze manier slachtofferschap van digitale criminaliteit in Pijnacker-Nootdorp te verminderen dan wel te beperken. In 2024 worden er verschillende bewustwordingscampagnes uitgevoerd.
Riolering
Het beheer en onderhoud van de riolering wordt uitgevoerd volgens het verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2022-2025 (vGRP). In het vGRP staat hoe de wettelijke zorgplicht wordt ingevuld, die de gemeente heeft voor afvalwater, hemelwater en grondwater. In het GRP is ook de hoogte en de onderbouwing van de rioolheffing opgenomen. Met de zorg voor de riolering wordt gewerkt aan de bescherming van de volksgezondheid, veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving en de bescherming van het milieu en natuur.
In de komende jaren worden de gemalen van de drukriolering in het buitengebied grootschalig gerenoveerd. Daarnaast staat de vervanging van enkele wijkgemalen op de planning van het vGRP. De gefaseerde aanpak van de riolering in Klapwijk wordt verder voortgezet. In de afvalwaterketen wordt samengewerkt met het Netwerk Afvalwaterketen Delfland (NAD). Dit is een netwerkorganisatie van de gemeenten en drinkwaterbedrijven die in onze regio liggen.
Ook in 2024 verzorgt de gemeente Pijnacker-Nootdorp, als centrumgemeente van de Gemeenschappelijke regeling samenwerking gemalen en persleidingen stedelijk afvalwater, het beheer en onderhoud van de gemalen in de gemeenten Delft en Leidschendam-Voorburg.
Milieubeheer
In 2023 is gestart met het opstellen van een nieuw actieplan geluid. Het actieplan moet vijfjaarlijks worden geactualiseerd op grond van de Europese richtlijn Omgevingslawaai. Het plan richt zich op het terugdringen van geluidbelasting en op het behouden van locaties met een goede geluidkwaliteit. Bij het opstellen van het actieplan wordt het Milieuplatform vroegtijdig betrokken . Ook de gemeenteraad zal voor wensen en zienswijze betrokken worden bij de totstandkoming (Q1 2024). De vaststelling van het plan is voorzien in Q2 2024.
Ook is in in 2023 veel tijd besteed aan het onderzoeken hoe milieuaspecten kunnen worden opgenomen in het omgevingsplan. Bij het pilot omgevingsplan Tolhek wordt gekeken hoe milieuaspecten verwerkt kunnen worden. Ook de zogenaamde bruidschat regels (landelijke milieuregels die de gemeente bij start van de Omgevingswet meekrijgt van het Rijk) worden hierbij meegenomen.
In het project emissieloze kas werken we samen andere glastuinbouwgemeenten in de regio, de waterschappen, de sector en de omgevingsdienst aan het verbeteren van de waterkwaliteit in glastuinbouwgebieden. We hebben extra middelen beschikbaar gesteld zodat de ODH, samen met het Hoogheemraadschap, meer kan controleren en handhaven in dit project.
Een ander speerpunt bij eguliere taken die de ODH namens ons uitvoert, zijn de controles op naleving van de voorschriften voor toepassing van assimiliatiebelichting door glastuinbouwbedrijven.
Daarnaast wordt in regionaal verband gewerkt om het beleid op het gebied van externe veiligheid en geluid aan te passen aan de eisen die de Omgevingswet stelt. Uiteindelijk zal dit beleid worden opgenomen in het omgevingsprogramma Omgevingskwaliteit. In 2024 wordt met dit programma gestart met het opstellen van een kaderstellende notitie.
Afval
Het Nieuwe Inzamelen is volledig ingevoerd en heeft geleid tot een daling van het aanbod van restafval tot 178 kg restafval per inwoner. Om in beeld te brengen hoe vervolgstappen gemaakt kunnen worden om het beleidsdoel van 100 kg restafval per inwoner te kunnen halen, wordt in 2024 uitvoering gegeven aan de uitwerking van het voorstel voor de verdere doorontwikkeling van het afvalbeleid. Verder worden de lopende projecten voor de kwaliteitsverbetering van PMD en GFT en de communicatie over afvalscheiding voortgezet
Energietransitie
Ambitie en beleid
In 2050 komt alle energie in onze gemeente uit hernieuwbare bronnen en verbruiken we minder energie. In november 2021 is daartoe het Energietransitieplan en het bijbehorend uitvoeringsprogramma door de raad vastgesteld als nieuwe marsroute naar een energieneutraal 2050. De afgelopen jaren is beleid gemaakt voor energieneutraliteit en zijn stappen gezet in de uitvoering. Er zijn in het uitvoeringsprogramma 5 deelprogramma’s opgesteld aan de hand waarvan we de energietransitie handen en voeten geven, deze zijn:
Bewustwordingsprogramma “Met Energie Aan de Slag”
Warmte;
Elektriciteit;
Mobiliteit;
Eigen vastgoed en energieverbruik.
Sinds het opstellen van het Energietransitieplan en het uitvoeringsprogramma is er veel veranderd in de wereld van de energie. Energieprijzen fluctueren sterk na jarenlange stabiliteit. Hogere energieprijzen veroorzaken energiearmoede en brengen alternatieven dichterbij. Onze bewoners zijn zich steeds meer bewust van de kosten van energie en zijn op zoek naar alternatieven en besparing. De landelijke overheid stimuleert dit en past wet- en regelgeving aan en ondersteunt met onder ander het nationaal isolatieprogramma, de energiearmoede, de subsidiering van energiemaatregelen, het belasten van aardgas en het bepalen van de maximum warmteprijzen. De gemeente voert regie en faciliteren we onze samenleving met o.a. de duurzaamheidscoaches, isolatieprogramma, duurzaamheidslening, centrale inkoopacties en onze actieve rol in de realisatie van warmtenetten.
