Hoofdlijnen van de financiële positie
Financieel kader
In dit deel gaan we in op de vraag hoe de gemeente haar inkomsten verkrijgt om de inhoudelijke doelen te realiseren. Grofweg zijn de Algemene uitkering, grondexploitaties en de opbrengsten uit belastingen en heffingen de grootste inkomstenbronnen. In grafiekvorm ziet de verdeling er in procenten als volgt uit.
Woningbouwprognose 2023-2026
In de cijfers van de Kadernota 2022 zijn de woningbouwprognoses geactualiseerd. Deze geven geen aanleiding om deze prognose bij de Programmabegroting 2023 te herzien. Voor de komende vier jaren wordt rekening gehouden met een gemiddeld aant al op te leveren woningen van 362 stuks per jaar.
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is voor Pijnacker-Nootdorp de grootste bron van inkomsten. De hoogte van deze uitkering wordt bepaald op basis van objectieve verdeelmaatstaven zoals bijvoorbeeld het aantal inwoners, de (sociale) samenstelling van de bevolking en het aantal woonruimten. Bij de bepaling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp is uitgegaan van onder andere de volgende maatstafgegevens:
Aantallen per 1 januari | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
aantal inwoners | 57.487 | 58.392 | 59.297 | 60.202 |
aantal inwoners: jongeren < 18 jaar | 13.270 | 13.240 | 13.204 | 13.159 |
aantal bijstandsontvangers | 444 | 443 | 442 | 447 |
aantal woonruimten | 22.539 | 22.901 | 23.263 | 23.625 |
Aantal personen met een migratieachtergrond | 7.718 | 7.947 | 8.161 | 8.371 |
Algemene uitkering in de begroting 2023-2026
De hoogte van de raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp voor de periode 2023-2026 is gebaseerd op informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2022 van het ministerie van BZK en aanvullende informatie over compensatie voor de toegenomen jeugdzorgkosten. De verwachte inkomsten algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Pijnacker-Nootdorp bedragen:
(bedragen X € 1.000) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
inkomsten uit meicirculaire 2022 | 79..065 | 83.393 | 86.866 | 83.381 |
Een uitgebreide toelichting op de mutaties van de algemene uitkering vanuit het Gemeentefonds is opgenomen in onderdeel Algemene uitkering in de begroting 2023-2026.
Heffingen, belastingen en leges
Een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente Pijnacker-Nootdorp bestaat uit lokale heffingen en belastingen. Deze lokale heffingen worden opgebracht door de inwoners en bedrijven van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De gemeente Pijnacker-Nootdorp kent de volgende gemeentelijke belastingen, heffingen en retributies: OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing, leges omgevingsvergunningen, leges burgerzaken, hondenbelasting en toeristenbelasting. Een nadere toelichting op de lokale heffingen wordt gegeven in de paragraaf ‘Lokale heffingen’.
Financieel Perspectief
In de Kadernota 2022 zijn de financiële mutaties als gevolg van onder andere de autonome ontwikkelingen, algemene uitkering, prijs- en areaalindexatie, het sociaal domein en de investeringsplanning en renteresultaat in beeld gebracht. Na vaststelling van de Kadernota op 7 juli 2022 zijn deze mutaties verwerkt in de Programmabegroting 2023. Het meerjarig begrotingssaldo is hieronder in tabelvorm opgenomen en wordt daarna per onderdeel afzonderlijk toegelicht.
