Onderhoud kapitaalgoederen
In deze paragraaf is de uitvoeringsplanning van de diverse voorzieningen in beeld gebracht. Hoewel de kosten ook al in de beheerplannen zijn aangegeven, is niet in elk beheerplan een programma van uitvoering opgenomen. Ook wanneer er wel een uitvoeringsprogramma is, wordt dit soms door de actualiteit ingehaald. In deze paragraaf wordt daarom per voorziening en per beheercategorie, op basis van de laatste inzichten, aangegeven wat het geactualiseerde uitvoeringsprogramma voor 2026 is. Ook is de geactualiseerde uitvoeringsplanning voor de periode 2027 – 2029 globaal in beeld gebracht.
Regulier (klein) onderhoud
Het reguliere onderhoud is het jaarlijkse programma voor klein preventief onderhoud en voor het verhelpen van meldingen en het herstel van kleine schades. De onderhoudskosten zijn jaarlijks vrijwel constant. In de exploitatiebegroting zijn reguliere budgetten opgenomen, die jaarlijks worden bijgesteld op basis van prijsindex en worden geactualiseerd op basis van toename of afname van het in stand te houden areaal. Deze budgetten zijn opgenomen in de betreffende programma’s.
Kapitaalgoederen zijn eigendommen van de gemeente die duurzaam in stand gehouden moeten worden, zoals wegen, riolering, bruggen, gebouwen en groen en bomen. Deze eigendommen worden beheerd op basis van beheerplannen. Hierin staat op welke wijze het onderhoud plaatsvindt. De gemeente hanteert voor alle beheerplannen dat het beheer “doelmatig en duurzaam” wordt uitgevoerd op het kwaliteitsniveau “basis”. Beheerplannen worden eens in de vier jaar geactualiseerd. Dit is geregeld in artikel 20 van de Verordening financieel beleid, beheer en organisatie Pijnacker-Nootdorp 2024. Voor alle beheerplannen worden de uitgangspunten van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) aangehouden.
Periodiek (groot) onderhoud
Het periodieke onderhoud is het jaarlijkse programma voor groot onderhoud (inclusief achterstallig onderhoud) van kapitaalgoederen dat niet levensduur verlengend is. De kosten voor het periodiek groot onderhoud kunnen jaarlijks sterk fluctueren. Daarom zijn voorzieningen ingesteld voor de uitvoering van periodieke groot onderhoud van de verschillende beheeractiviteiten. De diverse voorzieningen worden gevoed door een jaarlijkse dotatie ten laste van de begroting, zoals bepaald in de vastgestelde beheerplannen.
Nieuwe aanleg en vervanging
Hieronder wordt de nieuwe aanleg en vervanging van kapitaalgoederen verstaan. Voor aanleg, vervangingen en renovaties worden specifieke investeringen benoemd. De investeringen zijn toegelicht bij de programma’s.
Overzicht beheerplannen
Onderstaand treft u een overzicht aan van de vigerende beheerplannen, inclusief het verwachte jaar van actualisatie.
Beheerplan | Beheerperiode | Jaar van actualisatie |
|---|---|---|
Beheerplan oevers | 2022-2026 | 2027 |
Beheerplan baggeren | 2024-2027 | 2028 |
Beheerplan sportvelden | 2024-2027 | 2028 |
Beheerplan openbare verlichting | 2023-2026 | 2027 |
Beheerplan spelen | 2023-2026 | 2026 |
Beheerplan gebouwen | 2023-2026 | 2026 |
Beheerplan groen | 2023-2026 | 2026 |
Omgevingsprogramma riolering | 2022-2025 | 2025 |
Beheerplan wegen | 2022-2025 | 2026 |
Beheerplan civiele kunstwerken | 2023-2026 | 2027 |
Riolering
De uitgangspunten voor het beheer van de riolering zijn vastgelegd in het “Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2022-2025” (vGRP). In het vGRP wordt invulling gegeven aan de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Dit ter bescherming van de volksgezondheid, het tegengaan van wateroverlast en de bescherming van het milieu. Het vGRP was onder de Wet milieubeheer een verplicht plan voor alle gemeenten. Onder de Omgevingswet is het vGRP echter niet langer verplicht. Gemeenten kunnen er zelf voor kiezen om een rioleringsprogramma of een Water- en rioleringsprogramma (Wrp) vast te stellen. Totdat een programma voor klimaatkrachtig Pijnacker-Nootdorp (waarin ook de riolering wordt opgenomen) wordt opgesteld, wordt het vGRP verlengd als programma Riolering. In het programma Riolering blijft de visie, het beleid en de strategie hetzelfde. Het programma dient als onderbouwing voor de rioolheffing.
