Financiering
In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot de financieringsfunctie van de gemeente. Het zijn de onderwerpen die betrekking hebben op het besturen en beheersen van vermogenswaarden, geldstromen, die financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
De gemeentelijke regelgeving met betrekking tot de financieringsfunctie is gebonden aan algemeen geldende wettelijke kaders, waaronder de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden. Als uitvloeisel van artikel 212 van de Gemeentewet is de basis vastgelegd in de Financiële verordening van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en het Treasurystatuut.
In deze paragraaf wordt ingegaan op:
De beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille
Liquiditeitsplanning
Financieringsbehoefte
Rentetoerekening.
1. De beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille
Rentevisie
De gemeente heeft al enkele jaren een hoge liquiditeit als gevolg van de verkoop van Eneco-aandelen, en deze liquiditeit is op Schatkistbankieren geplaatst. De algemene rente was destijds negatief en binnen Schatkistbankieren was 0% de ondergrens. Sinds 2022 is de rentevergoeding vanuit het Schatkistbankieren van 0% in korte tijd gestegen naar ruim 3%. De laatste tijd zien we een daling van de rente. Voor de komende jaren wordt in de begroting rekening gehouden met een rentevergoeding van gemiddeld 1,9%. Vanwege nieuwe investeringen zal het saldo Schatkistbankieren jaarlijks afnemen en zijn nieuwe leningen nodig. Uitgegaan is van tienjarige lineaire leningen, maar op het moment dat financiering nodig is zal bezien worden welke financiering het meest geëigend is. Voor langlopende leningen calculeren wij met een percentage van 2,7 hetgeen overeenkomt met de actuele rente.
Risicobeheer
De risico’s die binnen de gemeentefinanciering kunnen worden onderscheiden zijn: Koersrisico, Valutarisico, Renterisico, Kredietrisico en Liquiditeitsrisico. De gemeente maakt geen gebruik van beursgenoteerde, koersafhankelijke financieringsmiddelen of financieringsmiddelen in vreemde valuta en is dat de komende jaren ook niet van plan. Er zal dus geen sprake zijn van directe koers- of valutarisico’s.
Renterisico
De Wet Fido (financiering decentrale overheden) stelt een maximum aan de renterisico’s die een gemeente mag lopen, voor zowel de korte (kasgeldlimiet) als de lange (renterisiconorm) termijn.
Kasgeldlimiet
Om het effect van renteschommelingen op korte termijn te beperken moet de gemeente zich houden aan de kasgeldlimiet. Deze limiet bepaalt wat het maximum totaal aan kortlopende schulden in de vorm van rekening courantkrediet en kasgeld mag zijn, en is gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.
Voor 2026 bedraagt de kasgeldlimiet voor Pijnacker-Nootdorp:
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | 1e kw 2026 | 2e kw 2026 | 3e kw 2026 | 4e kw 2026 |
|---|---|---|---|---|
Omvang begroting per 1 januari 2026 | 170.979 | 170.979 | 170.979 | 170.979 |
Toegestane kasgeldlimiet | ||||
In procenten van de grondslag | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% |
In bedragen | 14.533 | 14.533 | 14.533 | 14.533 |
Omvang vlottende schuld | ||||
Opgenomen gelden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 |
Schuld in rekening courant | 0 | 0 | 0 | 0 |
Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige geldleningen (geen vaste schuld) | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vlottende middelen | ||||
Contante gelden in kas | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegoeden in rekening courant (incl.SKB) | 45.189 | 35.609 | 26.028 | 16.448 |
Overige uitstaande gelden <1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 45.189 | 35.609 | 26.028 | 16.448 |
Toets kasgeldlimiet | ||||
Toegestane kasgeldlimiet | 14.533 | 14.533 | 14.533 | 14.533 |
Totaal netto vlottende schuld | -45.189 | -35.609 | -26.028 | -16.448 |
Ruimte (+)/Overschrijding (-) | 59.722 | 50.142 | 40.562 | 30.981 |
De kasgeldlimiet wordt niet overschreden.
Renterisiconorm
Ter beperking van renterisico’s op de lange termijn geldt vanuit de wet Fido de renterisiconorm. Volgens deze norm mag het renterisico maximaal 20% van het begrotingstotaal bedragen. Hiermee wordt een evenwichtige spreiding van renteherzienings- en herfinancieringsmomenten beoogd.
De aflossings- en herfinancieringstotalen afgezet tegen de begrotingstotalen voor de komende jaren levert het volgende beeld op qua renterisiconorm:
Renterisico's vaste schuld (bedragen x € 1.000) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
Renterisico's | |||||
Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Renteherziening op vaste schuld u/g | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1 | Renteherziening op vaste schuld (per saldo) | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Aflossing | 9.875 | 10.541 | 13.508 | 12.608 |
3 | Renterisico op vaste schuld (1+2) | 9.875 | 10.541 | 13.508 | 12.608 |
4 | Renterisiconorm | 34.196 | 32.142 | 33.258 | 34.507 |
5a | Ruimte onder renterisiconorm | 24.321 | 21.601 | 19.750 | 21.899 |
5b | Overschrijding renterisiconorm | ||||
Berekening renterisiconorm | |||||
Begrotingstotaal | 170.979 | 160.708 | 166.289 | 172.533 | |
4a | Vastgelegd percentage (bij min.regeling) | 20% | 20% | 20% | 20% |
4b | Renterisiconorm | 34.196 | 32.142 | 33.258 | 34.507 |
De renterisiconorm wordt niet overschreden.
Kredietrisico
Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij haar financiële verplichtingen niet na kan komen. In het geval van uitzettingen bestaat her risico dat de kredietwaardigheid van de tegenpartij daalt. De gemeente heeft behalve de duurzaamheidsleningen en startersleningen geen andere rechtstreekse geldleningen verstrekt.