Samenvatting
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
1. Saldo primaire begroting 2022 + aangenomen amendementen | 2.106 | 1.516 | 1.210 | 1.210 |
2. Mutaties Kadernota 2022 | 734 | 2.030 | 2.670 | -1.163 |
Saldo Kadernota 2022 | 2.840 | 3.546 | 3.880 | 47 |
3. Meicirculaire 2022 en nadere invulling van de gevolgen | 847 | 1.114 | 1.243 | -2.832 |
4. Actualisatie belastingen, heffingen en areaal | -579 | -611 | -649 | -71 |
5. Gevolgen P-begroting (incl. raad en college) en gevolgen overhead | -167 | -322 | -322 | -322 |
6. Herziening kapitaallasten en renteomslag | -53 | -184 | -293 | -297 |
7. Collegebesluiten, autonome en overige ontwikkelingen na opstellen KN2022 | -405 | -370 | -367 | -370 |
Saldo begroting | 2.483 | 3.173 | 3.492 | -3.845 |
Het financiële overzicht is als volgt opgebouwd:
Als beginpunt het saldo van de primaire begroting 2022
Financiële mutaties zoals opgenomen in de Kadernota 2022
Onderdeel 1 is uitgebreid toegelicht in de Programmabegroting 2022 en onderdeel 2 is toegelicht in de Kadernota 2022 en wordt daarom niet in deze programmabegroting herhaald. De onderstaande gegevens zijn mutaties na vaststelling van de Kadernota 2022 en worden wel toegelicht.
Meicirculaire 2022 en nadere invulling van de gevolgen
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Accres | 1.882 | 2.086 | 2.174 | -2.163 |
Compensatie tekorten jeugdzorg | -840 | -940 | -1.560 | -1.305 |
Jeugd: aanvullende besparingsopgave Rijk | - | 160 | 815 | 815 |
Aanpassing rekentarieven WOZ | -233 | -226 | -220 | -213 |
Overig | 38 | 34 | 34 | 34 |
Totaal gevolgen | 847 | 1.114 | 1.243 | -2.832 |
Op 1 juni 2022 is de meicirculaire 2022 inzake de algemene uitkering uit het gemeentefonds gepubliceerd door het Ministerie van BZK. De financiële gevolgen hiervan zijn toegelicht in een raadsinformatienota.
Accres
Wat opvalt zijn de teruglopende inkomsten in 2026. Tot en met 2025 heeft de groei van het gemeentefonds een structureel karakter maar vanaf 2026 wordt de normeringssystematiek (samen de trap op en af) losgelaten. Vanaf dan wordt er geen volume-accres meer verstrekt maar slechts een accres voor loon- en prijsontwikkeling. Ook wordt de opbouw van de opschalingskorting in 2026 weer opgepakt. Deze factoren veroorzaken een terugval in de inkomsten uit de algemene uitkering. Het jaar 2026 wordt daarmee als 'ravijnjaar' betiteld.
Compensatie tekorten jeugdzorg
Van de aangekondigde compensatie voor jeugdzorg gold voorheen de afspraak dat er een stelpost in de inkomsten algemene uitkering mocht worden opgenomen van 75% van de aangekondigde compensatie. Nu, bij de meicirculaire is afgesproken dat dit voor de volle 100% opgenomen mag worden. Dat dit een negatief effect heeft wordt veroorzaakt door het aandeel van onze gemeente in deze compensatie, dit is verhoudingsgewijs afgenomen als gevolg van de herverdeling van het gemeentefonds, en een aanvullende besparingsopgave vanaf 2024 waarvan het resultaat door het Rijk al is verrekend op de middelen voor compensatie.
Jeugd: aanvullende besparingsopgave Rijk
Van de aanvullende besparingsopgave van het Rijk is afgesproken dat deze ook aan de lastenkant in de begroting mag worden opgenomen. Met andere woorden: vanaf 2024 mag rekening worden gehouden met lagere lasten.
Aanpassing rekentarieven WOZ
De lokale waardeontwikkeling van de gemeentelijke belastingcapaciteit wijkt af van het landelijk gemiddelde. De aanpassing van de rekentarieven waarmee de gemeentelijke belastingcapaciteit wordt verrekend in het gemeentefonds is gebaseerd op dat landelijke gemiddelde en zorgt daarmee voor een mutatie in de inkomsten.
Meer toelichting is gegeven in het onderdeel 'Algemene dekkingsmiddelen, Overhead, VpB en Onvoorzien'.
