Financiering

In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot de financieringsfunctie van de gemeente. Het zijn de onderwerpen die betrekking hebben op het besturen en beheersen van vermogenswaarden, geldstromen, die financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

De gemeentelijke regelgeving met betrekking tot de financieringsfunctie is gebonden aan algemeen geldende wettelijke kaders, waaronder de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden. Als uitvloeisel van artikel 212 van de Gemeentewet is de basis vastgelegd in de Financiële verordening van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en het Treasurystatuut.

In deze paragraaf wordt ingegaan op:

  1. De beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

  2. Liquiditeitsplanning

  3. Financieringsbehoefte

  4. Rentetoerekening

1. De beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

Rentevisie

Geldmarkt: de rente over kortlopende schulden wordt gebaseerd op de Euribor (Euro Interbank Offered Rate). De Euribor is het tarief dat wordt bepaald aan de hand van de percentages waartegen Europese primaire banken elkaar onderling leningen verstrekken. Sinds september 2022 is de rentevergoeding vanuit het Schatkistbankieren van 0% in zeer korte tijd gestegen naar ruim 3,66%. Voor de komende jaren wordt in de begroting rekening gehouden met een rentevergoeding van gemiddeld 3,25% in 2025 naar 2,50% in 2028.

Kapitaalmarkt: op het moment van het opstellen van de begroting 2025 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de rente verhoogd en is de herfinancieringsrente op 4,25% vastgesteld. De verwachting is dat de herfinancieringsrente op de langere periode iets zal afnemen.

Risicobeheer

De risico’s die binnen de gemeentefinanciering kunnen worden onderscheiden zijn: Koersrisico, Valutarisico, Renterisico, Kredietrisico en Liquiditeitsrisico. De gemeente maakt geen gebruik van beursgenoteerde, koersafhankelijke financieringsmiddelen of financieringsmiddelen in vreemde valuta en is dat de komende jaren ook niet van plan. Er zal dus geen sprake zijn van directe koers- of valutarisico’s.

Renterisico

De Wet Fido (financiering decentrale overheden) stelt een maximum aan de renterisico’s die een gemeente mag lopen, voor zowel de korte (kasgeldlimiet) als de lange (renterisiconorm) termijn.

Kasgeldlimiet

Om het effect van renteschommelingen op korte termijn te beperken moet de gemeente zich houden aan de kasgeldlimiet. Deze limiet bepaalt wat het maximum totaal aan kortlopende schulden in de vorm van rekening courantkrediet en kasgeld mag zijn, en is gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.

Voor 2025 bedraagt de kasgeldlimiet voor Pijnacker-Nootdorp:

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Omvang begroting per 1 januari 2025

191.333

191.333

191.333

191.333

Toegestane kasgeldlimiet

In procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

In bedragen

16.263

16.263

16.263

16.263

Omvang vlottende schuld

Opgenomen gelden < 1 jaar

0

0

0

0

Schuld in rekening courant

0

0

0

0

Gestorte gelden door derden < 1 jaar

0

0

0

0

Overige geldleningen (geen vaste schuld)

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

Vlottende middelen

Contante gelden in kas

0

0

0

0

Tegoeden in rekening courant (incl.SKB)

97.000

108.000

99.000

100.000

Overige uitstaande gelden <1 jaar

0

0

0

0

Totaal

97.000

108.000

99.000

100.000

Toets kasgeldlimiet

Toegestane kasgeldlimiet

16.263

16.263

16.263

16.263

Totaal netto vlottende schuld

-97.000

-108.000

-99.000

-100.000

Ruimte (+)/Overschrijding (-)

113.263

124.263

115.263

116.263

De kasgeldlimiet wordt niet overschreden.

Renterisiconorm

Ter beperking van renterisico’s op de lange termijn geldt vanuit de wet Fido de renterisiconorm. Volgens deze norm mag het renterisico maximaal 20% van het begrotingstotaal bedragen. Hiermee wordt een evenwichtige spreiding van renteherzienings- en herfinancieringsmomenten beoogd.

De aflossings- en herfinancieringstotalen afgezet tegen de begrotingstotalen voor de komende jaren levert het volgende beeld op qua renterisiconorm: 

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

2025

2026

2027

2028

Renterisico’s

Renteherziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

Renteherziening op vaste schuld u/g

0

0

0

0

1

Renteherziening op vaste schuld (per saldo)

0

0

0

0

2

Aflossing

9.875

9.875

9.875

9.541

Renterisico op vaste schuld (1+2)

9.875

9.875

9.875

9.541

Renterisiconorm

38.267

32.426

32.615

32.171

Ruimte onder renterisiconorm

28.392

22.551

22.740

22.630

Overschrijding renterisiconorm

Berekening renterisiconorm

Begrotingstotaal

191.333

162.130

163.073

160.855

Vastgelegd percentage

20%

20%

20%

20%

Renterisiconorm

38.267

32.426

32.615

32.171

De renterisiconorm wordt niet overschreden.

