1. We werken samen met inwoners, organisaties, ondernemers, brandweer en politie aan de veiligheid en leefbaarheid in onze wijken en buurten

We stimuleren activiteiten waarbij inwoners, organisaties en bedrijven bijdragen aan de veiligheid in hun directe woon- en leef­omgeving. Dat kan onder andere door de inzet van Burgernet, wijktoezicht en WhatsApp Buurtpreventie. Nieuwe inwoners krijgen informa­tie van de brandweer over brandveilig leven. Gemeente, politie, jeugd- en jongerenwerk en kernteams geven uitvoering aan de per­soonsgerichte aanpak, door zo vroeg mogelijk probleemjongeren te signaleren. Zo wordt gericht gewerkt om erger te voorkomen.

Vanuit het beleidskader Wijken die Werken worden middelen en instrumenten ingezet om bewoners bij buurtinitiatieven te ondersteunen. Wijkmanagers dragen bij aan het vergroten van de leefbaarheid in de kernen door de samenwerking tussen inwoners, netwerkpartners en de gemeente te bevorderen. Daarnaast ondersteunt het netwerkoverleg bij het signaleren van problemen en knelpunten in buurten en wijken.

2. De gemeente voert regie op de integrale aanpak van verschillende vormen van criminaliteit en overlast

In het nieuwe integrale veiligheidsbeleid en uitvoeringsvoeringsplan zijn de prioriteiten benoemd voor de komende vier jaar. De gemeente voert nadrukkelijk de regie op de aanpak van deze prioriteiten en stuurt daarbij op integrale samenwerking. Waar mogelijk zetten we in op preventieve maatregelen, daar waar nodig ook repressieve maatregelen. Omdat de trends en ontwikkelingen in het veiligheidsdomein elkaar snel kunnen opvolgen is het van belang dat gemeenten en veiligheidspartners flexibel en adaptief te werk gaan. We houden focus op onze prioriteiten, maar springen snel in op (onvoorziene) incidenten en ontwikkelingen.

Deze trends en ontwikkelingen willen we goed in beeld hebben en daarom werken we zoveel mogelijk informatiegestuurd. Hierbij gebruiken we onze eigen informatie en die van onze (veiligheids)partners.

Als gemeente signaleren we ontwikkelingen die om een integrale aanpak vragen. We nemen het initatief, brengen partijen samen, faciliteren samenwerking, organiseren de uitvoering, monitoren de voortgang en sturen daar waar nodig bij.

In al onze aanpakken leggen we ook focus op het versterken van de weerbaarheid en sociale samenhang in onze wijken en buurten. Inwoners kunnen een belangrijke rol spelen in de signalering en meldingen van criminaliteit en overlast. Inwoners die in hun wijk actief aan hun eigen veiligheid en leefbaarheid bijdragen, voelen zich ook veliger.

3. Duurzaamheid versnellen, intensivering en verbreden

De energietransitie is een mix van maatregelen: bijvoorbeeld energiebesparingsmaatregelen, zonne-energie en warmte (lokaal en regionaal. De uitvoering is niet alleen een taak van de overheid. Een groot deel ligt bij onze inwoners, bedrijven, (sport)verenigingen en andere partijen in de samenleving. De gemeente informeert haar inwoners en bedrijven over de mogelijkheden wat zij nu al individueel kunnen doen. De campagne “Met Energie Aan de Slag” loopt en de gesprekken met professionele partijen en bewoners zijn gaande. Het Regionale Energieloket (REL) is ons energieloket. Hiermee verbeteren we de communicatie richten onze inwoners en faciliteren we de samenleving met duurzaamheidscoaches (22) en centrale inkoopacties voor bijvoorbeeld warmtepompen en isolatie. De gemeente faciliteert en regisseert en is daar waar nodig actief voor collectieve oplossingen in zowel warmte als isoleren van woningen die bijdragen aan een energie neutrale gemeente.

De landelijke overheid komt met maatregelen om dit te ondersteunen, fysieke maatregelen zoals subsidies voor isolatie, warmtepompen, het elektrisch rijden, de verplichte hybride warmtepomp. Ook stellen ze middelen beschikbaar voor onze eigen inzet en is wetgeving nagenoeg gereed.

Onze doelstellingen met betrekking tot besparen, de energietransitie, lokale energieopwekking en mobiliteit, hebben invloed op het huidige elektriciteitsnetwerk. Door de versnelling van de energietransitie speelt dit eerder dan gedacht. Samen met Stedin brengen we in beeld wat dit betekent en hoe mogelijk netcongestie in de toekomst voorkomen kan worden. Dit vraagt aanpassingen in het elektriciteitsnet, bijvoorbeeld doorverzwaring van kabels, extra transformatorhuizen en opslag van elektriciteit. In de tweede helft van 2023 maken we indien nodig hiervoor nieuw beleid, wat later wordt opgenomen in het omgevingsprogramma warmte en duurzame gemeente.