Actualisatie belastingen, heffingen en areaal
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
OZB, Hondenbelasting en Toeristenbelasting opbrengst bijstellen | -26 | -53 | -73 | 200 |
Kostendekkendheid afval | -95 | -95 | -95 | -95 |
Kostendekkendheid riolering | -91 | -92 | -105 | 54 |
Hondenbelasting motie afschaffing | -137 | -141 | -146 | - |
Bouwlegesopbrengsten nieuwbouw | -230 | -230 | -230 | -230 |
Totaal gevolgen | -579 | -611 | -649 | -71 |
OZB, hondenbelasting en Toeristenbelasting
De OZB opbrengsten worden naar beneden bijgesteld in verband met achterblijvende nieuwbouw. De hogere opbrengsten in 2026 worden veroorzaakt doordat dit een nieuwe jaarschijf is in de meerjarenraming.
Kostendekkendheid afval en riolering
De taakvelden afval en riolering zijn kostendekkende producten. Dit betekent dat alle gemaakt kosten worden doorbelast aan de eindgebruiker. De kostendekkendheid van riolering is 100%, die van afval 94,3%. Een nadere toelichting hierover staat in de paragraaf 'Lokale heffingen'.
Hondenbelasting motie afschaffing
Bij de vaststelling van de Kadernota 2022 op 7 juli is middels motie M3 de hondenbelasting voor de periode 2023- 2025 afgeschaft. Bij de Kadernota 2025 wordt een afweging gemaakt voor de periode 2026 en verder.
Bouwlegesopbrengsten nieuwbouw
In de Kadernota 2022 is de gemiddelde woningbouwprognose met 10% naar beneden bijgesteld tot 362 stuks per jaar. Op basis hiervan zijn de bouwlegesopbrengsten verlaagd.
Gevolgen P-begroting (inclusief raad en college) en gevolgen overhead
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Actualisatie salarissen, overige personeelskosten en urentoerekening | -167 | -322 | -322 | -322 |
Totaal gevolgen | -167 | -322 | -322 | -322 |
Actualisatie salarissen, overige personeelskosten en urentoerekening
Bij het opstellen van de nieuwe personeelsbegroting is onder andere budget opgenomen voor vier trainees en een extra wethouder.
Herziening kapitaallasten en renteomslag
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Aanpassen van de rentelasten op langlopende geldlening | - | - | 67 | |
Rentelast aanpassen vanwege wijziging rentepercentage | -72 | -69 | -69 | -69 |
Actualisatie beheerplan wegen 2022-2025 (investeringsbudgetten) | 26 | -200 | -359 | -453 |
Actualisatie overige kapitaallasten investeringplanning | -7 | 85 | 135 | 158 |
Totaal gevolgen | -53 | -184 | -293 | -297 |
Aanpassen van de rentelasten op de langlopende geldleningen
Het volume van de langlopende geldleningenportefeuille loopt steeds verder terug. Op 1 januari 2023 bedraagt de leningenportefeuille € 81 miljoen en loopt terug naar € 35 miljoen per eind 2026, met als gevolg lagere rentelasten.
Rentelast aanpassen vanwege wijziging rentepercentage
De omslagrente is verlaagd van 2,0% naar 1,5%. In paragraaf 4. Financiering wordt dit nader toegelicht.
Actualisatie beheerplan wegen 2022-2025 (investeringsbudgetten)
Het Beheerplan wegen 2022-2025 is in september 2022 vastgesteld. De financiele gevolgen hiervan zijn verwerkt in deze begroting.
Actualisatie overige kapitaallasten investeringsplanning
Als gevolg van de actualisatie van de investeringsplanning zijn de kapitaallasten gewijzigd.
