Vennootschapsbelasting
Inleiding
In Nederland zijn overheidsondernemingen sinds 2016 belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting.
Bij de jaarlijkse inventarisatie van de activiteiten binnen de reguliere exploitatie blijken beperkt Vpb-plichtige (clusters van) activiteiten aanwezig te zijn. De inventarisatie is gebaseerd op de jaarrekeningen 2014 t/m 2024 en de (concept)begroting. Daar waar binnen bepaalde clusters van activiteiten overschotten worden behaald en de mogelijkheid op Vpb-afdrachtverplichtingen bestaat, wordt over het algemeen niet voldaan aan de criteria die worden gesteld voor toetreding tot Vpb-ondernemerschap. De criteria waaraan moet worden voldaan om als ondernemer te kwalificeren.
Er is sprake van:
een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid;
en deelname aan het economisch verkeer;
en een winstoogmerk/structurele overschotten.
Met name vanwege de laatste twee criteria vallen nagenoeg alle activiteiten binnen de gemeentelijke exploitatie buiten de Vpb-plicht.
Grondbedrijf/grondexploitaties
Het Grondbedrijf van de gemeente komt wel door de ondernemerspoort omdat wordt voldaan aan de drie gestelde criteria. Van de toekomstige winstnemingen uit de grondexploitaties wordt een bedrag gereserveerd ten behoeve van de vennootschapsbelastingplicht. Deze bedragen worden aan de algemene reserve onttrokken. De nettowinst vanuit de grondexploitaties wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