Beleidsmatig ligt de aandacht bij de samenwerking in de waterketen in Delfland (NAD). De essentie van de samenwerking is om in de regio te komen tot een bundeling van kennis en capaciteit in de planvorming en uitvoering van de beheertaken. Hierbij wordt onder andere gestreefd naar een grotere efficiëntie in het beheer van de waterketen die moet leiden tot een substantiële kostenreductie.
Het reguliere preventieve onderhoud aan de riolering gebeurt op basis van periodiek uit te voeren inspecties. Daarnaast wordt jaarlijks uitvoering gegeven aan de reguliere bestekken voor onderhoud van hoofd- en wijkgemalen, drukriolering, vrijvervalriolering en kolken.
De vervanging van de riolering gebeurt op basis van het uitvoeringsprogramma van het beheerplan. Op basis van die planning wordt telkens een wijk of buurt integraal gerenoveerd (riolering, wegen, straatmeubilair, groen, spelen etc.).
Uitgangspunt bij integrale herinrichting is dat het proces volgens de principes van het programma ‘in verbinding’ wordt uitgevoerd. In 2026 gaan we verder met klimaatbestendig Klapwijk.
In 2026 worden een groot aantal wijkgemalen elektromechanisch gerenoveerd. Bij slechts enkele wijkgemalen betreft dit ook een bouwkundige renovatie. Ook wordt het gemaal Delftsetraatweg in Delfgauw vervangen en verplaatst naar de Burgemeester Merkusstraat. Daarnaast wordt het resterende deel van de telemetrie van de gemalen van de drukriolering vervangen in verband met de overgang naar de mobiele telecommunicatiestandaard 4/5G. Deze aanpak van de telemetrie past binnen de geplande grootschalige elektromechanische renovatie van de drukriolering in het buitengebied in de komende jaren.
Het taakveld riolering is een kostendekkend product. Dit betekent dat alle kosten die hiermee gepaard gaan via de rioolheffing in rekening worden gebracht. Een overschot of tekort in enig jaar wordt verrekend met de egalisatievoorziening riolering. Hieronder is het verloop van deze voorziening aangegeven.
Voorziening riolering | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Beginstand | 5..383 | 5.455 | 5.150 | 5.102 |
Storting | 72 | 41 | 41 | 41 |
Totaal dekking | 5.455 | 5.496 | 5.191 | 5143 |
Onttrekkingen | 0 | -346 | -89 | -89 |
Totaal onttrekking | 0 | -346 | -89 | -89 |
Eindstand | 5.455 | 5.150 | 5.102 | 5.054 |
Wegen
De uitgangspunten voor het beheer van wegen, straten, fietspaden en voetpaden zijn vastgelegd in het Beheerplan Wegen 2022-2025.
Het reguliere preventieve onderhoud aan asfaltverhardingen en verhardingen van open elementen gebeurt op basis van een periodiek uit te voeren schouw.
Via de voorziening wordt groot onderhoud bekostigd van projecten met een projectwaarde hoger dan € 75.000. Deze projecten zijn beschreven in het beheerplan Wegen.