Collegebesluiten, autonome ontwikkelingen en overige ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2022
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Collegebesluiten | ||||
Actualisatie beheerplan wegen 2022-2025 (exploitatiebudgetten) | -221 | -221 | -221 | -221 |
Indexering huurinkomsten 2023 | 43 | 43 | 43 | 43 |
Gemeentelijke bijdrage combinatiefuncties T4T en beweegcoaches | -108 | -108 | -108 | -108 |
Actieagenda Economie | -37 | - | - | - |
Subtotaal | -323 | -286 | -286 | -286 |
Autonome ontwikkelingen | ||||
Diverse kleine mutaties | -82 | -84 | -81 | -84 |
Subtotaal | -82 | -84 | -81 | -84 |
Totaal gevolgen | -405 | -370 | -367 | -370 |
Actualisatie beheerplan wegen 2022-2025 (exploitatiebudgetten)
Het beheerplan wegen 2022-2025 is in september 2022 vastgesteld. In deze begroting zijn de nieuwe kapitaallasten verwerkt.
Indexering huurinkomsten 2023
Jaarlijks worden de meeste huurinkomsten geindexeerd op basis consumentenprijsindex (CPI) van het CBS van de maand april. Dit zou betekenen dat de huren voor 2023 met 9,6% zouden worden verhoogd. In afwijking hierop is besloten de huren (vooralsnog) eenmalig te verhogen op basis van een driejaarlijks gemiddelde. Hiermee komt de indexatie voor de contracten uit op 4,2%
Gemeentelijke bijdrage combinatiefunctionaris T4T en beweegcoaches
Als gevolg van de arbeidsmarktontwikkeling is het budget voor combinatiefuntionarissen en beweegcoaches al een aantal jaar niet meer toereikend. De afgelopen jaren is dit tekort opgevangen door inzet van eenmalige dekkingsvoorstellen. In deze begroting wordt het budget structureel op het benodigd niveau gebracht.
Inzet stelpost Enecogelden
Middels het amendement 'Investeringsplanning- en financieringsplan 2020-2025' is bij de Kadernota 2021 besloten een deel van de opbrengst uit de aandelen Eneco in te zetten om binnen de begroting structureel ruimte te creeëren. Deze ruimte wordt in deze meerjarenbegroting apart gepresenteerd als stelpost 'Enecogelden'. Aan de Raad worden voorstellen voorgelegd voor aanwending van deze stelpost. Als de stelpost Enecogelden niet wordt ingezet valt dit jaarlijks automatisch vrij bij de jaarrekening als positieve bijdrage aan het saldo.
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Begrote beginstand per 01/01 | 1.667 | 1.714 | 1.674 | 1.674 |
Participatiebeleid | -250 | -250 | -250 | -250 |
Stand per einde jaar | 1.417 | 1.464 | 1.424 | 1.424 |
Participatiebeleid
Voor de raadsperiode 2022-2025 is de opdracht het participatiebebeleid te ontwikkelen . Met de doorontwikkeling van het participatiebeleid willen we bewust stilstaan bij de visie die wij als gemeente hebben op (burger)participatie en bij de principes die daarbij van belangzijn om burgerparticipatie vorm te geven. We willen het participatie beleid op een gestructureerde, transparante en zorgvuldige wijze uitvoeren om structureel te investeren in het vertrouwen tussen ons als lokale overheid en onze inwonersen ondernemers. Onderdeel hiervan is de omzetting van de bestaande inspraakverordening naar een participatieverordening.
Ter afweging wordt aan de raad voorgesteld voor de implementatie en uitvoering van het participatiebeleid een structureel budget van ad € 250.000 per jaar beschikbaar te stellen ten laste van de stelpost 'Enecogelden'.
Structureel en reëel sluitende Begroting 2023
De provincie Zuid-Holland stelt als toezichthouder de eis dat de meerjarenbegroting sluitend is of dat de begroting van het komend jaar structureel en reëel sluitend is om in aanmerking te komen voor repressief toezicht. Om de begroting reëel sluitend te maken, dienen de incidentele baten en lasten te worden gecorrigeerd op het totaal saldo van baten en lasten van de Begroting 2023.