De gemeente loopt risico op geldleningen waarover een garantstelling is verstrekt. Voor een overzicht van de garantstellingen wordt verwezen naar de staat van gewaarborgde geldleningen.
De voormalig gemeente Pijnacker heeft, als secundaire arbeidsvoorwaarde, hypothecaire leningen verstrekt aan haar personeel. Nieuwe verstrekkingen zijn inmiddels niet meer toegestaan, derhalve wordt alleen nog risico gelopen over één restant hypotheeksom. De gemeente heeft behalve de duurzaamheidsleningen en startersleningen geen andere rechtstreekse geldleningen verstrekt.
Liquiditeitsrisico
Op basis van een gedetailleerde korte termijnplanning en een globale meerjarige liquiditeitsplanning wordt ingeschat wanneer de gemeente over welke hoeveelheid liquide middelen moet beschikken. Geëigende middelen om over de juiste liquiditeit te beschikken zijn de inzet van de rekening courant bij de BNG (tot € 15 miljoen) en lang- en kortlopende leningen. Omdat een gemeente een solide en betrouwbare partner is kan er, ook in geval van krapte op de geld- en kapitaalmarkt, altijd geld worden aangetrokken.
2. Liquiditeitsplanning
Tot eind 2026 is voldoende liquiditeit aanwezig in de vorm van saldo op Schatkistbankieren. Daarna zal eind 2026, als de geplande investeringen overeenkomstig de begroting worden uitgevoerd, een tekort ontstaan en zullen nieuwe leningen moeten worden aangetrokken, evenals de jaren daarna. De keuze van financieren met kort geld (call-leningen dan wel rekening-courant krediet) of gelden op lange termijn zal mede worden ingegeven door de renteverwachting op dat moment en de dan geldende liquiditeitsverwachting. In de planning is uitgegaan van tienjarige lineaire leningen.
3. Financieringsbehoefte
In onderstaande overzicht is de financieringsbehoefte van de gemeente opgenomen voor de jaren 2026-2029.
Financieringspositie per 31 december (bedragen x € mln.) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Te financieren | ||||
Vaste activa | 262 | 286 | 297 | 298 |
Grondexploitaties | -6 | -3 | -1 | 0 |
Totaal te financieren (A) | 256 | 283 | 296 | 298 |
Financieringsmiddelen | ||||
Vaste leningen | 45 | 75 | 91 | 114 |
Reserves | 201 | 196 | 191 | 180 |
Begrotingssaldo | 1 | 0 | -6 | -9 |
Voorzieningen | 14 | 14 | 14 | 14 |
Totaal financieringsmiddelen (B) | 261 | 285 | 290 | 299 |
Financieringsoverschot (+)/tekort (-) (B-A) | 5 | 2 | -6 | 1 |
Op basis van de huidige informatie heeft de gemeente tot 2027 een klein financieringsoverschot. Hierbij is rekening gehouden met het voortschrijdend inzicht dat de ambities van de investeringen achterblijven op de realisatie daarvan. Op basis van de afgelopen drie jaar wordt rekening gehouden met een realisatie van de investeringen van 50% in het begrotingsjaar en 25% in de twee jaren daarna. Vanaf 2027 is de verwachting dat het financieringsoverschot om zou slaan naar een financieringstekort en daarom zijn nieuwe leningen begroot. Grootste onzekerheden in de begrote uitgaven en inkomsten vormt het achterblijven van de realisatie van de investeringen en snellere realisatie van de grondverkopen.
4. Rentetoerekening
Het renteschema 2026 geeft inzicht in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.
Renteschema (bedragen x € 1) | ||
|---|---|---|
a. De externe rentelasten over aangetrokken leningen | 1.185.196 | |
b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering | -592.000 | |
Totaal door te rekenen externe rente | 593.196 | |
c. Rente die aan facilitaire grondexploitaties moet worden doorberekend | - | |
Rente die aan actieve grondexploitaties moet worden doorberekend | - | |
- | ||
Saldo door te rekenen externe rente | 593.196 | |
d1. Rente over eigen vermogen | - | |
d2. Rente over voorzieningen | - | |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 593.196 | |
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | 1.330.214 | |
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury (voordelig) | 737.018 |
Vaststelling omslagrente
Het BBV heeft voorgeschreven hoe het rentepercentage aan taakvelden toe te rekenen rente moet worden vastgesteld. De totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente wordt afgezet tegen de begrote boekwaarde van de vaste activa en grondexploitaties die integraal gefinancierd worden. Vanaf 2025 zijn de regels rondom rente over grondexploitaties gewijzigd. Vanaf 2025 moet de rente die toegerekend wordt aan grondexploitaties gebaseerd zijn op de omslagrente. Voorheen was dit een percentage afgeleid van de externe financiering.
In onderstaand overzicht is de berekening van het omslagpercentage opgenomen. Berekend is een percentage van 0,22% over 2026, het gehanteerde percentage is 0,5%, hierdoor ontstaat een voordelig renteresultaat. In 2024 en 2025 is het gehanteerde omslagpercentage 0%. Voor de jaren 2027 en later verwachten we een oplopend omslagpercentage door toenemende rentelasten, gehanteerd is voor de berekening van de kapitaaallasten voor alle jaren het afgeronde percentage van 0,5%. Hierdoor slaat het voordelige renteresultaat vanaf 2028 om naar een nadelig saldo.
Berekening omslagpercentage | |
|---|---|
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | € 593.196 |
Boekwaarde vaste activa en grondexploitatie per 1 januari 2026 | € 266.041.877 |
Omslagrente (gecalculeerd) : (A) / (B) * 100% | 0,22% |