Het planmatig groot onderhoud aan elementenverhardingen wordt gebiedsgericht aangepakt. Op basis van de planning van rioolrenovaties en verkeersmaatregelen wordt telkens een wijk of buurt integraal gerenoveerd (riolering, wegen, straatmeubilair, groen, spelen etc.). Uitgangspunt bij integrale herinrichting is dat het proces volgens de principes van het programma ‘in verbinding’ wordt uitgevoerd. In 2026 zetten we vooral in op groot onderhoud aan onze asfaltwegen en rotondes. In 2026 stellen we een nieuw beheerplan wegen vast. Onderstaand tabel actualiseren we met de vaststelling van het beheerplan wegen 2026-2029.
Voorziening onderhoud wegen | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Beginstand | 1.056 | 1.536 | 1.676 | 2.066 |
Storting | 705 | 705 | 705 | 705 |
Totaal dekking | 1.761 | 2.241 | 2.381 | 2.771 |
Ontrekkingen | -225 | -565 | -315 | -315 |
Totaal onttrekking | -225 | -565 | -315 | -315 |
Eindstand | 1.536 | 1676 | 2.066 | 2.456 |
Openbaar groen
De uitgangspunten openbaar groen zijn vastgelegd in het Beleids- en beheerplan “Investeren in groen”. De uitvoering is vastgelegd in het Technisch beheerplan Openbaar Groen 2023-2026. Het reguliere onderhoud vindt grotendeels plaats op basis van jaarlijks te actualiseren onderhoudsbestekken voor onder meer het maaien, het schoffelen en het snoeiprogramma voor bomen. Verder wordt jaarlijks de inboet (vervangen dode beplanting) verricht op basis van een periodieke inspectie.
Het groot onderhoud gebeurt op basis van het beheerplan. In het beheerplan is prioriteit gegeven aan de wijken en buurten waar integrale renovaties zijn gepland. In 2025 worden de laatste fase van de wijk Koningshof en het wijkpark van Klapwijk uitgevoerd. Voor deze activiteiten zijn specifieke investeringen opgenomen, die zijn toegelicht in programma 4: Groen en recreatie.
Verder zijn er buiten de herinrichtingswijken een aantal projecten voor groot onderhoud en renovatie van groen. Deze projecten zijn beschreven in het beheerplan Openbaar Groen 2023-2026. In de tabel hieronder is aangegeven op welke wijze de stortingen en onttrekkingen in de Voorziening Openbaar groen in de komende jaren worden voorzien.
In 2026 stellen we een nieuw beheerplan openbaar groen op voor de periode 2026 – 2030.
Voorziening openbaar groen | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Beginstand | 191 | 141 | 161 | 181 |
Storting | 250 | 250 | 250 | 250 |
Totaal dekking | 441 | 391 | 411 | 431 |
Ontrekking | -300 | -230 | -230 | -230 |
Totaal onttrekking | -300 | -230 | -230 | -230 |
Eindstand | 141 | 161 | 181 | 201 |
Spelen
De uitgangspunten voor het beheer van speelplaatsen zijn vastgelegd in het Speelruimteplan 2023-2026.
Het dagelijkse onderhoud bestaat uit het aanvullen en reinigen van valondergronden, het uitvoeren van de wettelijke veiligheidsinspecties en de daaruit voortkomende reparaties of vervangingen.
Het volledig herinrichten van speelplekken (investeringen) vindt plaats op basis van het beheerplan Spelen 2023-2026. Voor deze activiteiten zijn specifieke investeringen opgenomen, die zijn toegelicht in programma 4: Groen en recreatie. In 2026 starten we met het opstellen van een nieuw beheerplan dat ingaat per 2027
Civiele kunstwerken
De uitgangspunten voor het beheer van de civiele kunstwerken zijn vastgelegd in het Beleids- en beheerplan Civiele Kunstwerken 2023-2026. Het kleinschalig en dagelijks onderhoud wordt aanbesteed middels een raamcontract met open posten. Op basis van jaarlijkse inspecties worden hoeveelheden verwerkt in deelopdrachten voor het raamcontract.