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | |
---|---|---|
Saldo van de begroting 2023 inclusief incidentele baten en lasten | 2.483 | |
Hierin opgenomen incidentele baten | -10.176 | |
Hierin opgenomen incidentele lasten | 10.339 | |
163 | ||
Saldo begroting 2023 gecorrigeerd voor incidentele baten en lasten | 2.646 |
Na correctie van de incidentele baten en lasten vertoont het totaal saldo van baten en lasten van de Begroting 2023 een positief saldo van € 2.646.000, waarmee wordt voldaan aan de eis van de toezichthouder. Een compleet overzicht in tabelvorm van de incidentele baten en lasten treft u aan in onderdeel C. ‘De financiële begroting’.
Mutaties in de reserve Financiële gevolgen Corona en Algemene reserve
Reserve Financiële gevolgen Corona
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Begrote beginstand per 01/01 | 1.867 | 1.843 | 1.843 | 1.843 |
Inzet extra middelen voor sociaal en mentaal welzijn | -24 | - | - | - |
Stand per einde jaar | 1.843 | 1.843 | 1.843 | 1.843 |
Vanaf het vormen van deze reserve in 2020 is in totaal € 4,2 miljoen toegevoegd, waarvan € 1,5 miljoen uit de algemene reserve. Inmiddels is in 2020 € 0,9 miljoen uitgegeven en in 2021 € 1,1 miljoen. In 2022 zijn de begrote uitgaven € 0,4 miljoen, waardoor de begrote beginstand 2023 € 1,8 miljoen bedraagt.
Algemene reserve
Omschrijving (- = nadeel) Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Beginstand per 01/01 | 45.252 | 50.322 | 55.290 | 58.635 |
Begrotingssaldo | 2.483 | 3.173 | 3.492 | -3.845 |
GrExen: winstuitname | 6.096 | 2.701 | 357 | 2.220 |
Jaarlijks saldo strategisch vastgoed | 133 | 133 | 133 | 133 |
GrExen: mutatie Voorziening Nadelige complexen | -166 | -154 | -398 | -28 |
GrExen: Vennootschapsbelasting | -1.524 | -675 | -29 | -555 |
Bijdrage aan gemeente Delft m.b.t. Metropolitane fietsroute | -1.020 | - | - | - |
Omgevingsprogramma groen | -75 | - | - | - |
Dekking afschrijvingslasten Investeringen | -857 | -210 | -210 | -210 |
Stand per einde jaar | 50.322 | 55.290 | 58.635 | 56.350 |
De komende jaren worden zowel bedragen toegevoegd als onttrokken aan de algemene reserve.
Weerstandsvermogen
De mutaties in de algemene reserve zijn onder andere het gevolg van de jaarlijkse aanvulling of vrijval van de voorziening ‘Nadelige complexen’, het verplicht nemen van winsten binnen de grondexploitaties en de positieve begrotingssaldi 2023 tot en met 2026.
Verloop van de algemene reserve Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Weerstandscapaciteit per 01/01 | 45.252 | 50.322 | 55.290 | 58.635 |
Mutaties in de algemene reserve | 2.587 | 1.795 | -147 | 1.560 |
Begrotingssaldo | 2.483 | 3.173 | 3.492 | -3.845 |
Weerstandscapaciteit per 31/12 | 50.322 | 55.290 | 58.635 | 56.350 |
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 7,5 miljoen. De ratio weerstandsvermogen wordt dan ook (meerjarig) gebaseerd op deze benodigde weerstandscapaciteit.
Verloop ratio weerstandsvermogen | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
A. Weerstandscapaciteit per 31/12 | 50.322 | 55.290 | 58.635 | 56.350 |
B. Benodigde weerstandscapaciteit | 7.503 | 7.503 | 7.503 | 7.503 |
C. Ratio weerstandsvermogen = A/B | 6,71 | 7,37 | 7,81 | 7,51 |
Het benodigde weerstandsvermogen is geactualiseerd (inclusief actualisatie Grondexploitaties per 01-07-2022) conform de in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2014 opgenomen systematiek en wordt voor alle jaren gekwalificeerd als ‘uitstekend’.
Schuldpositie
In de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2014 is opgenomen dat met ingang van 2014 in alle P&C documenten het verloop van de schuldpositie wordt opgenomen.