De warmtetransitie vraagt van ons een actieve regisserende rol, het is geen zelfregulerende markt. Dit hebben we al gedaan (geothermiebron, Pijnacker-Noord) in het verleden, heden (aardgasvrij Klapwijk) en dat blijven we doen op lokaal en regionaal niveau. In de regio werken we samen in de Warmte samenwerking Oostland en Regionale Energiestrategie Rotterdam-Den Haag. In 2023 werken we toe naar een voorstel om de eerste grote stappen te maken in de gebiedsdekkend warmte-infrastructuur in Oostland en het regionale restwarmtenet (mogelijke aansluiting op WarmtelinQ) in Pijnacker-Nootdorp.

Energieopwekkende maatregelen kennen over het algemeen ruimtelijke gevolgen welke het beste in samenhang onderzocht en beoordeeld moeten worden. De Omgevingsvisie en Energietransitieplan zijn daarom gelijktijdig opgesteld. De komende jaren werken we dit uit in nadere beleidsuitgangspunten (Omgevingsprogramma warmte, duurzame gemeente en Omgevingsplannen) en in Wijkuitvoeringsplannen voor specifiek de warmte en aardgasvrije wijken.

We hebben een concessie voor het plaatsen van elektrische laadpalen tot 2025. Het aantal laadvoorzieningen in onze gemeente is op dit moment afdoende. Ook elektrisch rijden wordt versneld. In 2024 willen we verkennen wat de toekomstige behoefte is voor laadpunten in onze gemeente en waar nodig ons beleid aan te passen. Daarnaast moeten we ook kijken naar onszelf, we hebben grote stappen in de verduurzaming van ons eigen vastgoed en mobiliteit. We werken aan het verbeteren van het maatschappelijk vastgoed, waaronder scholen.

4. Aandacht voor lucht, water- en bodemkwaliteit en geluid

De belangrijkste opgave voor de komende jaren is het opnemen van de milieuthema's in de instrumenten omgevingsprogramma en omgevingsplan van de Omgevingswet. De thema's betreffen naast lucht, water, bodem en geluid overigens ook licht, externe veiligheid, milieuzonering en geur. Deze thema's zullen worden opgenomen in het omgevingsprogramma Omgevingskwaliteit. Het omgevingsprogramma Omgevingskwaliteit staat gepland voor 2024.

5. Het verbeteren van toezicht en handhaving

Tot op heden hanteert de gemeente een informele handhavingsaanpak (‘in contact’) bij overtredingen, meldingen en de afhandeling van klachten. Wanneer de informele aanpak niet werkt, zetten we formele handhaving in. In 2023 is de handhavingscapaciteit uitgebreid, daarmee is de basis op orde gebracht. Eind 2023 wordt het nieuwe VTH-beleidsplan en VTH-uitvoeringsplan vastgesteld en een nieuw ‘Handhavingsuitvoeringplan boa’s’ voor 2024 vastgesteld. Deze plannen voeren we in 2024 uit. De prioriteiten in het ‘Handhavingsuitvoeringsplan boa’s’ worden gekoppeld aan de prioriteiten van het Integraal veiligheidsplan 2023 – 2026:

• De aanpak van ondermijning;

• Jeugd en veiligheid;

• Zorg en veiligheid;

• Weerbaarheid tegen digitale criminaliteit.

Bij alle vier de prioriteiten hebben de boa’s een signalerende rol. Zij zijn belangrijke ogen en oren voor de gemeentelijke organisatie en zorgen ervoor dat signalen over ondermijnende criminaliteit, overlastgevende jeugd of personen of zorgen rondom specifieke personen bij de juiste medewerkers of partners terecht komen. Bij de prioriteiten ‘aanpak van ondermijning’ en ‘jeugd en veiligheid’ hebben de boa’s een nog actievere rol. Voor de aanpak van ondermijning worden boa’s ingezet voor (integrale) controles en treden zij handhavend op daar waar nodig. Op het gebied van jeugd en veiligheid sluiten de boa’s aan bij de driemensschappen met wijkmanager, wijkagent en jongerenwerker, gaan zij op straat met de (overlastgevende) jeugd in gesprek en treden zij handhavend op als de situatie daar om vraagt. Het VTH-beleidsplan en het VTH-uitvoeringsplan zijn op het moment van schrijven nog in ontwikkeling en de prioriteiten zijn nog niet vastgesteld.