Het eenmalig en grootschalig onderhoud vindt plaats vanuit het uitvoeringsprogramma en richt zich op het optimaliseren van de restlevensduur. De feitelijke planning wordt bepaald op basis van periodiek uit te voeren inspecties. Voor dit onderhoud is hieronder aangegeven op welke wijze de stortingen en onttrekkingen in de Voorziening Civiele Kunstwerken in de komende jaren worden voorzien.
De komende tien jaar moet een groot aantal civiele kunstwerken in de gemeente vervangen worden. In 2026 laten we onze civiele kunstwerken inspecteren en starten we met het opstellen van een nieuw beheerplan welke ingaat per 2027. De opgenomen investeringen zijn beschreven in programma 3: Mobiliteit.
Bestemmingsreserve civiele kunstwerken | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Beginstand | 102 | 12 | 12 | 12 |
Storting | 500 | 500 | 500 | 500 |
Totaal dekking | 602 | 512 | 512 | 512 |
Beheerplan Civiele Kunstwerken | -590 | -500 | -500 | -500 |
Totaal onttrekking | -590 | -500 | -500 | -500 |
Eindstand | 12 | 12 | 12 | 12 |
Openbare Verlichting en Verkeersregelinstallaties (VRI’s).
De uitgangspunten voor het beheer van de openbare verlichting en verkeersregelinstallaties zijn vastgelegd in het Beheerplan Openbare Verlichting 2023-2026.
Het regulier onderhoud voor de openbare verlichting en de verkeersregelinstallaties vindt plaats na storingsmeldingen, met name meldingen van kapotte lampen, aanrijdingen en kabelstoringen. De verkeersregelautomaten worden jaarlijks geïnspecteerd.
De (vervangings)investeringen van de openbare verlichting en de verkeersregelinstallaties vindt plaats op basis van het beheerplan. In 2026 actualiseren we het beheerplan dat ingaat per 2027. Voor deze activiteiten zijn specifieke investeringen opgenomen, die zijn toegelicht in programma 3: Mobiliteit.
Water
De uitgangspunten voor het beheer zijn vastgelegd in het Programma Water en klimaat 2021-2024. In dit plan ligt de nadruk op de wijze waarop de gemeente en het waterschap zich gezamenlijk richten op het opheffen van knelpunten in het watersysteem.
Het Programma Water en Klimaat is met één jaar verlengd, ter overbrugging tot de vaststelling van het nieuwe omgevingsprogramma. In 2025 worden nog enkele maatregelen uit van het Programma Water en Klimaat uitgevoerd, waaronder de communicatiekalender ‘Groen, Water en Klimaat’. In 2025 wordt het nieuwe omgevingsprogramma Klimaatbestendige gemeente opgesteld.
In de investeringsplanning is in programma 4: Groen en recreatie een aantal investeringskredieten opgenomen. Het programma Water en Klimaat wordt in 2024 geactualiseerd.
Baggeren
De uitgangspunten voor het beheer zijn vastgelegd in het Beheerplan Baggeren 2024-2027. Het plan beschrijft de wijze waarop het baggeren van de watergangen waarvoor de gemeente onderhoudsplichtig is wordt uitgevoerd.
Het baggeren van watergangen vindt plaats in de winterperiode op basis van baggervakken. Elk jaar wordt in overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland bepaald welke baggervakken moeten worden gebaggerd. Om de acht jaar worden zo alle watergangen gecontroleerd op de diepte en indien nodig gebaggerd. De baggerwerkzaamheden worden door het hoogheemraadschap voor de gemeente uitgevoerd. De onderstaande tabel geeft de geraamde stortingen en onttrekkingen weer.