Kredietrisico

Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij haar financiële verplichtingen niet na kan komen. In het geval van uitzettingen bestaat her risico dat de kredietwaardigheid van de tegenpartij daalt. De gemeente heeft behalve de duurzaamheidsleningen en startersleningen geen andere rechtstreekse geldleningen verstrekt.

De gemeente loopt risico op geldleningen waarover een garantstelling is verstrekt. Voor een overzicht van de garantstellingen wordt verwezen naar de staat van gewaarborgde geldleningen.

De voormalig gemeente Pijnacker heeft, als secundaire arbeidsvoorwaarde, hypothecaire leningen verstrekt aan haar personeel. Nieuwe verstrekkingen zijn inmiddels niet meer toegestaan, derhalve wordt alleen nog risico gelopen over één restant hypotheeksom. De gemeente heeft behalve de duurzaamheidsleningen en startersleningen geen andere rechtstreekse geldleningen verstrekt.

Liquiditeitsrisico

Op basis van een gedetailleerde korte termijnplanning en een globale meerjarige liquiditeitsplanning wordt ingeschat wanneer de gemeente over welke hoeveelheid liquide middelen moet beschikken. Geëigende middelen om over de juiste liquiditeit te beschikken zijn de inzet van de rekening courant bij de BNG en (langlopende) leningen. Omdat de gemeente een zeer solide en betrouwbare partner is kan er, ook in geval van krapte op de geld- en kapitaalmarkt, altijd geld worden aangetrokken.

2. Liquiditeitsplanning 

De globale liquiditeitsplanning voor 2025-2028 en verder ziet er als volgt uit: 

Meerjaren liquiditeitsprognose per 1 januari (bedragen x € 1 mln.)

2025

2026

2027

2028

Cashflow in

Baten exploitatie en rente (excl.reserve & voorzieningen)

145,2

142,0

145,7

149,9

Baten Grondexploitaties

19,0

3,0

0,9

1,2

Totaal

164,1

145,0

146,6

151,1

Cashflow out

Lasten (Exploitatie en rente)

-140,9

-143,3

-143,2

-149,0

Lasten (Grondexploitatie)

-10,0

-5,7

0,9

0,7

ten laste van voorzieningen

-3,9

-2,0

-1,8

-1,8

Investeringsplanning netto

-22,6

-14,5

-13,9

-10,1

Aflossing leningen o/g

-9,9

-9,9

-9,9

-9,9

Totaal

-187,3

-175,4

-167,9

-170,1

Resultaat cashflow

-23,2

-30,3

-21,3

-19,0

De komende jaren is een overliquiditeit aanwezig, deze wordt veroorzaakt door het huidige positieve saldo Schatkisbankieren van ongeveer €100 miljoen. Mocht een liquiditeitsbehoefte ontstaan dan zal in eerste instantie een beroep worden gedaan op de rekening courant bij de BNG Bank. De rente die op het krediet in rekening courant gerekend wordt is gebaseerd op de kortetermijnrente en lager dan de langetermijnrente. Fluctuaties tot een limiet van € 15 miljoen debet worden hierin opgevangen.

3. Financieringsbehoefte

In onderstaande overzicht vindt u de financieringsbehoefte van de gemeente voor de periode 2025-2028.

Financieringspositie per 1 januari (bedragen x € mln.)

2025

2026

2027

2028

Daling lening portefeuille

-9,9

-9,9

-9,9

-9,9

Kasstroomresultaat

-13,3

-20,5

-11,4

-9,1

Subtotaal

-23,2

-30,3

-21,3

-19,0

RC tegoed/te kort

97,0

73,8

43,5

22,2

Financieringsoverschot/tekort

73,8

43,5

22,2

3,2

Op basis van de huidige informatie heeft de gemeente tot en met 2028 een financieringsoverschot. Hierbij is rekening gehouden met het voortschrijdend inzicht dat de ambities van de investeringen achterblijven op de realisatie daarvan. Op basis van de afgelopen drie jaar wordt rekening gehouden met een realisatie van de investeringen van 50%. Vanaf 2029 is de verwachting dat het financieringsoverschot omslaat naar een financieringstekort. Grootste onzekerheden in de begrote uitgaven en inkomsten vormt het achterblijven van de realisatie van de investeringen en snellere realisatie van de grondverkopen. De lange termijn rentepercentages (15 jaar) voor een lineaire lening is op het moment van het opstellen van de begroting rond de 3,1%. De verwachting is dat het rentepercentage van een lange termijn lening nog licht zal stijgen.