Samengevat zijn er drie kasstromen die de schuldomvang beïnvloeden:
In- en uitgaande geldstroom in het kader van de realisatie van begrotingsprogramma’s (exploitatie en onderhoud);
In- en uitgaande geldstroom van investeringen (grondexploitaties en aanleg van voorzieningen zoals wegen en scholen);
In- en uitgaande geldstroom als gevolg van het aangaan van schulden (financiering).
De totale schuld wordt dus hoger of lager door het geheel van positieve en negatieve kasstromen in de exploitatie, de investeringen en de financiering. De verschillende kasstromen en de schuld van de gemeente ontwikkelt zich in grote lijnen als volgt:
Bedragen x € 1.000 (- = negatieve kasstroom) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Kasstroom saldo exploitatie/onderhoud | -5.325 | -9.245 | -11.111 | -3.970 |
Kasstroom saldo investeringen/grondexploitaties | 18.436 | 23.612 | 13.264 | -2.612 |
Kasstroom saldo financiering (= rentelast) | 2.271 | 1.874 | 1.504 | 1.191 |
Mutatie netto schuld | 15.382 | 16.241 | 3.656 | -5.390 |
Schuldomvang
In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe de totale schuldomvang zich ontwikkelt op grond van de huidige meerjarenbegroting, de actualisatie van de grondexploitaties per 1-7-2022 en de investeringsplanning.
Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Verwachte vordering rekening courant "Schatkistbankieren" per 01/01 | 127.000 | 98.743 | 69.628 | 56.096 |
Aflossing leningportefeuille | -12.875 | -12.875 | -9.875 | -9.875 |
Mutatie netto schuld | -15.382 | -16.241 | -3.656 | 5.390 |
Verwachte vordering rekening courant "Schatkistbankieren" per 31/12 | 98.743 | 69.628 | 56.096 | 51.611 |
De VNG spreekt van houdbare gemeentefinanciën als een gemeente ook bij een scenario met economisch slecht weer (met tegenvallende rijksinkomsten, lagere grondverkopen en stijgende rentepercentages) genoeg geld overhoudt om aan de schuldverplichtingen te kunnen voldoen, zonder dat de noodzakelijke publieke voorzieningen daarbij in de knel komen. In deze benadering is alleen sturen op baten en lasten niet genoeg. Hiervoor is ook inzicht in de geldstromen en de hoogte van de schuld nodig. Voor houdbare gemeentefinanciën moet de toename van de schulden in verhouding blijven met de jaarlijkse inkomsten van een gemeente. Stijgende rentelasten geven extra druk op de exploitatie. Als de exploitatie geen ruimte biedt, moet er meer worden geleend. Dat veroorzaakt meer rentelasten en zo ontstaat een negatieve spiraal. Met andere woorden: het is belangrijk om in de gaten te houden hoeveel ruimte er binnen de begroting is om bestaande schulden af te lossen. De staat wijkt af van voorgaande jaren, de reden hiervoor is om inzichtelijk te maken dat er na 2026 wellicht weer geld moet worden aangetrokken.
Schuldnormering
In het Collegeprogramma 2014-2018 hebben we aangegeven dat er een strategie nodig is voor het terugbrengen van de schuldenlast. We kondigden daarbij aan om vanaf 2016 een criterium voor een houdbare schuldpositie op te nemen in de begroting.
Als streefnorm voor de schuldomvang hanteren we dat de schuldquote (= ratio schuld/inkomsten) maximaal 100% bedraagt. Momenteel zit de gemeente Pijnacker-Nootdorp onder deze streefnorm en is de verwachting dat de schuldquote de komende jaren ook onder de streefnorm zal blijven.
Verwachte hoogte van de leningenportefeuille
De leningenportefeuille lange termijn bedraagt op 1 januari 2023 ruim € 81 miljoen en neemt de komende jaren af met € 46 miljoen tot ruim € 35 miljoen eind 2026. Deze afname is gebaseerd op het aflossingsschema dat met de geldverstrekkers contractueel is afgesproken.