Voorziening baggerwerken | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Beginstand | 254 | 288 | 399 | 399 |
Storting | 360 | 360 | 360 | 360 |
Totaal dekking | 614 | 648 | 759 | 759 |
Beheerplan Baggeren | -326 | -249 | -360 | -360 |
Totaal onttrekking | -326 | -249 | -360 | -360 |
Eindstand | 288 | 399 | 399 | 399 |
Beschoeiingen en oevers
De uitgangspunten voor het beheer van de beschoeiingen en overige oevers zijn vastgelegd in het Beheerplan Oevers 2022-2026. Het reguliere onderhoud aan de beschoeiingen/oevers betreft vooral het curatieve onderhoud dat op basis van technische inspecties en meldingen wordt uitgevoerd.
Het periodieke onderhoud betreft de uitvoering van kleine vervangingen en herstelwerkzaamheden en het, indien mogelijk, omvormen naar natuurlijke oevers. De uitgaven worden verantwoord via de gemeentelijke exploitatie.
Het vervangen van de zwaardere oeverconstructies zoals damwanden en betonconstructies gebeurt door het opnemen van specifieke investeringen. De hiervoor opgenomen investeringen zijn beschreven in programma 3: Mobiliteit.
Buitensport
De uitgangspunten voor het beheer van de sportvelden zijn vastgelegd in het Beheerplan Sportvelden 2024-2027.
Het dagelijks onderhoud (maaibestekken en het periodieke onderhoud in de zomermaanden) wordt uitgevoerd via reguliere onderhoudsbestekken. Voor het groot onderhoud aan de (gras)sportvelden is een voorziening gevormd voor het vervangen van hekwerken en revitaliseren van hockeyvelden. Hieronder is aangegeven op welke wijze de stortingen en onttrekkingen in de Voorziening Buitensport worden voorzien.
Voor het vervangen van kunstgrasvelden zijn investeringsbudgetten opgenomen, die zijn toegelicht in programma 6: Maatschappelijke Voorzieningen.
Voorziening groot onderhoud en renovaties buitensport | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Beginstand | 235 | 189 | 213 | 213 |
Storting | 50 | 50 | 50 | 50 |
Totaal dekking | 285 | 239 | 263 | 263 |
Beheerplan Sportvelden | -96 | -26 | -50 | -50 |
Totaal onttrekking | -50 | -96 | -26 | -50 |
Eindstand | 189 | 213 | 213 | 213 |
Onderhoud gemeentelijke gebouwen
De uitgangspunten voor het beheer van de gemeentelijke gebouwen zijn vastgelegd in het Beheerplan Gebouwen 2023-2026.
Het reguliere preventieve onderhoud (o.a. inspecties en planmatig klein onderhoud) vindt jaarlijks plaats op basis van reguliere onderhoudsbestekken, op basis van een schouw en op opvolging van meldingen.
Het groot onderhoud voor de gebouwen vindt plaats op basis van het beheerplan. De onderstaande tabel geeft de geraamde stortingen en onttrekkingen weer.
Voorziening onderhoud gebouwen | 2026 | 2026 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Beginstand | 136 | 192 | 232 | 206 |
Storting | 125 | 125 | 143 | 198 |
Totaal dekking | 261 | 317 | 375 | 404 |
Ontrekkingen | -69 | -85 | -169 | -258 |
Totaal onttrekking | -69 | -85 | -169 | -258 |
Eindstand | 192 | 232 | 206 | 146 |
Tractie
Een aantal onderdelen van de gemeentelijke organisatie gebruikt voertuigen en ander (rollend) materieel voor de uitvoering van haar taken. Het is belangrijk dat deze voertuigen veilig, duurzaam en representatief zijn.De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om de volledige vloot te verduurzamen, met als uitgangspunt dat nieuwe voertuigen elektrisch zijn, voor zover beschikbaar. De investeringen hiervoor zijn opgenomen in Programma 9: Bestuur en dienstverlening. In 2025 vindt er een inventarisatie plaats voor de toekomstige inrichting van het wagenparkbeheer. De verwachting is dat de huidige investeringen niet toereikend zijn. De financiële gevolgen worden bij de Voorjaarsnota 2026 en Kadernota 2027 in beeld gebracht.