De energietransitie zit daarmee in een versnelling. We kunnen dit nog niet met actuele cijfers onderbouwen. De beschikbare cijfers zijn van 3 jaar geleden. Op basis van de laatste cijfers loopt het percentage hernieuwbare energie dat wordt opgewekt in onze gemeente vooruit op het landelijke gemiddelde. Wij hebben (nog) geen herijkte cijfers mogen ontvangen, derhalve zijn de cijfers van vorig rapportage toegevoegd.
Voor 2020 was het doel dat het aandeel hernieuwbare energie 15% moest zijn. Bij hernieuwbare energie gaat het om elektriciteit en warmte. In 2019 was de opgewekte hernieuwbare energie 9,3 % van het totale energieverbruik in onze gemeente. Dit ligt hoger dan het landelijk gemiddelde (8,5% ). In 2020 bedroeg de totale warmte- en elektriciteitsvraag 6.713 TJ (1.251 TJ elektra en 5.462 TJ warmte). Van deze vraag is 870 TJ (89 TJ zon, 781 TJ Geothermie) aan energie duurzaam opgewekt, zijnde 13,0% van de totale warmte- en elektriciteitsvraag.
In 2021 bedroeg de warmte- en elektriciteitsvraag 6.569 TJ (1.187 TJ elektriciteit en 5.382 TJ warmte). Van deze vraag is 773 TJ (109 TJ zon / 664 TJ geothermie) aan energie duurzaam opgewekt, zijnde 11,7% van de totale warmte- en elektriciteitsvraag. De vraag naar energie is in 2021 afgenomen. Het percentage inzet duurzame energie is daarentegen wel teruggelopen in 2021. De verklaring hiervoor is Dit dat geothermie minder is in gezet. Het vermogen zonne-energie is tussen 2020 en 2021 wel toegenomen van 29 MW naar 37 MW, ofwel 8 MW groei. In 2022 is het vermogen zonne-energie gegroeid van 37 naar 47 MW en de productie uit de zonnepanelen bedroeg 156 TJ.
Hernieuwbare elektriciteit wordt opgewekt uit zon, wind, waterkracht of biomassa. Onze gemeente scoorde in 2020 met hernieuwbare elektriciteit 7,3 %. Dat is lager dan het landelijke gemiddelde van 20,1%. Door het grote verbruik van de glastuinbouw scoort onze gemeente lager dan gemiddeld. Hernieuwbare elektriciteit komt in onze gemeente vooral uit zonne-energie. In onze gemeente wordt geen hernieuwbare energie opgewekt door wind. De productie van duurzame elektriciteit met behulp van zonne-energie is in 2020 met 33% gestegen ten opzichte van 2019. In 2020 werd 7,3% (6,1% in 2019) van het gemeentelijke elektriciteitsverbruik opgewekt met zonnepanelen. Hernieuwbare warmte wordt opgewekt uit onder meer verbranding van afval, biomassa, Warmte Koude Opslag (WKO) en aardwarmte. Het aandeel opgewekte hernieuwbare warmte kwam in 2019 voor onze gemeente uit op 10,6% tegen 6,4% landelijk.
In 2024 werken we op verschillenden fronten aan de energietransitie:
We stimuleren onze inwoners om energiebesparende maatregelen te nemen. Dit doen we met onze informatiecampagne "Met Energie Aan de Slag", duurzaamheidslening, centrale inkoopacties en - coaches.
In de warmtetransitie hebben we een actieve regisserende rol om te versnellen. We gaan met de samenleving op pad om per wijk WijkUitvoeringsPlannen (WUP) op te stellen om van het aardgas af gaan. Klapwijk is hierin de eerste wijk in oktober 2023 valt de beslissing of hier een warmtenetwerk wordt aangelegd, 's-Gravenhout de tweede wijk waar we een Wijkuitvoeringsplan willen opstellen.
In de regio werken we samen in de warmte samenwerking Oostland en Regionale Energiestrategie. In de tweede helft van 2023 werken we toe naar een voorstel om de eerste grote stappen te maken in de gebiedsdekkende warmte-infrastructuur in Oostland en het regionale restwarmtenet (mogelijke aansluiting op WarmtelinqQ) in Pijnacker-Nootdorp. In 2024 gaan we hier invulling aangeven.
Opwek van energie en toename van de het gebruik van elektriciteit heeft gevolgen voor het elektriciteitsnetwerk. Samen met Stedin werken we aan oplossingen om ons elektriciteitsnetwerk toekomstbestendig te maken. Te denken valt aan opslag, verzwaring van kabels en het plaatsen van nieuwe transformatorhuizen.
Energieopwekkende maatregelen kennen over het algemeen ruimtelijke gevolgen welke het beste in samenhang onderzocht en beoordeeld moeten worden. De Omgevingsvisie en Energietransitieplan zijn gelijktijdig opgesteld. De komende jaren werken we dit uit in nadere beleidsuitgangspunten (omgevingsprogramma’s en omgevingsplannen) en in wijkuitvoeringsplannen voor specifiek de warmte en aardgasvrije wijken. Dit doen we met de samen met de samenleving.
We werken aan ondersteunend beleid, waaronder regels voor het plaatsen van maatregelen in en om het huis, versterking van het elektriciteitsnetwerk door onder andere transformatorhuizen, en de inbedding van de energietransitie in omgevingsprogramma’s en -plannen.