4. Rentetoerekening

Het renteschema 2025 geeft inzicht in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.

Renteschema (bedragen x € 1)

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering

1.504.029

b. De externe rentebaten

-3.250.000

Totaal door te rekenen externe rente

-1.745.971

c. De rente die aan de grondexploitatie wordt doorberekend

19.028

De rente van projectfinanciering doorberekend aan taakveld

0

De rentebaat van doorverstrekte leningen die aan betreffende taakveld wordt doorberekend

0

19.028

Saldo door te rekenen externe rente

-1.726.943

d1. Rente over eigen vermogen

0

d2. Rente over voorzieningen

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

-1.726.943

e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-1.139.653

f. Renteresultaat op het taakveld Treasury

-2.866.596

Vaststelling omslagrente

Het BBV heeft vastgesteld hoe het rentepercentage aan taakvelden toe te rekenen rente dient te worden vastgesteld. De totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente wordt afgezet tegen de begrote boekwaarde van de activa die integraal gefinancierd worden. In het onderstaand overzicht is weergegeven welke berekening ten tijde van de Begroting 2025 van toepassing is op de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Het percentage voor 2025 is 0,5%.

Berekening omslagpercentage

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

975.182

Boekwaarde activa per 1 januari 2025

188.747.819

Omslagrente percentage

0,5%

Toerekening rente aan grondexploitaties

Bij het vaststellen van het beleid voor het toerekenen van rente aan de grondexploitaties is rekening gehouden met de laatste wijzigingen van het BBV. In de notitie grondexploitaties 2016 van de commissie BBV van maart 2016 staan de volgende stellige uitspraken:

De toegestane toe te rekenen rente aan Bouwgrond In Exploitatie (BIE) moet worden gebaseerd op de daadwerkelijke te betalen rente over het vreemde vermogen. Het is niet toegestaan om rente over het eigen vermogen toe te rekenen aan BIE. Het over het vreemd vermogen te hanteren rentepercentage moet als volgt worden bepaald:

  1. Het rentepercentage van de direct aan de grondexploitatie gerelateerde financiering in het geval van projectfinanciering.

  2. Het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemde vermogen/totaal vermogen, indien er geen sprake is van projectfinanciering.

  3. Indien de gemeente geen externe financiering heeft, dan wordt geen rente toegerekend.

De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties wordt voor alle gemeenten gelijkgesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone.

Van de eerste stellige uitspraak is alleen 1b van toepassing op de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Bij het bepalen van het rekenrentepercentage voor de grondexploitaties moet namelijk rekening gehouden worden met de verhouding eigen- en vreemd vermogen. Voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp geldt ten tijde van het opstellen van de begroting 2025 een verhouding van 70-30 (EV-VV gebaseerd op de verwachte beginbalans 2024). Dat houdt in dat van de investering geacht wordt 30% te financieren met vreemd vermogen. Rekening houdend met een gewogen gemiddeld rentepercentage, zoals vastgelegd in de notitie Grondexploitaties van het BBV, kan het rentepercentage voor de grondexploitaties worden vastgesteld. De gemeente Pijnacker-Nootdorp baseert dit percentage specifiek op het gewogen gemiddelde van de komende vier jaar, elk begrotingsjaar wordt deze opnieuw bepaald.

Gemiddelde rentepercentage =

∑ (Resterend bedrag lening jaar Y x rentepercentage)

∑ Resterend bedrag leningen jaar Y

Met in acht neming van de 30% vreemd vermogen wordt het rentepercentage na afronding voor de grondexploitaties vastgesteld op 0,89%.

In het onderstaande overzicht is weergegeven welke berekening ten tijde van de begroting 2025 van toepassing is op de toerekening van rente aan grondexploitaties in gemeente Pijnacker-Nootdorp.

Berekening toe te rekenen rentebedrag aan grondexploitatie

Boekwaarde grondexploitaties 1-1-2025

-2.642.825

Toe te rekenen rentepercentage grondexplotatie

0,720%

Toe te rekenen rentebedrag aan grondexploitatie

-19.028

Door op deze wijze de rentetoerekening aan grondexploitatie te bepalen voldoet de gemeente Pijnacker-Nootdorp aan de eisen van het BBV.

De tweede stellige uitspraak betreft de disconteringsvoet. De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd conform de stellige uitspraak van de commissie BBV is gelijkgesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone. Dat percentage is op dit moment ongeveer 2%.